H1: De jurisdictionele rechtshandeling Flashcards
Materiële begripsomschrijving
jurisdictionele functie= derde functie trias politica; de rechterlijke macht in functionele betekenis:
het beslechten van rechtsgeschillen
Jurisdictionele rechtshandeling
Acte jurisdictionnel
Beslissing waarbij een rechtsgeschil wordt beslecht
1. Is er een geschil?
2. Is het te behandelen geschil beperkt tot een rechtsgeschil?
3. Wordt het geschil beslecht, op definitieve wijze beëindigd?
De rechter neemt kennis van een geschil
Tegenstrijdige aanspraken van rechtssubjecten
( niet contentieuse bevoegdheden van de rechterlijke macht: oneigenlijke of willige rechtspraak: administratieve rechtshandeling)
Niet proprio motu (ambtshalve); het moet bij de rechter aanhangig worden gemaakt
Slechts in de mate dat het bij hem aanhangig is gemaakt, de partijen bepalen de grenzen van het geschil: beschikkingsbeginsel
Eenmaal gevat: verplicht beslissen: verbod van rechtsweigering (gevolg van verbod van eigenrichting)
Rechtsgeschil
De overeenstemming met het objectieve recht van een doen of laten
- rechtsfeiten: wat, wie, waar, wanneer
- toepasselijke recht
- rechtsgevolgen
De rechter spreekt recht
Hij SCHEPT geen recht, maar maakt duidelijk wat de precieze draagwijdte is, in een concreet geval van de abstract geformuleerde rechtsregel. -> verbod om bij wege van algemene en als regel geldende beschikking uitspraak te doen: scheiding der machten, zijn beslissing is specifiek en strekt zich niet uit tot een ander dan het behandelde geval
Rechtspraak is geen bindende, doch een gezaghebbende bron van recht (persuasive geen binding force of precedent)
Verbod op opportuniteitscontrole! : scheiding der machten, over de andere dan juridische kwaliteiten van overheidshandelingen moet de rechter zich niet uitspreken (marginale toetsing)
De rechter beslecht het geschil= gezag van rechterlijk gewijsde
L’autorité de la chose jugée
rechtszekerheidsbeginsel; de rechter beslist definitief wie het bij het rechte eind heeft
oplossen: er is geen geschil meer, door instemming van de partijen
Elke contentieuze rechterlijke beslissing heeft gezag van gewijsde, op voorwaarde dat ze niet inhoudelijk tegenstrijdig is
Gezag van gewijsde blijft bestaan zolang de beslissing niet ongedaan is gemaakt, zolang er rechtsmiddelen tegen openstaan blijft het gezag voorwaardelijk
Negatief aspect van het rechterlijk gewijsde
Partijen kunnen op een rechterlijke beslissing niet laten terugkomen door hun vordering opnieuw in te stellen
Exceptie van gewijsde als verweermiddel, NIET van openbare orde, dus enkel door de partijen en enkel voor de feitenrechter
! Als een geschilpunt wordt voorgelegd aan dezelfde rechter die de eerste beslissing heeft genomen, moet de rechter ambtshalve exceptie van rechtsmacht inroepen
Toepassingsvoorwaarden: art. 23
= essentie van de jurisdictionele rechtshandeling
Positief aspect van rechterlijk gewijsde
bijzondere bewijswaarde
geldt ook ten opzichte van 3en: vermoeden weerleggen via buitengewoon rechtsmiddel ‘derdenverzet’
weerlegbaar vermoeden iuris tantum
gevolg van de jurisdictionele rechtshandeling
Kracht van gewijsde
force de chose jugée
: telkens wanneer rechtsgevolgen worden verbonden aan een quasi definitieve rechterlijke beslissing
= niet meer vatbaar voor verzet of HB
in strafzaken uitgebreid tot cassatie
Organieke en formele begripsomschrijvingen
indien van een bepaalde instantie gezegd zou worden dat ze een rechterlijke instantie is omdat ze voldoet aan de formele vereisten (beginselen van behoorlijke rechtsbedeling), dan impliceert dat dat ze geen rechterlijke instantie is als ze er niet aan voldoet. Hierdoor hoeft ze niet aan de vereisten te voldoen OMDAT ze geen rechterlijke instantie is…
De formele kenmerken zijn echter slechts het gevolg van de materiële kenmerken (: wezenskenmerken)
Rechterlijk macht in functionele zin
het beslechten van rechtsgeschillen
Rechterlijke macht in organieke zin
Hoven en rechtbanken in de zin van art. 40 GW (piramide)
Rechtsmacht in functionele zin
de macht om recht te spreken
Rechtsmacht in organieke zin
een rechterlijke instantie
Rechtspraak vs. wetgeving
wetgeving zijn door de OH uitgevaardigde rechtsregels, die algemeen verbindend zijn, onbepaald aantal gevallen
Rechtspraak is specifiek voor 1 geval (algemeen verbindende rechtspraak is strijdig met art. 6)