H5 Flashcards

1
Q

Hoe definieerde Max Weber macht?

A

Macht is de kans waarbij een individu of een groep binnen een sociale verhouding zijn wil kan doozetten, zelfs tegenover weerstand van anderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waarom spreekt men van een kans bij macht?

A

Omdat geen enkele machtsuitoefening is zeker te blijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is gezag

A

bijzondere vorm van macht waaraan ondergeschikten zich onderwerpen omdat ze die als legitiem ervaren.

Op basis van invloed vanuit de persoon.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

op welke 4 Gebieden kan je macht hebben?

A
  1. Economische macht
    = ondernemers
  2. Sociale macht
    = vakbonden
  3. Politieke macht
    = politieke partijen
  4. Culturele macht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wie bestudeerd de verschillende vormen en bronnen van machten en wat zeggen ze

A

French en Raven

Elke vorm van macht heeft zijn basis
machtsrelatie bekijk je vanuit:
1. Wat bepaalt het gedrag van degene die de macht uitoefent
2. Wat bepaalt de reactie van de ontvanger van dat gedrag?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Geef de 5 basisen van macht

A
  1. Beloningsmacht
  2. Bestraffingsmacht
  3. Legitiememacht
  4. Referentiemacht
  5. Expertisemacht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke bronnen naast de 5 bases voor macht zijn er nog

A
  • hebben van fysieke kracht
    -uitgebreid sociaal netwerk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de beloningsmacht

A

Hoe groter of belangrijker de beloning die iemand verwacht te krijgen hoe groter de macht van jou als gever.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de bestraffingsmacht

A

of je de andere kan straffen of niet, dit kan psyschisch zoals pesten of dingen afnemen…. De andere kan bang van je worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de legitieme macht

A

ekende macht. Belangrijk dat anderen het idee hebben dat die persoon recht heeft op die positie en macht. Legitieme macht kan ook doorgegeven worden door degene die het ervoor had.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de referentiemacht

A

Dit is gebaseerd op de identificatie en bewondering van anderen voor een persoon. Het houdt in dat mensen anderen willen volgen die ze bewonderen of met wie ze zich identificeren. Dit kan voortkomen uit charisma, persoonlijkheid, of sociale status.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is expertisemacht

A

Dit komt voort uit de kennis, vaardigheden of expertise van een persoon. Mensen zijn eerder geneigd om de instructies of adviezen van iemand te volgen die als expert wordt beschouwd in een bepaald domein of vakgebied.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de strategieen om macht op te bouwen

A

-Ruilen van macht
-Vergroten van de afhankelijkheid van de andere partijen
-scheppen van chaos
-verwerven van machtbronnen
verwerven van steun door coalities te vormen en compromissen te sluiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat zijn de strategieen om macht te behouden?

A
  1. Gebruik van sancties
  2. Beperken van alternatieven partijen
  3. Verdeel en heersprincipe
  4. Bepalen van de agende (=wat kom in het nieuws, wat wordt verspreid)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is geweld?

A

met opzet schade toebrengen aan mensen,dieren of dingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is direct en indirect geweld

A

direct geweld: iemand uithongeren
indirect geweld : niet verzorgen ziek persoon

17
Q

welke soorten geweld is er

A
  1. Psyschische geweldsmiddelen: persoon mentaal kwetsen door te negeren, stelen , vernederen.
  2. Fysieke geweldsmiddelen: doel om de anderen te immobiliseren ,te kwetsen of zelfs te doden. vb slaan, weigeren van water of zuurstof
  3. Structurele geweldsmiddelen: geweld dat verbonden is aan de wetten en structuren van de samenlevingen. Deze is indirect en gaat om het manier waarop we onze maatschappij indelen. Er zullen altijd winnaars en verliezers zijn en het is moeilijker om een dader aan te duiden.
    vb. vrouwen minder kans werk
  4. Culturele geweldsmiddelen
    aspecten van cultuur die kunne gebruik worden om direct als structureel geweld te aanvaarden.
    -> Militarisme
    bevolking afleiden van interne spanningen door vaderlandsliefde te promoten
    -> Religieus Fanatisme
    tegenstelling tot uitverkorenen en niet uitverkorenen rechtvaardigd het geweld.
    -> Kunst en Wetenschap
    in kunst geweld en oorlog kunnen verheerlijkt en legitimeerd.
18
Q

Wat zijn alle vormen van geweld?

A

daden van agresse.

19
Q

Hoe kan je aggressie doen ophouden

A

door een gepaste reactie te hebben.

20
Q

Welke soorten agressie zijn er?

A
  1. Emotionele agressie
    -niet echt op een persoon gericht
    -reactie op een bepaald situatie
    -komt uit frustratie
    -gaat gepaard met vele emoties
    -niet doelgericht
  2. Instrumentele agressie
    -gericht op een persoon of gericht op een reden
    -actief opgewekt
    -dreiging
21
Q

welke niveaus van communicatie hanteer je het best in een gesprek waarbij een persoon zich aggressief opstelt?

A

-gevoelsniveau
-inhoudsniveau
procesniveau

22
Q

welke communicatiestijl gebruik je bij een persoon die agressief wordt

A

-Instrueren: mensen in een bepaalde richting duwen
-overtuigen: mensen in jouw richting trekken, duidelijk proberen maken waarom jij gelijk hebt.
-overleggen: samen tot een oplossing komen

23
Q

Wat is de stappenplan om agressie weg te nemen bij emotionele agressie

A
  1. Boosheid uitlaten
  2. Samenvatten en vragen stellen
  3. Begrip tonen
  4. Informatie geven
  5. Oplossing bieden
  6. Positief afsluiten

=> GEVOELSNIVEAU

24
Q

Geef de stappenplan die men moet hanteren om de agressie te doen diemen bij iemand die instrumentele agressie heeft

A
  1. Openhouding
  2. Boosheid laten uiten
  3. Samenvatten en vragen stellen
  4. Grenzen stellen
  5. Oplossing bieden
  6. Positief afsluiten

=> PROCESNIVEAU

25
Q

Wat is het verschil tussen agressie en geweld

A

bij agressief gedrag wordt er een norm overschreden, bij geweld wordt agressie doelbewust en met opzet gehanteerd.

26
Q

Wanneer je hart in oorlog is zit je opgesloten in een manier van denken, hoe noemje dat

A

een box

27
Q

Welke 4 soorten boxen zijn er?

A
  • de beter dan -box
    -de ik heb recht op box
  • de wil gezien worden als box
  • de slechter dan box
28
Q

Tussen welke keuze kom je te staan wanneer je met anderen omgaan

A
  1. Trouw blijven aan een gevoel, je hart is in vrede en ziet de andere als mens
  2. Gevoel miskennen, je hart is in oorlog en ziet de andere als object.
29
Q

Geef de ik-heb-recht-op box

A
  1. Kijk op mezelf:
    verdienstelijk
    slecht behandeld
    niet gewaardeerd
  2. Gevoelens
    gerechtigd
    misdeeld
    kwaad
  3. Kijk op anderen
    zij hebben hetmis
    ze behandelen me niet goed
    zijn ondankbaar

4 Kijk op wereld
oneerlijk
onrechtvaardigd

30
Q

Geef ik de wil-gezien-wroden-als box

A

-kijk op mezelf
Ik wil dat anderen goed over me denken

-gevoelens
gespannen
bang
gestrest

-kijk op anderen
oordelen
bedreigend

-kijk op wereld
gevaarlijk
houdt me in de gaten
beoordeelt me

31
Q

Geef de slechter-dan-box

A

-kijk op mezelf
slachtoffer
geplaagd door het lot

-gevoelens
hulpeloos
jaloers
gedeprimeerd

-kijk op anderen
hard
tegen mij gericht
ziet mij niet staan

32
Q

Geef de beter-dan-box

A

-Kijk op mezelf
supreieur
belangrijk

-gevoelens
ongeduldig
onverschillig

-kijk op anderen
inferieur
irrelevant
ongelijk

-kijk op wereld
concurrerend
heeft mij nodig

33
Q

Geef de piramide van verandering

A

top: corrigeren
-onderwijzen en communiceren
-luisteren en leren
-aan relaties werken
-relaties opbouwen met anderen die invloed hebben
-uit de box komen en werke aan een hart waar vrede heerst.

34
Q

Geef de vredesinitiatieven

A

VN; verenigde naties
UVRM; universele verklaring van de recht van de mens
->internationaal
Conventie van Genève; internationaal verdrag dat handelt over vluchtelingen
-> nationaal als maatschappelijk als internationaal