H5: Gynaecologische oncologie Flashcards

1
Q

Cervixcarcinoom

Frequentie?

A

1% van kankerdiagnoses

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Cervixcarcinoom

Leeftijdsverdeling?

A

Vooral 40-60 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Cervixcarcinoom

5-jaars overleving?

A

70% overleeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Cervixcarcinoom

Wat is de belangrijkste risicofactor voor cervixcarcinoom?

A

Humaan Papillomavirus (HPV)

Bij 95% van de cervix-ca’s wordt HPV teruggevonden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Cervixcarcinoom

Waar ontstaat het?

A

Transformatiezone
= grensgebied waar het éénlagige, slijmproducerende epitheel van de baarmoeder overgaat in het meerlagige, stevigere epitheel van de vagina

HPV-infectie → metaplasie en dysplasie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Cervixcarcinoom

Leg uit: ectropion

A

Metaplasie van de cervix = cilindrisch epitheel komt naar buiten (E2-effect), waardoor TZ toeneemt

Fysiologisch tijdens zws of pre-ovulatoir

zwakke risicofactor voor cervixca

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Cervixcarcinoom

Hoeveel vrouwen komen in contact met HPV? Wat gebeurt dan?

A

Iedere seksueel actieve vrouw komt met HPV in contact.

  • De meeste van deze HPV-infecties verdwijnen vanzelf binnen de 24 maanden (incl. dysplasie)
  • Minderheid: dysplasie ontwikkelt tot CIN
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Cervixcarcinoom

Wat is CIN?

A

cervicale intra-epitheliale neoplasie
voorstadium van baarmoederhalskanker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Cervixcarcinoom

Welke stadia?

A
  1. CIN I
  2. CIN II
  3. CIN III
  4. Invasief carcinoom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Cervixcarcinoom

Welke factoren zijn noodzakelijk voor een progressie naar een invasief cervixca?

A
  1. Een persisterende HPV-infectie
    → oncogeen type,
    → thv TZ
  2. Dysplastische epitheelveranderingen (CIN), zonder spontane regressie.
  3. Doorbreken van de basale membraan.
  4. Tijd: transitie naar carcinoma duurt jaren, → piekleeftijd diagnose rond de 45 jaar ligt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Cervixcarcinoom

Risicofactoren?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Cervixcarcinoom

Symptomen?

A

Beginfase: geen

Nadien:
* stinkende fluor
* contactbloeding

Laat: pijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Cervixcarcinoom

Hoe diagnose stellen?

A
  • Speculum-onderzoek, inspectie
  • Uitstrijkje
  • Colposcopie met kleuringen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Cervixcarcinoom

Leg uit: colposcopie met kleuringen.

A

Azijnzuur: neoplastische gebieden lijken witter
Lugol-jodium: plaveiselepitheel kleurt donker

→ opzoeken grenzen van actieve TZ

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Cervixcarcinoom

Welke preventieve maatregel is er voor cervixca op volwassen leeftijd?

A

Cervixcytologie = uitstrijkje

  • elke 3 jaar
  • gratis
  • 25-64 jaar

Opzoeken van hoogrisico-HPV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Cervixcarcinoom

Wat is cytologie?

A

Analyse van de cervivale cellen, celkernen onder de microscoop na PAP-kleuring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Cervixcarcinoom

Welke preventieve maatregel is er voor cervixca op kinderleeftijd?

A

Vaccinatie

Verlaagt de kans op CIN & cervixca

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Cervixcarcinoom

Behandeling?

A

Afhankelijk van:
- Soort kankercellen
- Maligniteit
- Stadium

Soorten behandelingen:
- Chirurgie
- Radiotherapie
- Chemotherapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Cervixcarcinoom

Welke chirurgie als behandeling?

A
  • Deel van cervix verwijderen: lis-excisie of conisatie
  • Totale hysterectomie (ev + ovaria, tuba en lymfeklieren)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Cervixcarcinoom

Wat is conisatie?

A

Excisie van een conus (kegeltje)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is Lis-excisie?

A

Techniek waarbij een dunne, draadlusvormige elektrode wordt gebruikt om een stukje weefsel (de laesie) van de cervix te verwijderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Endometriumcarcinoom

Frequentie?

A

2% van alle kankers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Endometriumcarcinoom

Leeftijdsverdeling?

A

Vooral 50+

24
Q

Endometriumcarcinoom

5 jaars-overleving?

A

80% overleeft

25
Q

Endometriumcarcinoom

Risicofactoren?

A
  • Late menopauze (langere E2-blootstelling)
  • Hoog BMI (meer endogeen E2)
  • OAC/HST (oestrogeen zonder progestageen)
  • Tamoxifen (E-receptorblocker)
26
Q

Endometriumcarcinoom

Symptomen?

A

Vroeg symptoom: postmenopauzaal bloedverlies

Wijst niet altijd op kanker, maar vereist
steeds verder nazicht.

27
Q

Endometriumcarcinoom

Verder onderzoek bij vermoeden?

A
  • Endometriumbiopsie
  • Hysteroscopie
28
Q

Wat zien we hier

A

Ovariumcarcinoom

29
Q

Ovariumcarcinoom

Frequentie?

A

1% van alle kankers

30
Q

Ovariumcarcinoom

Leeftijdsverdeling?

A

Vooral 50+

31
Q

Ovariumcarcinoom

5-jaars overleving?

A

50%

32
Q

Ovariumcarcinoom

Bijnaam voor ovariumca? Waarom?

A

Silent killer

→ Weinig vroege symtomen
→ Directe metastasering in de buikholte

33
Q

Ovariumcarcinoom

Risicofactoren?

A
  • Leeftijd
  • Nullipariteit
  • Draagsters BRCA1 of BRCA2
34
Q

Ovariumcarcinoom

Wat wordt hier gedaan? Waarom?

A

Laparoscopie om metastasen op te sporen

35
Q

Ovariumcarcinoom

Behandeling?

A
  • Chemotherapie
  • Chirurgie
36
Q

Ovariumcarcinoom

Welke chirurgische behandeling?

A

Ovariëctomie, hysterectomie

Debulking: zoveel tumorcellen als mogelijk weghalen (evt. ook deel van colon etc..)

37
Q

Ovariumcarcinoom

Welke soorten chemotherapie?

A
  • intraveneus
  • intraperitoneaal
    HIPEC: hypertherme intra peritoneale chemotherapie
38
Q

Borstcarcinoom

Frequentie?

A

15%
Meest voorkomende kankersoort!

39
Q

Borstcarcinoom

Leeftijdsverdeling?

A

Vooral 40+

40
Q

Borstcarcinoom

5 jaars-overleving?

A

90% overleeft

41
Q

Borstcarcinoom

Soorten?

A
  • lobulair carcinoma in situ = LCIS
  • invasief lobulair adenocarcinoom = ILA
  • ductaal carcinoma in situ = DCIS
  • invasief ductaal adenocarcinoom = IDA
42
Q

Borstcarcinoom

Symptomen?

A
43
Q

Is er ook zoiets als een goedaardige borstkanker?

A

Fibroadenoma = borstmuis
* Goed aflijnbare, mobiele knobbel
* Vooral bij vrouwen < 35 jaar
* Hormoongevoelig, goedaardig

44
Q

Borstcarcinoom

Risicofactoren?

A
  • Vrouw
  • Leeftijd
  • Blank
  • Familiale voorgeschiedenis borst/ovarium ca
  • Goedaardige borstaand
  • Radiotherapie borststreek
  • Vroege menarche, late menopauze
  • nullipara, hoge leeftijd 1ste kind, geen bv
  • roken
45
Q

Borstcarcinoom

Hoe beïnvloedt borstvoeding het risico op borstca?

A

Een langere periode van lactatie (>12 maanden) leidt tot een betere celdifferentiatie en een kwalitatiever involutieproces na lacatatie, wat het risico op borstkanker verlaagt.

46
Q

Borstcarcinoom

Welke rol spelen BRCA1 en BRCA2?

A

Eiwitten die de celdeling helpen regelen.
Mutaties → veel hoger risico op borst/ovariumca

47
Q

Borstcarcinoom

Diagnose?

A

Aanleiding: knobbel bij zelfonderzoek, letsel op screeningsonderzoek

Aanvullende diagnostiek:
* Mammografie
* Echografie
* MRI
* Labo
* Biopsie

48
Q

Borstcarcinoom

Geef een voorbeeld van een tumormarker. Is dat heel alarmerend?

A

CA-15.3

  • Weinig voorspellende waarde
  • Vooral belangrijk in follow-up na therapie
  • Stijgt ook bij zwangerschap
  • Stijgt ook bij andere aandoeningen: darmkanker, longkanker…
49
Q

Borstcarcinoom

Hoe wordt er gescreend?

A

Bevolkingsonderzoek:
50 – 69 jaar om de 2 jaar mammografie
→ twijfel: aanvullen met echografie / MRI

Best ook elke maand 1w na menses zelfonderzoek

50
Q

Borstcarcinoom

Waarvan is de prognose afhankelijk?

A
  • Stadium
  • Type, invasiviteit, tumorgrootte, lymfe- of andere metastasen
  • Hormoon-gevoeligheid:
    receptor-positief? → hormoontherapie
    (+) Oestrogeen/progesteronreceptoren
    (+) HER-2-receptoren (overexpressie)
51
Q

Borstcarcinoom

Welke chirurgische behandelingen?

A
  • Partiële mastectomie
  • Mastectomie
  • Sentinel/okselklieruitruiming
52
Q

Synoniem voor sentinelklier?

A

Schildwachterklier

53
Q

Borstcarcinoom

Welk neveneffect kan de behandeling hebben?

A

Beschadiging lymfeklieren → ophoping lymfevocht → zwelling, pijn en stijfheid

= Lymfoedeem

54
Q

Borstcarcinoom

Hoe werkt een sentinelontruiming?

A
  1. radioactieve tracer of blauwe kleurstof geïnjecteerd in de buurt van de tumor
  2. tracer of kleurstof reist via de lymfevaten naar de sentinelklier.
  3. De chirurg kan deze klier vervolgens identificeren en verwijderen
55
Q

Borstcarcinoom

Waarom een sentinelontruiming?

A

Door alleen de sentinelklier te verwijderen, kunnen de potentiële complicaties van een volledige okselklieruitruiming, zoals lymfoedeem, worden verminderd.

= minder invasief