H2.5 t/m 2.7 Flashcards
Van bevelshuishouden naar onderhandelingshuishouden
Komt door economische vooruitgang, liberalisering en de democratisering in het onderwijs.
Bevelshuishouden
Duidelijke gezagsverhoudingen en rolpatronen tussen ouder en kind.
Gehoorzaamheid van het kind staat centraal.
Tegenspraak betekent respectloosheid.
De ouder maakt gebruik van zijn machtspositie om het kind in toom te houden.
Seksespecifiek aspect speelt een rol; meisjes worden korter gehouden dan jongens.
De gevolgen hiervan zijn dat kinderen moeite hebben met het geven van een eigen mening, ze niet kunnen omgaan met kritiek of negatieve feedback, vaak argwanend zijn, dingen stiekem doen, zich ondergeschikt voelen, moeite met contact leggen met leeftijdgenoten en vind het lastig om zelf beslissingen te nemen.
Onderhandelingshuishouden
Eigen mening en zelf beslissingen staan centraal.
Gelijkwaardigheid tussen ouder en kind.
Vervaging van grenzen en regels.
Er is ruimte voor hoor en wederhoor; onderhandelen en eigen mening geven mag.
De gevolgen hiervan zijn dat kinderen beter kunnen omgaan met allerlei problemen, kan zijn zegje doen bij complexe vraagstukken, kan zijn eigen- en gevoelens van anderen uiten, kan feedback geven en ontvangen en zoekt altijd samen naar oplossingen voor problemen.
Draaglast
Het geheel van ontwikkelings-, opvoedings-, en levenstaken die de ouder en het kind hebben.
Bijvoorbeeld: sociale steun, intelligentie, positieve levenservaringen, humor en probleemoplossend vermogen.
Draagkracht
Het geheel van competenties en beschermende factoren die de ouder en het kind in staat stellen deze taken en bedreigende factoren het hoofd te bieden.
Bijvoorbeeld: werkloosheid, aangeboren afwijkingen van het kind en overlijden van een dierbare.
2 Gewichten in balansmodel van Bakker
Risicofactoren en beschermende factoren.
3 niveaus waar draaglast en draagkracht invloed op hebben
Het microniveau: kind-, ouder- en gezinsfactoren. De eigenschappen spelen een centrale rol.
Het mesoniveau: bevat de risicovolle en beschermende kernmerken van de gezinsomgeving en buurtfactoren. Vaak zijn deze factoren steunend.
Het macroniveau: omvat de maatschappelijk- en culturele achtergrondfactoren.