H5 Flashcards

1
Q

Geef sociale determinanten die invloed hebben op onze gezondheid

A
  • ervaringen als kind
  • educatie
  • sociale omgeving
  • huizing
  • inkomsten (van het gezin)
  • werk
  • samenleving
  • toegankelijkheid van gezondheidszorg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De meeste aandoeningen in de mond hebben een multifactoriële oorzaak

A
  • er is een complexe interactie tussen de verschillende risicofactoren
  • er is een grote individuele variatie in de progressie van mondziekten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat kunnen determinanten zijn van (mond) gezondheid

A
  • Roken
  • ongezond milieu
  • overgewicht
  • weinig lichamelijke activiteit
  • ongezonde arbeidsomstandigheden
  • overmatig alcohol gebruik
  • te veel verzadigd vet
  • hoge cholestrol
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Er zijn veel determinanten die iemand zijn gezondheid kan beïnvloeden, maar vaak..

A
  • hangen deze factoren ook samen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Mondgezondheid is het resultaat van 3 producten

A
  • Biologische product: genetische en biologische factoren spelen een rol
  • Maatschappelijk product: leeftijd, ses, opleidingsniveau etc. spelen een rol
  • gedragsproduct: gebaseerd op individuele levenskeuzes bv. drankconsumptie, roken, poestgedrag speelt een rol
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Model van Lalonde (1974) , leg uit

A
  • Gezondheid wordt beïnvloed door verschillende factoren namelijk:
    • Biologische factoren
    • Levensstijl
    • Voorzieningen gezondheidszorg
    • Omgeving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Model van Dahlgren en whitehead (1991), leg uit

A

Hiërarchisch van belangrijkst naar minst belangrijkst:

  1. algemene socio- economische, culturele en omgevings factoren
  2. Sociale netwerk en maatschappij
  3. individuele levenskeuzes
  4. Biologische factoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Verschillen in de gezondheid hangt niet enkel af van individuele levenskeuzes of toeval. Wat heeft men nog ontdekt?

A

Er zijn ongelijkheden in de gezondheidstoestand die systematisch gerelateerd zijn aan variabelen die de SES weerspiegelen. bv. groepen bovenaan de sociale ladder hebben een lager sterfte gehalte dan diegene die onderaan zitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe beïnvloeden sociale factoren de gezondheid (hypothese)

A
  • over het algemeen zijn personen met een lage SES meer blootgesteld aan stresserende levensomstandigheden en hebben ze minder beschermende middelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Geef de 5 hypothese rondom gezondheid en SES

A
  1. de artefacthypothese
  2. hypothese van sociale selectie
  3. de materiële hypothese
  4. psychosociale hypothese
  5. hypothese van gezondheidsgedragingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De artefactprothese

A
  • er is geen oorzakelijk verband tussen SES en gezondheid
  • Waargenomen verschil berust op fouten in de studies van sociale ongelijkheden (artefacten)
  • MAAR zeer uiteenlopende studiemethoden tonen een duidelijke link tussen SES en gezondheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

De hypothese van sociale selectie

A
  • Geen oorzakelijk verband tussen SES en gezondheid
  • De gezondheidsweerslag heeft invloed op SES en niet andersoms
    • Ziek zijn leidt tot verlaagde SES door bv. minder loon, isolement, sociale uitsluiting
  • MAAR het probleem is breder: verschillen in gezondheidstoestand gerelateerd aan SES kunnen niet gereduceerd worden tot een verlaging in de SES die door gezondheidsproblemen veroorzaakt worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De materiële hypothese

A
  • Materiële factoren, zoals gebrek aan financiële middelen, slechte huisvesting of blootstelling aan milieuvervuiling veroorzaken gezondheidsproblemen
  • Wie meer materiële mogelijkheden heeft, heeft daardoor minder risico op gezondheidsproblemen
  • > Gezondheid kost geld? (gezonde voeding, sporten, goede huisvesting)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

De psychosociale hypothese

A
  • psychosociale stress heeft een impact op gezondheid, en kan mensen kwetsbaarder maken voor ziektes
  • Deze stress is mede veroorzaakt door de beperkt (keuze) mogelijkheden van mensen met een lage ses bv. minder keuzecapaciteiten om allerlei problemen op te lossen
  • Hoge stress kan aanzetten tot middelengebruik
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

De hypothese van gezondheidsgedragingen

A
  • De gedragingen die gezondheid schaden/ bevorderen zijn ongelijk verdeeld over sociale groepen
  • Groepen met een lage SES hebben meer rokers, slechte eetgewoonten
  • Gedragingen die een risico vormen voor de gezondheid zijn daarom niet zomaar het product van een vrije keuze (en een indicatie van gebrek aan zelfbeheersing), maar ingegeven door de sociale omgeving (net zoalskledingsmaak, muziekstijl, vrijetijdsbesteding etc. dat zijn)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Algemeen besluit over de hypothesen

A
  • de hypothese verrijken elkaar en zijn complementair
17
Q

Verschillende mechanismen verklaren het verband tussen SES en gezondheid doorheen de levenscyclus, geef de 3 hypothesen

A
  • De hypothese van cumulatieve effecten
  • de hypothese van latente effecten
  • de hypothese van levensloopeffecten
18
Q

Hypothese van cumulatieve effecten

A
  • SES heeft een cumulatief effect op de gezondheid: Factoren die een gunstig of ongunstig effect op de gezondheid hebben zijn op elk moment even belangrijk
  • Hierdoor kunnen gunstige factoren de impact van eerder voorkomende ongunstige factoren compenseren
19
Q

Hypothese van latente effecten

A
  • Ongunstige SES- factoren van bij de conceptie tot in de latere kinderjaren zijn bepalend voor een slechtere gezondheid op volwassen leeftijd omwille van biologische effecten
  • Verandering van SES doorheen de levensloop heeft hier geen invloed op de gezondheid
20
Q

Hypothese van levensloopeffecten

A
  • Ongunstige SE-factoren van bij conceptie tot in de latere kinderjaren zijn bepalend voor een slechtere gezondheid op volwassen leeftijd omwille van een aaneenschakeling van waarschijnlijkheden: waarschijnlijk mindere toegang tot opleiding, goede job, welstand,…
21
Q

Mensen met een lage ses accumuleren problemen doorheen de tijd: hoe noemen we deze hypothese

A
  • hypothese van het ‘cumulatieve

nadeel

22
Q

Mensen met een lage ses accumuleren problemen doorheen de tijd: geef hier 2 verklaringen voor

A
  • Matteüseffect: nieuwe kansen worden toegekend op basis van vroegere successen: wie weinig successen heeft geboekt, krijgt moeilijker erkenning dan wie al successen heeft geboekt
  • Multiplicatief sociaal effect: de dichtheid en omvang van het netwerk hebben een invloed op de kans om problemen te voorkomen of op te lossen
23
Q

Waarvoor staat SES

A
  • Sociaal economische status: staat voor de positie van
    mensen op de maatschappelijke ladder met het daaraan
    verbonden aanzien en prestige
24
Q

Je kan SES aan drie indicatoren meten

A
  • opleiding
  • werk
  • inkomen
25
Q

Met welke 4de indicator wordt soms rekening gehouden bij het berekenen van de SES

A
  • Soms wordt rijkdom (bezittingen, vermogen, materiële

welstand) als vierde factor genomen, omdat rijkdom anders verdeeld is dan inkomen

26
Q

Wat houdt inkomen als indicator in

A

Inkomen: invloed op toegang tot materiële middelen die
een invloed op de gezondheid hebben
-persoonlijk jaarinkomen
-jaarinkomen van een gezin of huishouden

27
Q

Wat houdt opleiding als indicator in

A
Opleiding: toegang tot informatie en determinant van
inkomen en werk
-aantal jaren opleiding
-hoogstgevolgde opleidingsniveau
-behaalde diploma’s
28
Q

Wat houdt werk als indicator in

A
Werk: invloed op inkomen en basis van privileges (netwerk,
macht, etc.)
-arbeidssituatie (werkloos of niet)
-beroepsniveau
-fysieke werkomgeving
-aanzien van het beroep
29
Q

Geef 4 risicogroepen

A
  • Mensen met een lage SES
  • Kinderen
  • (Kwetsbare) ouderen
  • Mensen met onderliggende medische aandoeningen
    (diabetespatiënten, kankerpatiënten, transplantatiepatiënten,etc.)
30
Q

Welke ongelijkheid uit zich het meest binnen de mondgezondheid?

A
  • mondgezondheid is een van de domeinen waar socio-economische ongelijkheden in de gezondheid het meest tot uiting komt