H10 macro- en chronosysteem Flashcards
cultuur
patroon van gedrag, kennis en attitudes die van generatie op generatie worden doorgegeven en dat de ene groep van de ander onderscheidt
developmental niche
culturele context waarin een kind opgroeit
bestaat uit:
materiele en sociale kenmerken van omgeving, gedrag van ouders en ideeen van ouders hebben over opvoeding en ontwikkeling
ethnotheories
de ideeen die ouders hebben over opvoeding en ontwikkeling
individualistisch en autonoom
individu belangrijker gevonden dan de groep
opvoeding gericht op psychologische onafhakelijkheid
collectivistische en relatiegericht
groep belangrijker dan individ
opvoeding gericht op sociale relaties, fysiek contact
confusius
nadruk leggen op leren en kennis
psychological control
kind wordt afgewezen, gekleineerd en schuldgevoel aangepraat
weird-populatie
western educated industrialized rich democratie countries
hawthorne-effect
effecten die optreden die alleen te zien zijn omdat de deelnemers weten dat ze aan een onderzoek deelnemen
dubbelblind
als de deelnemers en de onderzoekers niet weten welke groep de echte interventie krijgt
natural competency
deelnemers hebben een globale kennis over opvoeding
zoogmoeders of minnen
vrouwen die redelijk kinderen hebben gekregen en borstvoeding geven aan andere kinderen
huismin
een min in huis nemen
loopmin
min langs laten komen
bakeren
stevig wikkelen van baby’s in al dan niet voorverwarmde doeken
urinaal
wieg bakeren met gat in de bodem
cradle-board
het kind wordt vastgewikkeld
isotoon
spieren trainen door beweging en gelijkblijvende spanning
isometrisch
spieren aanspannen en gelijkblijvende lengte
zelfvergiftigingstheorie
overtuiging dat rottende en gistende darminhoud de gezondheid nadelig beinvloedt
assested infant toilet training
kinderen worden goed in de gaten gehouden, zodat de signalen zichtbaar worden en ze boven de pot worden gehouden en met een specifiek geluid is het de bedoeling dat ze sneller de wc gebruiken
emigrant
buitenland vestigen
immigrant
ander land dan herkomstland vestigt