Gedr toets thema 1 Flashcards
Sociologie
bestudeert de evolutie van maatschappelijk patronen en structeren en het daarbij betrokken sociaal handelen
Social theory and social structure
-> Robert Merton
groepen in delen op basis van 2 criterias
1. Al dan wel directe interactie/communicatie
2. Gedeelde waarden of normen
op basis van die criterias 4 groepen
1. Primaire groep
2. Collectiviteit
3. Samenzijn
4. Sociale categorie
primaire groep
kleine groep waarbij de ledenen direct intereren met elkaar omdat het een kleine groep is, hebben persoonlijke relatie affectie of banden met elkaar en hebben vaak gemeenschappelijke doelen/normen/waarden
collectiviteit
een grotere groep waardoor ze niet direct kunnen interageren maar wel zijn gekenmerkt door gemeenschappelijke waarden/normen/doelstellingen.
samenzijn
kleine groep mensen die toevallig in elkaar nabijheid zijn en enkel verbonden door de situatie waarin ze zitten. Niet gekernmerkt door gemeenschappelijk waarden en normen maar ze kunnen wel interageren omdat ze een kleinere groep zijn.
Sociale categorie
interageren niet met elkaar en delen geen gemeen. waarden en normen. een verzameling mensen met een gemeensch kernmerk zoals vb geslacht, leeftijd…
Doel om te horen tot een groep
gemeenschappelijk belangen delen en realiseren
verenigd door omstandigheden
sociaal hadelen
=>doelgericht , relatief in tijd en ruimte vb nastreven goed diploman
sociaal psychologen
interesse in de manier waarop mensen beinvloed worden door hun interpretatie van de sociale omgeving
sociologen
interesse in de objectieve eigenschappen van de sociale omgeving
INVALSHOEKEN AGRESSIE
SP: hoe komt het dat agressie meer voorkomt in groepen
S: hoe komt het dat er meer agressie is in de samenleving dan 50 jaar geleden
2 dimensies van de groep
Netwerkt dimensie : kleine groep directe interactie
Culturele dimensie : gedeelde W en N , zelfde ideologie
groepsstructuur
geheel van sociale relaties in de groep waarbij de verschillende posities en statusen rol spelen
groepscultuur
betekenis die mensen aan hun interacties in de groep geven. W en N die het handele van groepsleden vormgeven.
Robert merton
mensen leven samen -> onstsaan relaties -> onstaan groepen
indeling van groepen obv 2 criterias
- Al dan niet directe interactie
- Al dan niet gedeelde W en N
4 groepstypen
- Primaire groep
-Collectiviteit
-Samenzijn (=Sherif)
-Sociale Categorie
primaire groep criteria :aantal leden , culturele patroon , sociale cohesie , relatie , interactie , voorbeeld
Kleine groep , gedeelde waarden en normen , sterke sociale cohesie , persoonlijke diepgaande relatie , directe interactie , vb : 3 goeie vriende
collectiviteit: aantal leden , culturele patroon , sociale cohesie , relatie , interactie , voorbeeld
veel mensen , gedeelde waarden en normen , sterke sociale cohesie , geen relaties maar kan wel maar heel weinig , weinig interactie maar kan wel , vb vereniging
samenzijn : aantal leden , culturele patroon , sociale cohesie , relatie , interactie , voorbeeld
kleine groep , geen gedeelde waarden of normen wel zelfde situatie , bepertk tot zeer sterk afhankelijk van de situatie , toevallig , kan direct , in een wachtzaal
sociale categori aantal leden , culturele patroon , sociale cohesie , relatie , interactie , voorbeeld
veel mensen , geen gedeelde W en N WEL kernmerk , geen sciale cohesie , geen relatie , geen interactie vb brildragers bij onderzoek.
grootte van groep bepaald
Aantal relaties, hoe die relaties verlopen , sociale cohesie , regels , stabiliteit , interactie
kernmerkt grotere groepen
formelere regels
blijft stabiel als iemand groep verlaat
geen persoonlijke banden
Geeft de banden weer tussen individuen in een groep
socialmatrix/gram
sterke cohesie kernmerken
sterk cohesie :
- sterke identificatie met groep
-trost om in de groep te zitten
-nadeel ; snel bedreigings gevoel
lage cohesie kernmerken
- Ieder voor zich mentaliteit
-beperkte communicatie
-geen inspaning voor doelstellingen te bereiken.
Sociale ruiltheorie
Door Harold Kelley
mensen blijven in een groep als het voordelen groter wegen dan de nadelen
Tuckman zijn theorie
theorie groepsontwkelling , lineaire