H2 parate kennisvragen Flashcards

1
Q

Wat verstaan we onder een structuur?

A

Een bepaalde ordening, zoals een volgorde, indeling, stappenplan of logische gedachtengang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke 2 soorten structuur onderscheiden we bij communicatie?

A

Innerlijk en uiterlijke structuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat verstaan we onder structureren?

A

Het actief gebruik maken van structuren (zoals een bouwplan)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke bedoeling heeft de zender met het maken van een bouwplan voor zijn uiting?

A

Verkrijgen van overzicht en inzicht met betrekking tot de inhoud van zijn uiting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de hoofdfunctie van structureren?

A

Dit maakt de communicatie-uitingen makkelijker te begrijpen en draagt bij aan het voorkomen van miscommunicaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Noem 4 subfuncties van structureren

A

Essentie van de boodschap helder krijgen, Boodschap makkelijker kunnen onthouden, Helpen informatie terug te vinden, Aangeven waar welke informatie zich bevindt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke 4 ordeningsprincipes kunnen we onderscheiden?

A

Ruimtelijk, Chronologisch, Bekend - Nieuw, Classificerend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke 3 uitgangspunten gelden voor ordeningsprincipes?

A

Gegevens die geordend worden dienen volgens 1 van de 4 principes geordend te worden. Gegevens die vermeld worden moeten van hetzelfde niveau zijn. Gegevens moeten volledig zijn en elkaar niet overlappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke 5 innerlijke vaste structuren voor een boodschap zijn er?

A

Probleem, Maatregel, Evaluatie, Handeling & Onderzoeksstructuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Op welke 4 vragen geeft een boodschap met probleemstructuur antwoord?

A

Wat is het probleem? Hoe is het probleem ontstaan? Waarom is het een probleem? Hoe kan het probleem worden opgelost?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Op welke 4 vragen geeft een boodschap met Maatregelstructuur antwoord?

A

Wat is de maatregel precies? Waarom is die maatregel nodig? Hoe wordt de maatregel uitgevoerd? Wat zijn de effecten van de maatregel?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Op welke 4 vragen geeft een boodschap met Evaluatiestructuur antwoord?

A

Wat zijn de relevante kenmerken ervan? Wat zijn de relevante beoordelingscriteria ervoor? Wat zijn de positieve en negatieve aspecten? Hoe luidt het totaaloordeel, de eindconclusie er over?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Op welke 4 vragen geeft een boodschap met Handelingsstructuur antwoord?

A

Wat is het doel ervan? Wat zijn voorwaarden ervoor? Wat zijn de deelstappen van de handeling? Hoe is de uitkomst ervan te controleren?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Op welke 4 vragen geeft een boodschap met Onderzoeksstructuur antwoord?

A

Wat is er precies onderzocht/gaan we onderzoeken? Volgens welke methode vindt het onderzoek plaats? Wat zijn de (verwachte) resultaten? Wat zijn de (verwachte) conclusies en/of aanbevelingen uit die resultaten?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het verschil tussen een voorgeschreven en een conventionele indeling?

A

Voorgeschreven is iets dat moet, conventioneel moet niet maar wordt wel gehanteerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn globale uiterlijke structuren?

A

Dit zijn hulpmiddelen die de grote lijn van een tekst inzichtelijk maken

17
Q

Noem 4 voorbeelden van lokale uiterlijke structuren

A

Verwijzingen naar een thema, Voorkeursplaats voor ene verwijzing naar een thema, signaalformuleringen die verwijzen naar een antwoord op een hoofd-/subvraag, opmaak en typografie die de innerlijke structuur visualiseert

18
Q

Waaruit bestaat een gedetailleerd bouwplan

A

Thema van de boodschap, hoofd-/subvragen waarop de boodschap antwoord geeft, kernantwoorden op de subvragen, innerlijke structuur van de boodschap

19
Q

Wat zijn de eerste 3 stappen voor het maken van een uiting?

A

Verzamelen van informatie, selecteren van informatie & ordenen en analyseren van informatie

20
Q

Waarom staat de keuze van het communicatiemiddel in het stappenplan voor het maken van een uiting niet als stap 1 genoemd?

A

?