H6: De rechtspleging in burgerlijke zaken Flashcards
De rechtsvordering (algemeen)
l’action en justice
Het recht om beroep te doen op de rechter om een rechtsplicht te doen nakomen (ius agendi)
Gevolg van het subjectief recht, formeelrechtelijke vertaling van een materieel rechtelijke aanspraak
Zeer uitzonderlijk dat een subjectief recht geen rechtsvordering heeft (natuurlijke verbintenis en de speelschuld)
De rechtsvordering vs. subjectief recht
ontvankelijkheid vs. gegrondheid van de vordering Wie niet (meer) over een rechtsvordering beschikt, wordt niet tot de rechter toegelaten -> geen beslissing= geen gezag van gewijsde Wie door de rechter ongelijk krijgt over de schending van zijn subjectief recht, heeft noodzakelijk eerst toegang gekregen tot de rechter -> een beslissing= gezag van gewijsde
Rechtsvordering: effectieve uitvoering
een rechtshandeling die de rechtsvordering actualiseert
Eis (demande)
Vordering, vordering in recht (demande en justice)
Verweer (défense)
Rechtsvordering: ontvankelijkheid ratione materiae
- Er heeft nooit een rechtsvordering aan vastgehangen: speelschuld en natuurlijke verbintenis , je kan het niet hardmaken in rechte
- Verlies van bestaande rechtsvordering door vrijwillige beslissing: afstand van rechtsvordering en dading (onmogelijk om aanspraken nog voor de rechter voor te leggen)
- Er werd al een andere rechtsvordering uitgeoefend
- Gezag van gewijsde belet dat de rechtsvordering opnieuw wordt uitgeoefend
Rechtsvordering: ontvankelijkheid ratione personae
- rechts- en handelingsbekwaamheid (personnalité, capacité)
- belang (intérêt): het voordeel dat de vordering in rechte aan de eiser kan opleveren
- hoedanigheid (qualité)
- > materiële hoedanigheid (qualité- titre): open categorie
- > proceshoedanigheid (qualité pouvoir): gesloten categorie= materiële procespartij (subjectief recht is in het geding) of formele procespartij (komt op in het geding) (procesvertegenwoordiging als deze niet samenvallen)
Rechtsvordering: ontvankelijkheid ratione temporis
Termijn om de rechtsvordering te actualiseren; vervaltermijnen: verstreken= niet meer toegelaten)
(het subjectieve recht blijft bestaan)
wachttermijnen: nog bezig= opgeschort
Eis of vordering (in rechte)
- oorzaak: “wat is er gebeurd?”, rechtsfeit sensu lato
- voorwerp: “wat wil je krijgen?”, wat wordt er gevorderd, meestal het rechtsgevolg verbonden aan de oorzaak
- onderwerp: de rechtsgrond, juridische grondslag van de vordering, rechtsregel waarvan doorgaans de schending wordt ingeroepen
Formeelrechtelijk verweer
procedurele excepties in de ruime zin (exceptions)
- middelen van niet- ontvankelijkheid of toelaatbaarheid (“u mag niet (meer) naar de rechter”)
- > exceptie van afstand, dading, berusting, gewijsde, verjaring, gebrek aan belang…
- louter procedurele excepties (“ u mag niet op deze manier naar de rechter”)
- > schending van zuivere vormvoorschriften (vordering in rechte kan nog opnieuw worden ingesteld als schending wordt opgelost)
- > afdoende/ peremptoire: ongeldige handeling definitief ongedaan (exceptie van nietigheid)
- > opschortende/ dilatoire: vertragend effect
Materieelrechtelijk verweer
“u hebt ongelijk”
Aanspraken van de eiser worden tegengesproken, kan ook onder vorm van tussenvordering
Onderscheid formeel en materieelrechtelijk verweer
- louter procedurele excepties: in limine litis vs. middelen van onontvankelijkheid en verweer ten grond: in elke stand van het geding
- verzachtingen van nietigheidssanctie is alleen van toepassing op louter procedurele excepties NIET op middelen van onontvankelijkheid
- de gegrondheid van louter procedurele excepties laat de rechtsvordering onaangetast (opnieuw procederen in mogelijk)
Algemene kenmerken burgerlijke rechtspleging
- schriftelijke procedure
- accusatoire (geen inquisitoire) procedure: autonomie van de procespartijen, beschikkingsbeginsel (le principe dispositif)
( rechter krijgt een actievere rol toebedeeld, oa op toezicht op de voortgang van de rechtspleging, waarheidvinding, stimuleren van schikkingspogingen en verruimde mogelijkheid van ambtshalve substitutie van de motieven) (lijdelijkheidsbeginsel is achterhaald)
Ambtshalve substitutie van motieven (1)
Beschikkingsbeginsel: partijen beslissen autonoom over de grenzen van het geschil (keuze tegenpartij, voorwerp en feitelijke context)
MAAR de rechter is NIET gebonden door de rechtsgrond, het onderwerp, hij moet ambtshalve de juiste rechtsregel toepassen
Ambtshalve substitutie van motieven (2): voorwaarden
- De rechter mag niet ambtshalve het VOORWERP van de vordering wijzigen
niet meer of niks anders toekennen - De rechter mag alleen steunen op regelmatig in het debat gebrachte feiten
niet oordelen op basis van persoonlijke kennis of op zoek gaan naar nieuwe feiten - De rechter mag geen uitgesloten betwisting opwerpen (procedure akkoord)
- De rechter moet ten alle tijde het recht van verdediging respecteren
desnoods debatten heropenen
Sancties in het burgerlijk procesrecht: algemeen
Een partij moet er beroep op doen: exceptie; het inroepen als verweermiddel door een tegenpartij dat een vordering of proceshandeling niet aan de procesrechtelijke regels van de kunst beantwoordt en moet worden uitgeschakeld
“ u mag niet (meer) naar de rechter”: ontvankelijkheid
“ u heeft zich niet tot de juiste rechter gewend”: (on)bevoegdheid (als het gaat over taakverdeling binnen rechterlijke macht)
“ u wendt zich niet op de juiste manier tot de rechter”: louter procedurele exceptie: nietigheidsleer
Sanctie voor miskenning van bestaans-, geldigheids- of uitoefeningsvoorwaarden van de rechtsvordering: middelen van niet- ontvankelijkheid
Ontstentenis van rechtsvordering= niet ontvankelijkheid
De vordering wordt afgewezen als rechts op het niet vervuld zijn van een bestaansvoorwaarde (staat los van het bestaan van het ingeroepen subjectief recht)
GEEN wettelijk uitgebouwde regeling, dus wie mag het inroepen? en wanneer? en in welke omstandigheden kan het genegeerd worden?
- geen formaliteiten
- kan op elk ogenblik
- ambtshalve? Als het de openbare orde raakt, wanneer is dat? Eerst gedacht altijd want het gaat om de toegang tot de rechter, maar voor belang en hoedanigheid heeft HvC al geoordeeld dat de rechter niet VERPLICHT is om ambtshalve schending in te roepen
Als het uitdrukkelijk verboden is om ambtshalve op te werpen (exceptie van gewijsde en exceptie van verjaring), moet hij zich daar aan houden