H4 Flashcards
Se tromper
Zich vergissen
Se promener
Wandelen
S’intéresser à
Zich interesseren voor
Se dépêcher
Zich haasten
Se laver
Zich wassen
S’amuser
Zich amuseren
S’habiller
Zich aankleden
Faire de la natation
Zwemmen
Jouer sur l’ordinateur
Op de computer spelen
Lire un livre
Een boek lezen
Jouer de la guitare
Gitaar spelen
Faire les devoirs
Huiswerk maken
Regarder la télé
Tv kijken
Faire du sport
Sporten
Amoureux
Verliefd
Enfantin
Kinderachtig
Ouvert
Open
Bavard
Kletserig
Timide
Verlegen
Paresseux
Lui
Célèbre
Beroemd
Être de bonne humeur
In een goed humeur zijn
Avoir mauvais caractère
Chagrijnig zijn
Avoir le sense de l’humour
Gevoel voor humor hebben
Étre (mal)honnêtte
(On)eerlijk zijn
Être (in)fidèle
(On)trouw zijn
Être gentil, sympa
Aardig zijn
Être têtu
Koppig zijn
Les jumeaux
De tweeling
Inséparable
Onafschijdelijk
La dispute
De ruzie
Discuter
Praten
Reconnaître
Herkennen
Réussir à
Erin slagen om te
Suivre
Volgen
Wakker worden
Se réveiller
Opstaan
Se lever
Zich wassen
Se laver
Tandenpoetsen
Se brosser les dents