H3 T1 Flashcards
to buy - This client always buys a big quantity of wine.
afnemen - Deze klant neemt altijd grote hoeveelheden wijn af.
a commitment / undertaking - The undertaking is considered acceptable.
de verbintenis - Het wordt geoordeeld dat de verbintenis aanvaardbaar is.
the change / turnaround - I wasn’t referring to the change in weather.
de omslag - Ik bedoel niet de omslag van het weer.
to handle/ apply - Some schools apply stronger rules compared to others.
hanteren - Sommige scholen hanteren strengere regels dan andere.
a difference / distinction - I would like to make the distinction between liberalisation and privatisation.
het onderscheid - Ik zou onderscheid willen maken tussen liberalisering en privatisering.
adjacent / adjoining/ neighboring - An adjacent building provides extra space.
aanpalend - Een aanpalend gebouw zorgt voor extra ruimte.
to deem fit / sole discretion - Use the files at your own discretion.
goeddunken - Gebruik de bestanden op uw eigen goeddunken.
associated / corresponding - Here are the databases and associated tables.
bijhorende - Hier zien de databases en bijhorende tabellen.
to hoard / stash - He lets his mother pay for everything and prefers to hoard his own money.
ompotten - Hij laat zijn moeder alles betalen en pot zijn eigen geld liever op.
to drive up/ inflate - The housing shortage has pushed house prices up considerably.
opdrijven - Het tekort aan woningen heeft de huizenprijzen flink opgedreven.
resistant / stable / durable - my parents have a very stable marriage.
bestendig - mijn ouders hebben een heel bestendig huwelijk.
steadily / constantly - The crisis has brought with it constantly rising unemployment in the EU.
gestaag - De crisis heeft geleid tot een gestaag toenemende werkloosheid in de EU.
to replace / supplant - The man who would replace me as heir
verdringen - De man die mij zou verdringen als erfgenaam.
a transfer / handover - the transfer of the house will take place tomorrow .
de overdracht - morgen vindt de overdracht van het huis plaats.
to require/demand - Photographing animals requires a lot of patience.
vergen - Het fotograferen van dieren vergt veel geduld.