H5: De bevoegdheid van de hoven en rechtbanken Flashcards

1
Q

Bevoegdheid

A

la compétence

binnen de driehoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bevoegdheid in burgerlijk procesrecht

A

De taakverdeling binnen de rechterlijke macht

Het onderscheiden aandeel van elk hof en elke rechtbank in de totale opdracht van de rechterlijke macht in haar geheel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Rechtsmacht

A

Jurisdiction

de driehoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Rechterlijke macht in organieke zin

A

de hoven en rechtbank

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Rechterlijke macht in functionele zin

A

Het beslechten van rechtsgeschillen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Rechtsmacht in organieke zin

A

een rechterlijke instantie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Rechtsmacht in functionele zin

A

de macht om recht te spreken

doorgaans wordt deze betekenis bedoelt in Ger. W.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Rechtsmacht in functionele zin in het Ger. W.

A

Omvat niet de rechterlijke taken van buitengerechtelijke rechtsprekende instanties (Grondwettelijk Hof, administratieve rechters…)
Wordt organiek beperkt tot de rechtsmacht (in functionele zin) van de rechterlijke macht in organieke zin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Niet dogmatische toepassing van de scheiding der machten

A

Er wordt ook buiten de rechterlijke macht in organieke zin (piramide), rechterlijke macht in functionele zin (beslechten van rechtsgeschillen) uitgeoefend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Machtsoverschrijding

A

Rechtsmacht, hij voert een taak uit van een buitengerechtelijke instantie (buiten de piramide)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bevoegdheidsoverschrijding

A

Bevoegdheid, hij voert een taak uit van een ANDERE gerechtelijke instantie (binnen de piramide)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Verdeling van de dienst

A

service
De interne taakverdeling binnen dezelfde rechterlijke instantie
Gebeurt via zaakverdelingsreglement: indeling in afdelingen
en voor elk rechtscollege is er een bijzonder reglement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Rechtsmacht in burgerlijk procesrecht

A

de opdracht van de rechterlijke macht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bevoegdheid in burgerlijk procesrecht

A

het bijzonder aandeel in die rechtsmacht van elk hof of rechtbank.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Toepasselijkheid art. 660 1e lid Ger. W.

A

Doorverwijzing kan alleen binnen de rechterlijke macht en tussen verschillende rechtbanken
Een orgaan van de rechterlijke macht kan niet doorverwijzen naar een administratief rechtscollege, een buitenlandse rechter of een arbiter, maar kan in voorkomend geval enkel zijn onmacht vaststellen en de zaak ‘uit handen geven’
Binnen de rechterlijke macht worden de bevoegdheidsregels ook toegepast op niet- contentieuze bevoegdheden, gevallen waarin de rechterlijke macht (in organieke zin) geen rechterlijke, maar uitvoerende macht uitoefent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Materiële, volstrekte of attributieve bevoegdheid: onderwerp van de vordering

A

specialisiatie
De rechtsgrond van de vordering (niet het rechtsfeit dat dat het geschil heeft uitgelokt)
De rechtsregels die in de ogen van de eiser op de oorzaak moeten worden toegepast

17
Q

Materiële, volstrekte of attributieve bevoegdheid: waarde van de vordering

A

Algemene bevoegdheid vrederechter: tot 5.000 euro

Som die in de inleidende akte wordt geëist

18
Q

Materiële, volstrekte of attributieve bevoegdheid: het spoedeisend karakter van de vordering

A

Bevoegdheid in KG van de rechtbankvoorzitters, die bij voorraad uitspraak doen
Spoedeisend? Een onmiddellijke beslissing is wenselijk om schade van een bepaalde omvang of ernstige ongemakken te voorkomen
-> is eigenlijk geen kwestie van bevoegdheid, maar van toegang tot de rechter, ‘de ontvankelijkheid’ (“u mag mag niet (meer) naar de rechter”)

19
Q

Materiële, volstrekte of attributieve bevoegdheid: hoedanigheid van de partijen

A

Hoedanigheid van onderneming voor de algemene bevoegdheid van de ondernemingsrechtbank

20
Q

Materiële, volstrekte of attributieve bevoegdheid: referentiepunt

A

Op het ogenblik dat de rechter wordt aangesproken
Uitzondering: hoedanigheid van onderneming moest als bestaat bij de betwiste handeling
Uitzondering: spoedeisendheid moet nog bestaan op het ogenblik van de uitspraak (KWESTIE VAN ONTVANKELIJKHEID)
Eenmaal een instantie bevoegd is, blijft zij bevoegd

21
Q

Materiële, volstrekte of attributieve bevoegdheid: referentiepunt (2)

A

Moeten de voorwaarden ook daadwerkelijk vervuld zijn?
HvC: om uit te maken of hij bevoegd is, moet de rechter zich tevreden stellen met de informatie die de EISER in de gedinginleidende akte heeft verstrekt en waarvan hij niet prejudicieel de juistheid moet onderzoeken
Verklaring: als de rechter zijn bevoegdheid zou beoordelen en de informatie onjuist zou bevinden en op grond daarvan zou verwijzen naar een bevoegde collega, dan heeft hij
1: terwijl hij niet bevoegd was TOCH een probleem over de grond van de zaak aangesneden en
2: een collega in verlegenheid gebracht, als deze van mening is dat hij toch bevoegd was

22
Q

Materiële, volstrekte of attributieve bevoegdheid raakt de openbare orde

A

Absolute nietigheid andersluidende bedingen, ambtshalve inroepen door de rechter
(ook de rechtsmacht)
Uitzondering: voorwaardelijke volheid van bevoegdheid van REA
-> de niet- exclusieve bevoegdheden van een uitzonderingsrechtbank maken wel dwingend recht uit, dat (doch enkel voor de REA) de openbare orde niet raakt
REA mag kennisnemen op voorwaarde dat de verweerder geen bezwaar heeft

23
Q

Territoriale, relatieve of distributieve bevoegdheid: algemeen

A

rechtsgebied: ressort
Elke rechter spreekt recht over een bepaald grondgebied/ een rechter neemt slechts kennis van rechtsgeschillen die op een of andere wijze aan zijn rechtsgebied kunnen worden vastgeknoopt

24
Q

Territoriale, relatieve of distributieve bevoegdheid: algemeen: referentiepunt

A

Moet worden beoordeeld op het ogenblik van de gedinginleiding
En aan de hand van wat in de gedinginleidende akte is gesteld, de rechter moet de beweringen van de eiser niet op hun juistheid controleren (forum shopping)

25
Q

Territoriale, relatieve of distributieve bevoegdheid: van aanvullend recht

A

Vrijheid van partijen om forumbedingen overeen te komen

! geldigheid van algemene voorwaarden in standaardcontracten?

26
Q

Territoriale, relatieve of distributieve bevoegdheid: dwingend recht NIET van openbare orde

A

Dient nog steeds particuliere belangen, dus partijen kunnen achteraf van de bescherming afstand doen

27
Q

Territoriale, relatieve of distributieve bevoegdheid: dwingend recht dat de openbare orde raakt

A

Uitzonderlijk!

  • fiscale geschillen
  • beslag en tenuitvoerlegging
  • insolventie
  • concentratie van expertise t.v.v. de efficiëntie en kwaliteit
28
Q

Belang onderscheid openbare orde of niet

A

absolute relatieve nietigheid andersluidende ovk.
in elke stand van het geding in limine litis
wel ambtshalve niet
! De rechter moet altijd zijn terr. bevoegdheid ambtshalve onderzoeken als de verweerder verstek laat gaan

29
Q

Prorogatie van bevoegdheid: algemeen

A
  • verwante vorderingen voor verschillende rechters, telkens dezelfde feiten opnieuw uitleggen?
  • verschillende rechters kunnen verschillende meningen hebben
    => verschillende zaken kunnen worden samengevoegd, OOK als de rechter deze normaal NIET zou mogen behandelen (: bevoegdheidsuitbreiding)
30
Q

Prorogatie van bevoegdheid: Tussenvorderingen

A

demande incidente
Iedere vordering die in de loop van het geding wordt ingesteld (wijziging, tegenvordering en tussenkomst); het is dus een vordering die bij de hoofdvordering hoort, accessio sequitur rem principalem: rechter van hoofdvordering krijgt tussenvordering; TENZIJ deze prorogatie te haaks zou staan op de belangrijkste bevoegdheidsregels! De hoofdvordering zal met de tussenvordering mee verwezen worden naar de bevoegde rechter als prorogatie bij hem wel mogelijk is
(gebrek aan prorogatie: vorderingen moeten afzonderlijk ingesteld en berecht worden door verschillende rechters)

31
Q

Prorogatie van bevoegdheid: wijziging van de oorspronkelijke vordering of nieuwe vordering

A

Door de EISER
Geen prorogatieregels nodig
Het referentiepunt voor het beoordelen van de bevoegdheid van de rechter blijft de gedinginleidende akte
Bovendien is dit slechts ontvankelijk als zij hun oorzaak gemeen hebben met de hoofdvordering (art. 807 en 808)

32
Q

Prorogatie van bevoegdheid: tegenvordering

A

Demande reconventionelle
Door de verweerder tegen de eiser, ongeacht verwantschap met de hoofdvordering!
Hoofdvordering bij de REA=> REA TENZIJ als die tegenvordering betrekking heeft op een geschil dat tot de exclusieve bevoegdheid van een andere rechtbank behoort. (= ONvoorwaardelijke volheid van bevoegdheid REA, hangt niet af van de instemming van de tegenpartij)
Hoofvordering bij arbeidsrechtbank, ondernemingsrechtbank en vrederechter=> exclusieve bevoegdheid of ontstaan uit ovk/ feit aan de grondslag van hoofdvordering (TENZIJ exclusieve bevoegdheid andere rechtbank)
Politierechtbank: enkel tegenvorderingen tot exclusieve bevoegdheid
Elke rechter mag kennis nemen van een tegenvordering wegens tergend en roekeloos geding
Prorogatievoorwaarden niet vervuld: de tegenvordering moet met toepassing van de bevoegheidsgeschillenprocedure verwezen worden, de hoofdvordering kan mee verwezen worden, op grond van samenhang

33
Q

Prorogatie van bevoegdheid: tussenkomst

A

Bevoegdheid van de rechter van de hoofdvordering, tenzij dit als hoofdvordering tot de exclusieve bevoegdheid van een andere rechter zou horen (zelden)

34
Q

Prorogatie van bevoegdheid: aanhangigheid

A

litispendance
Tweemaal aanhangig zijn van dezelfde vordering bij verschillende rechter
(uitzonderlijk)

35
Q

Prorogatie van bevoegdheid: samenhang

A

connexité
Verschillende vorderingen die zo nauw verbonden zijn dat het wenselijk is ze samen te behandelen en berechten
Loutere mogelijkheid van contradictie volstaat

36
Q

Prorogatie van bevoegdheid: onsplitsbaarheid

A

indivisibilité
overtreffende trap van samenhang
Materiële onverenigbaarheid van tegenstrijdige beslissingen
Geen bijkomende bevoegdheidsrechtelijke consequenties, maar wel voor het aanwenden van rechtsmiddelen