Definities Algemeen Flashcards

1
Q

Wat is een beleidsdoel?

A

Doel dat mensen en organisaties gebruiken om andere doelen te bereiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een algemeen beleidsdoel?

A

Een doel dat betrekking heeft op de centrale taak van degene die het doel stelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een specifiek beleidsdoel?

A

Een doel dat direct af te leiden is van het algemene beleidsdoel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat houdt een Informatief doel in?

A

Het overdragen (zender) of verwerven (ontvanger) van kennis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat houdt een Affectief doel in?

A

Het opwekken (zender) of opwellen (ontvanger) van gevoelens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat houdt een Instructief doel in?

A

Het bijbrengen (zender) of verkrijgen (ontvanger) van uitleg om vaardigheden te vergroten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat houdt een Persuasief doel in?

A

Het overtuigen van een ander (zender) of een mening vormen (ontvanger)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat houdt een motiveren doel in?

A

Het aanzettend tot bepaald gedrag (zender) of een besluit nemen om gedrag te veranderen (ontvanger)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat wordt er verstaan onder externe ruis?

A

Verstoringen door factoren buiten het communicatie proces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat wordt er verstaan onder interne ruis?

A

Verstoringen door factoren binnen het communicatieproces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke 4 oorzaken kan ruis hebben?

A

Zender, Ontvanger, Gekozen middel, Omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat houdt het referentiële aspect in?

A

Geeft informatie over het zakelijke onderwerp, het thema en de feiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat houdt het expressieve aspect in?

A

Geeft informatie over meningen, emoties en gevoelens van de zender

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat houdt het relationele aspect in?

A

Zender laat hiermee zien hoe hij de relatie met de ander ziet (affectie en macht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat houdt het appellerende aspect in?

A

Zender wil met de boodschap een ‘beroep doen’op iemand (iets bereiken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat houdt het ordeningsprincipe ‘Ruimtelijk’ in?

A

Inhoudt van de boodschap wordt weergegeven volgens een ordening ‘in de ruimte’ (hoog/laag, links/rechts)

17
Q

Wat houdt het ordeningsprincipe ‘Chronologisch’ in?

A

Gegevens wordt gerangschikt volgens een bepaald tijdsbestek

18
Q

Wat houdt het ordeningsprincipe ‘Bekend-Nieuw’ in?

A

Hier wordt informatie gedeeld die -voor de ontvanger- nog onbekend is

19
Q

Wat houdt het ordeningsprincipe ‘Classificerend’ in?

A

Elke ordening die hiërarchie kent