H3: Abnormaal uterien bloedverlies Flashcards

1
Q

Wat is AUB?

A

Elk bloedverlies dat afwijkt op vlak van volume, duur, frequentie of regelmaat bij een niet-zwangere vrouw, minstens 6 maanden na de menarche

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Prevelantie van AUB?

A

Zeer hoog
35 à 50% van de vrouwen tijdens de reproductieve levensfase

+50% zoekt géén hulp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Normale hoeveelheid, duur, cyclus?

Oligomenorroe

A

Hoeveelheid: normaal
Duur: normaal
Cyclus: > 35 dagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Normale hoeveelheid, duur, cyclus?

Polymenorroe

A

Hoeveelheid: normaal
Duur: normaal
Cyclus: < 21 dagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Normale hoeveelheid, duur, cyclus?

Hypermenorroe

A

Hoeveelheid: > 80ml
Duur: normaal
Cyclus: normaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Normale hoeveelheid, duur, cyclus?

Hypomenorroe

A

Hoeveelheid: < 20ml
Duur: normaal
Cyclus: normaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Normale hoeveelheid, duur, cyclus?

Menorragie

A

Hoeveelheid: > 80ml
Duur: > 8 dagen
Cyclus: normaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Normale hoeveelheid, duur, cyclus?

Menometrorragie

A

Hoeveelheid: > 80ml
Duur: > 8 dagen
Cyclus: wisselend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Normale hoeveelheid, duur, cyclus?

Metrorragie

A

Hoeveelheid: wisselend
Duur: wisselend
Cyclus: intermenstrueel

Oa spotting of postcoïtaal bloedverlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is dysmenorree?

A

Pijnlijke menses.

Vaak gepaard met AUB.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is acuut AUB?

A

éénmalig, hevig bloedverlies dat onmiddellijk interventie vraagt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is chronisch AUB?

A

herhaaldelijk, abnormaal bloedverlies in de voorbije 6 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Leg uit: SIS

A

Waterecho

  • Transvaginale echo
  • zoutwater in de baarmoederholte → betere visualisatie van de baarmoederholte en -slijmvlies.

→ structurele afwijkingen beter detecteerbaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de FIGO-classificatie?

A

Deelt AUB in op basis van structurele en niet-structurele oorzaken, samengevat in het acroniem PALM-COEIN

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een endometriumpoliep?

A

Lokale overgroei van endometriumweefsel
- zachte uitstulping
- al dan niet gesteeld met centrale bloedaanvoer

→ Subfertilliteit & AUB

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Behandeling van endometriumpoliep?

A

Hysteroscopie met poliepectomie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is een hysteroscopie?

A

Endoscopie van de uterus
Invasief onderzoek, maar door directe visualisatie is een goede
beoordeling van de caviteit mogelijk

→ Biopsies
→ Curatieve procedures

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wanneer verkiezen we een laparoscopie ipv hysteroscopie?

A

Bij adnexiële pathologie (ovaria)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat zien we hier?

A

Cervicale poliep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Benoem de oorzaken van AUB

A

STRUCTUREEL:
- Poliep
- Adenomyose
- Maligniteit
- Leiomyoma

NIET-STRUCTUREEL:
- Coagulopathie
- Ovulatoire dysfunctie
- Iatrogeen
- Endometrium
- Niet elders omschreven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat zijn leiomyomen?

A

Goedaardige tumoren van glad spierweefsel (myometrium)

  • Meest frequente structurele oorzaak van AUB
  • Variabel in grootte
  • Vaak klein en asymptomatisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Prevalentie van leiomyomen?

A

≥80% van de vrouwen op de leeftijd van 50 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Symptomen van leiomyomen?

A
  • AUB (anemie!)
  • drukeffect (bv. op rectum)
  • dysmenorree,
  • infertiliteit,
  • herhaald miskraam, …
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Soorten leiomyomen?

A
  • Submuceus
  • Intramuraal
  • Subsereus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Pathofysiologie van leiomyomen?

A
  • Steeds afkomstig uit één myocyt met mutatie
  • Overproductie van extracellulaire vezels → myomen lijken niet op gezond myometrium (eerder grijs-wit van kleur)
  • Expressie van oestrogeen- en progesteronreceptoren
    ➤ dus hormoongevoelig
    ➤ groeien soms snel tijdens de ZWS
    ➤ worden kleiner na menopauze
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Hoe is de bloedvoorziening van een leiomyoom?

A

Zwak, komt vanuit periferie

Snelle groei → centrale necrose → verlioekening, verkalking, vetopslag…

27
Q

Hoe leidt een ingekapseld, slecht bevloeid leiomyoom toch tot
hevigere menstruatie?

A
  • meer bloedvoorziening naar de uterus
  • minder uteriene contractie tijdens menses (volume-effect)
  • hyperplasie endometrium (hormonaal effect)
  • directe uitbraak van het leiomyoom is ook mogelijk
28
Q

Hoe behandelen we leiomyomen?

A
  • Enkel indien symptomatisch
  • Kinderwens speelt een rol
  • Medicamenteus of chirurgisch (myomectomie/hysterectomie)
29
Q

Wat is een myomectomie?

A
  1. Laparoscopisch openen baarmoeder,
  2. wegname myomen,
  3. sluiten baarmoeder
30
Q

Wat is een hysterectomie?

A

Chirurgisch verwijderen van de baarmoeder

31
Q

Wat is adenomyose?

A
  • (schier-)eilandjes van endometrium, tot diep in het myometrium
  • Lokaal of diffuus verspreid
  • evt. matige vergroting van de uterus (< ‘12 weken’)
32
Q

Pathofysiologie van adenomyose?

A

Onduidelijk

33
Q

Behandeling van adenomyose?

A

Medicamenteus

34
Q

Wat zijn risicofactoren voor structurele oorzaken van AUB?

A
35
Q

Wat is een duidelijk alarmsymptoom voor endometriumcarcinoom?

A

Postmenopauzaal bloedverlies

36
Q

Wat zijn de frequentste oorzaken van AUB bij adolescenten?

A

Coagulopathie & ovariële dysfunctie

37
Q

Wat wordt er bedoeld met de C in COEIN?

A

Coagulopathie, stollingsstoornis

  • Genetisch, familiaal
  • Probleem bij aggregatie, coagulatie of beide
  • Variabel fenotype (niet altijd ernstig)
38
Q

Geef een voorbeeld van een stollingsstoornis

A

Ziekte van Von Willebrand
- meest frequente, erfelijke stollingsstoornis
- loss of function: Von Willebrandfactor
- bemoeilijkte hemostase, waardoor hevigere menses

39
Q

Hoe kan je al snel een duidelijk vermoeden krijgen voor de ziekte van Von Willebrand?

En hoe kan je bevestiging krijgen?

A

Goede anamnese
→ ”altijd al zware menstruatie gehad”
→ makkelijk neusbloedingen, ecchymosen, nabloeden bij heelkunde

Diagnose dmv bloedafname

40
Q

Behandeling voor ziekte van Von Willebrand?

A
  • Neusspray voor FVIII ↑ en vWF↑
  • COC → minder blv
41
Q

Synoniem voor ovulatoire dysfunctie?

A

Dysfunctionele bloeding

42
Q

Wat is ovulatoire dysfunctie?

A
  • Afwezigheid van ovulatie, wat leidt tot onregelmatige cycli en oestrogeen-doorbraakbloedingen
  • Kan ook secundair zijn aan andere aandoeningen (PCOS, hyperprolactinemie, hypothyroïdie, …)
43
Q

Hoe komt een oestrogeen-doorbraakbloeding tot stand?

A

Geen ovulatie → geen LT → geen P

  • Endometrium blijft oiv E2 doorgroeien en wordt niet gestabiliseerd (door P).
  • Resulteert in een dikker en fragieler endometrium.
  • Uiteindelijk breekt dit endometrium onregelmatig af, wat leidt tot een oestrogeen-doorbraakbloeding.

Geen luteale fase!

44
Q

Bloedingspatroon bij een oestrogeen-doorbraakbloeding?

A

Heel variabel:
- periode van amenorree,
- intermenstrueel bloedverlies,
- hevige menstruatie

45
Q

Voorbeeld van de E in COEIN?

A

Endometritis

46
Q

Voorbeeld van N in COEIN?

A
  • Bloedverlies vanuit sectio-litteken
  • Arterioveneuze malformatie
47
Q

Bespreek iatrogeen AUB.

A
  • Typisch een progesteron-doorbraakbloeding (bv. eerste weken hormoonspiraal; POP, prikpil)
  • Andere medicatie: anticoagulation, antidepressiva, antipsychotica, …
48
Q

Vul aan

A
49
Q

Aandachtspunten bij de aanpak van AUB?

A
  • Uitsluiting van zwangerschap (AUB teken van zwscomplicaties)
  • Uitsluiting van maligniteit
  • Actieve of passieve kinderwens van de patiënt speelt een
    centrale rol in de verdere aanpak
50
Q

Welke klinische onderzoeken bij AUB?

A
  • Parameters bij hevige, acute bloeding (RR!)
  • Het gynaecologisch onderzoek: bloedverlies van uteriene oorsprong? Indien niet ligt de oorzaak lager (bv. SOA?)
  • Weefselstalen van de baarmoederhals zijn nuttig bij cervixpathologie
51
Q

Relevante bloedparameters bij AUB?

A
  • hCG
  • Inschalen ernst AUB en opsporen ferriprieve anemie (RBC, Htc, Hb, MCV, MCH, Fe, Transferrine-saturatie, Ferritine)
  • Algemene stollingstesten zo nodig aangevuld met specifieke analyses
  • Hormonaal bilan (FSH, LH, E2) zo nodig
52
Q

Welke beeldvorming bij AUB?

Welke is 1ste keus?

A
  • Transabdominale echografie: grootte en positie uterus en adnexen
  • Transvaginale echografie: beoordeling van het
    baarmoederslijmvlies en de identificatie van structurele afwijkingen.
  • Igv structurele afwijkingen in de baarmoederholte → verder onderzoek met SIS of hysteroscopie aangewezen.

Transvaginaal

53
Q

Mogelijke farmacologische aanpakken?

A
  • Orale AC
  • Levonorgestrel-IUD
  • NSAIDs
  • Antifibrinolyticum
54
Q

Farmacologische aanpak van AUB

Welke orale anticonceptie?

A

Voorkeur E+P

55
Q

Farmacologische aanpak van AUB

Effect van orale anticonceptie?

A
  • stabiliseren endometrium
  • acute bloeding stoppen
  • hormonale controle van de cyclus
  • cyclisch bloedverlies ↓ (50%) dysmenorree ↓

→ kan zelfs bij anatomische oorzaken (bv. E+P bij myomen)

56
Q

Farmacologische aanpak van AUB

Nadeel van orale anticonceptie?

A
  • hevige onttrekkingsbloeding bij tijdelijke stop
  • kinderwens?
57
Q

Farmacologische aanpak van AUB

Effect van levonorgestrel-IUD?

A
  • atrofie endometriumslijmvlies
  • cyclisch bloedverlies reduceren (80%!)
  • bij 1/3e volgt zelfs volledige secundaire amenorree
58
Q

Farmacologische aanpak van AUB

Nadeel van levonorgestrel-IUD?

A
  • enkel indien normale baarmoederholte
  • cave: doorbraakbloedingen, spotting
  • werkingsduur (min.) 5 jaar; kinderwens?
59
Q

Farmacologische aanpak van AUB

Effect van NSAIDs?

Wanneer innemen?

A
  • dysmenorree ↓
  • bloedverlies reduceren (20-40%)

Inname tijdens menses

60
Q

Farmacologische aanpak van AUB

Effect van antifibrinolyticum?

A
  • afbraak van bloedklonters tegengaan
  • bloedverlies reduceren (50%)
61
Q

Wanneer kiezen we voor chirurgische ablatie in de aanpak tegen AUB?

A

Bij vrouwen met zware menses zonder structurele oorzaak (of na verwijderen structurele oorzaak) en zonder kinderwens waarbij farmacologische aanpak faalt of niet gewenst is

62
Q

Wat houdt chirurgische ablatie in?

A

Diepe destructie v.h. endometrium tot op lamina basalis
→ bij de helft van de ptn definitieve, secundaire amenorree

Gebeurt minimaal invasief, dmv hysteroscopie (laser, thermo-ablatie, radiogolven, …)

63
Q

Welke soorten hysterectomie?

A