H4 Parate kennisvragen Flashcards

1
Q

Noem 4 kenmerken van mondelinge zakelijke tweegesprekken

A

Interactief, er zijn 2 deelnemers met meerdere rollen, zenden en ontvangen vindt gelijktijdig plaats, gebruik maken van woorden en/of lichaamstaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waardoor wordt de indruk bepaald die een mondelinge boodschap achterlaat bij de ontvanger?

A

Door visuele waarnemingen, Door interpretatie & letterlijke tekst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat wordt verstaan onder interactietaken?

A

Communicatieve taken van de zender en ontvanger bij tweerichtingsverkeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke 4 onderdelen maken deel uit van in inleidingsfase van een tweegesprek?

A

Opening, Doelaanduiding, Vooruitblik globale inhoudt, Randvoorwaarden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat bespreekt u in het middelgedeelte van een gesprek?

A

De inhoud, een innerlijke structuur en subgespreksfasen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarvoor staat de uitdrukking SMART?

A

Specific (precies), Measurable (meetbaar), Attainable (haalbaar), Realistic (realistisch), Time phased (tijdsgebonden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarvoor staat de uitdrukking PURE?

A

Positively stated (positief geformuleerd), Understood (begrijpelijk), Relevant en Ethical (ethisch verantwoord)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarvoor staat de uitdrukking CLEAR?

A

Challenging (uitdagend), Legal (legaal), Environmentally sound (milieuvriendelijk), Agreed (overeengekomen), Recorded (vastgelegd)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke 3 aandachtsvelden spelen een rol bij gespreksvoorbereiding?

A

Inhoudelijk, Strategisch, Mentaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat kunt u bereiken met de techniek ‘Perspectiefwisseling’ bij uw voorbereiding?

A

U komt op ideeeën over welke reacties er bij u op zullen komen als de gesprekpartner bepaalde informatie geeft, vraagt of achterhoud

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Geef 4 strategische randvoorwaarden die een rol spelen bij een gesprek

A

Tijdstip, plaats, mate van vertrouwelijkheid, verslaglegging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Geef 4 voorbeelden van technieken die u kunt gebruiken om het gesprek te stimuleren

A

Belang en doel aangeven, Vragen stellen en doorvragen, Herhalen, parafraseren & samenvatten, non-verbaal gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn 3 functies van structureren?

A

Doelgericht verloop, Juiste volgorde van gespreksfasen, Juiste tijdsomvang van gespreksfasen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke 4 gesprekstechnieken kunt u gebruiken bij structureren?

A

Inleiden, Overgangen markeren, Structuur corrigeren, Samenvatten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is parafraseren?

A

Herhalen van iemands woorden, in eigen woorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is herkaderen?

A

Geven van een korte samenvatting van de boodschap van een ander, waarbij u een bepaald aspect de nadruk geeft op iets wat u zelf wilt

17
Q

Welke functie heeft de techniek ‘een stilte laten vallen’ ?

A

Het stimuleert de ander tot nadenken en/of praten

18
Q

Wat zijn drogredeneringen?

A

Argumenten waarvan de feiten objectief onjuist zijn of de vorm/opbouw niet klopt

19
Q

Wat zijn functies van reageren op een voorstel met “Nee, want..”?

A

Grens stellen, conflict verhelderen

20
Q

Noem 3 effectieve technieken om te reageren op voorstellen en ideeën

A

Stel uw oordeel uit, Vraag door, Doe niet aan (zelf)censuur