H2 gehechtheid Flashcards

1
Q

gehechtheidstheorie

A

benadrukt hoe cruciaal de vroege sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen is voor hun latere persoonlijke en sociale functioneren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

universality hypothesis

A

er is sprake van bonding en gehechtheid bij kinderen van verschillende culturen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

security theorie

A

je bent mentaal gezond, als je genoeg zelfvertrouwen hebt om de consequenties van je beslissingen en daden te accepteren, of als je iemand in je nabije omgeving hebt waar je op kunt vertrouwen dat te doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

sensitiviteit

A

de moeder let op wat het kind nodig heeft en reageert accuraat en snel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

veilig gehecht

A

comfortabel, veilige basis voor ontdekking, emoties kunnen reguleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

onveilig-vermijdend gehecht

A

emoties onderdrukken, verzorger vermijdend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

onveilig-ambivalent gehecht

A

inconsistente reacties verzorger, onzeker, angst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

affectieloos karakter

A

kinderen die geen emotionele band met andere aan kunnen gaan
oorzaak: verlaten door hun primaire opvoeders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

cupboard-love theory

A

moeder voorziet de fysiologische basisbehoeften van kind (warmte & verzorging)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

ethologie

A

bestuderen dierlijk gedrag in hun natuurlijke omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

fundamentele waarom vragen

A

functie, oorzaak, ontwikkeling en evolutie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

imprinting

A

fenomeen waarbij jonge dieren vlak na geboorte sterke neiging ontwikkelen om eerste bewegende object dat ze zien te volgen
ook wel volgrespons

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

inherent motivation

A

kinderen vanaf geboorte de natuurlijke drang hebben om een emotionele band te vormen met primaire verzorgers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

5 verschillende componenten die instinctief aangeboren

A

zuigen, grijpen, volgen, huilen en lachen
onderdeel van gedragsysteem met evolutionair doel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

overlevingswaarde

A

houden van contact met ouder en zoeken van nabijheid wanneer er gevaar is, moet zich middels natuurlijke selectie hebben voorgedaan in de gedragspatronen van ouders en kinderen

de manier waarop bepaalde gedragingen, vaardigheden of eigenschappen bijdragen aan het overleven en het functioneren van een individu in zijn of haar omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

inclusive fitness

A

ook rekening houden met feit dat naaste verwanten ook dingen doorgeven, maar dus ook van eigen genen

17
Q

benadrukt hoe cruciaal de vroege sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen is voor hun latere persoonlijke en sociale functioneren

A

gehechtheidstheorie

18
Q

er is sprake van bonding en gehechtheid bij kinderen van verschillende culturen

A

universality hypothesis

19
Q

je bent mentaal gezond, als je genoeg zelfvertrouwen hebt om de consequenties van je beslissingen en daden te accepteren, of als je iemand in je nabije omgeving hebt waar je op kunt vertrouwen dat te doen

A

security theorie

20
Q

de moeder let op wat het kind nodig heeft en reageert accuraat en snel

A

sensitiviteit

21
Q

comfortabel, veilige basis voor ontdekking, emoties kunnen reguleren

A

veilig gehecht

22
Q

emoties onderdrukken, verzorger vermijdend

A

onveilig-vermijdend gehecht

23
Q

inconsistente reacties verzorger, onzeker, angst

A

onveilig-ambivalent gehecht

24
Q

kinderen die geen emotionele band met andere aan kunnen gaan
oorzaak: verlaten door hun primaire opvoeders

A

affectieloos karakter

25
Q

moeder voorziet de fysiologische basisbehoeften van kind (warmte & verzorging)

A

cupboard-love theory

26
Q

bestuderen dierlijk gedrag in hun natuurlijke omgeving

A

ethologie

27
Q

functie, oorzaak, ontwikkeling en evolutie

A

fundamentele waarom vragen

28
Q

fenomeen waarbij jonge dieren vlak na geboorte sterke neiging ontwikkelen om eerste bewegende object dat ze zien te volgen
ook wel volgrespons

A

imprinting

29
Q

kinderen vanaf geboorte de natuurlijke drang hebben om een emotionele band te vormen met primaire verzorgers

A

inherent motivation

30
Q

zuigen, grijpen, volgen, huilen en lachen
onderdeel van gedragsysteem met evolutionair doel

A

5 verschillende componenten die instinctief aangeboren

31
Q

houden van contact met ouder en zoeken van nabijheid wanneer er gevaar is, moet zich middels natuurlijke selectie hebben voorgedaan in de gedragspatronen van ouders en kinderen

de manier waarop bepaalde gedragingen, vaardigheden of eigenschappen bijdragen aan het overleven en het functioneren van een individu in zijn of haar omgeving

A

overlevingswaarde

32
Q

ook rekening houden met feit dat naaste verwanten ook dingen doorgeven, maar dus ook van eigen genen

A

inclusive fitness