C1 Flashcards

1
Q

rumor - There is a rumor that Maxima is pregnant again

A

gerucht - er gaat een gerucht dat Maxima weer zwanger is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

quantity - Alex can eat a large quantity of rice

A

hoeveelheid - Alex kan grote hoeveelheden rijst eten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

exemption - he is exempt from military service

A

vrijstelling - hij heeft vrijstelling van militaire dienst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

start - when does the show start

A

aanvangen - wanneer vangt de voorstelling aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

exclusive - this swing is exclusively for children

A

uitsluitend - deze schommel is uitsluitend voor kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

look forward to - I look fwd to the next course

A

uitkijken naar - Ik kijk uit naar de volgende cursus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

look up/ look for - look up that work in a dictionary

A

opzoeken - zoek dat woord op in een woordenboek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

poland

A

polen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

polish

A

pools

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

pollen

A

stuifmeel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

depend on - that definitely depends on him

A

Dat hangt er zeker van af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

to be chosen for - i wasn’t chosen for it

A

gekozen voor zijn - Ik was er niet voor gekozen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

move forward with - I am moving fwd with it

A

doorgaan met - I ga ermee door

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

we are fan of

A

we zijn er liefhebbers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

skip - you can skip the 3rd page

A

overslaan - de derde bladzijde mag je overslaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

take the opportunity - he took the opportunity to get an education

A

benutten - hij benutte de kans om een opleiding te volgen

17
Q

penetrate/get through - It didn’t really get through to him that there was no way back

A

doordringen - Het drong niet echt tot hem door dat er geen weg terug was.

18
Q

grumble - She is the one whom I regularly grumble about

A

mopper - Zij is degene op wie ik regelmatig mopper

19
Q

derive - the word Nederlander is derived from Nederland

A

afleiden 1 - het woord ‘Nederlander’ is afgeleid van ‘Nederland’

20
Q

distract - Jan is very busy with work, we must distract him

A

afleiden 2 - Jan is erg druk met de zaak bezig, we moeten hem wat afleiden

21
Q

deduce - We can deduce from what he says that’s he’s in a hurry.

A

afleiden 3 - uit zijn woorden leid ik af dat hij haast heeft

22
Q

No, I don’t like it

A

Nee, ik houd daar niet van

23
Q

Yes, I’ve already looked at this.

A

Ja, ik heb hier al naar gekeken

24
Q

I laughed a lot about it

A

Hier heb ik erg gelachen om

25
Q

Yes, we assume so.

A

Ja, we gaan daar wel van uit

26
Q

Yes but I won’t admit it

A

Ja, maar ik geef daar niet aan toe

27
Q

literally/metaphorically

A

letterlijk/figuurlijk

28
Q

to trace back - his success can be traced back to talent and a solid education

A

herleiden tot - zijn succes is te herleiden tot talent en een degelijke opleiding

29
Q

achievement

A

prestatie

30
Q

distrubing/alarming

A

verontrustend - ik vond het wel verontrustend dat hij die nacht niet thuiskwam

31
Q

to master/earn

A

verwerving