H3: Diversiteit op het werk Flashcards

1
Q

Diversiteit

A

Het geheel van individuele verschildimensies (en overeenkomsten): alle kenmerken die een individu maken
Interne dimensie: geen controle
Externe dimensie: beetje controle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Twee soorten discriminatie

A

Open (overte) discriminatie: mensen openlijk uitsluiten, discriminatie voor bepaald kenmerk
Subtiele (coverte) discriminatie: kenmerken die onrechtstreeks gerelateerd zijn aan een bepaalde groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Realistische conflicttheorie

A

Conflicten zijn gevolg van strijd om schaarse goederen
Oplossing is introductie van gemeenschappelijke doelen of status van schaarse goederen aanpassen
Gaat om perceptie van schaarste

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Sociale identiteitstheorie

A

Elke persoon streeft naar een positief zelfconcept: persoonlijke identiteit, sociale identiteit, groepslidmaatschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Similariteit-attractiviteit paradigma

A

Meer aantrekking tot groep indien meer overeenkomsten gepercipieerd
Belangrijk bij intergroepsconflicten om gelijkenissen te benadrukken
Communiceren in gelijkenissen is echter niet voldoende: contacthypothese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Contacthypothese

A

Men moet zelf gelijkenissen ontdekken door direct contact
Direct contact vermindert discriminatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Discriminatie op basis van geslacht

A

Glass ceiling effect: onzichtbare barrière naar de top
Glass cliff effect: toppositie aangeboden krijgen, maar hoog afbreukrisico
Male-as-syndrome: vrouwen worden afgewogen tegenover mannelijke standaarden
Seksuele discriminatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Discriminatie op basis van etniciteit

A

Glass-ceiling: minder kansen bij aanwerving, niet dezelfde kansen op promotie, lagere lonen
Verklaring: lack of fit model: veronderstelde kenmerken van kandidaat komen niet overeen met veronderstelde functievereisten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Discriminatie op basis van leeftijd

A

Vroeger: desengagement, onthechting en terugtrekking uit sociale leven
Nu: geactiveerd blijven mits voldoende uitdaging (activating theorie)
Meer tevreden, grotere betrokkenheid, meer gemotiveerd door jobinhoud, minder gemotiveerd door financiële beloningen, niet slechter presteren, minder turnover, minder korte-duur-absenteïsme
Leeftijdsbewust personeelsbeleid: mentorship, opleidingsondersteuning, ervaringen bij veranderingsprocessen, speciale werkplaatsvoorzieningen, bijzondere werkgroepen, deeltijds en flexibele arbeidsregimes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Omgaan met diversiteit

A

Affirmatieve acties: quota opleggen (verandert heersende cultuur niet: je kan ze wel kansen geven, maar worden vaak niet geïntegreerd)
Benutten diversiteit: erkennen en waarderen verschillen
Trainen en gemeenschappelijke doelen benadrukken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Barrières voor diversiteitsmanagement

A

Onjuiste stereotiepen en vooroordelen
Etnocentrisme: eigen normen centraal stellen
Slechte carrièreplanning
Vijandige werkomgeving voor minderheden
Gebrek aan bedrijfspolitieke kennis
Moeilijke werk-gezin balans
Vrees voor positieve discriminatie
Diversiteit is geen prioriteit
Resistance to change

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Acht mogelijke strategieën om diversiteitsmanagement toe te passen

A

Inclusie
Relaties opbouwen
Wederzijdse aanvaarding
Ontkennen
Assimilatie
Onderdrukken
Isoleren
Aanvaarden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Inclusie

A

Aantal diverse werknemers verhogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Relaties opbouwen

A

Goede relaties overbruggen elk verschil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wederzijdse aanvaarding

A

Erkennen van verschillen
Alles kan en mag veranderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Ontkennen

A

Er bestaan geen verschillen
Succes is succes

17
Q

Assimilatie

A

Nieuwe werknemers passen zich aan door training

18
Q

Onderdrukken

A

Verschillen worden onderdrukt

19
Q

Isoleren

A

Uitsluiten van specifieke (groepen) werknemers

20
Q

Aanvaarden

A

Verschillen erkennen, maar niet integreren