H.1 Werkgeluk Flashcards

1
Q

latente deprivatie model (Marie Jahoda)

A
Toont aan dat psychisch welbevinden daalt wanneer werk wegvalt. Als werk wegvalt verliest persoon meer dan alleen inkomen (manifeste), maar ook latente behoefte worden niet meer vervult, hierdoor daalt psychisch welbevinden. 
Latente behoeftes:
1. structuur in tijd
2. sociaal contact
3. bijdrage tot de gemeenschap
4. sociale identiteit
5. zelfrealisatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Broaden-and-build effect

A

Opbouw van mentale reserve of veerkracht voor mindere momenten (build).
Productiever en creatiever, breder blikveld/gedachten, meer oplossingen, beter samenwerken (broaden)
Voordeel: minder absenteisme, productiever, positiever, betere samenwerking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hedonistisch werkgeluk (HWG)

A

Maximaliseren van plezier & minimaliseren van pijn –> geen grootse projecten of grote inspanningen waarvoor je moet zwoegen om een levensdoel te bereiken.
Tevredenheid, werkplezier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Eudemonisch werkgeluk (EWG)

A

De verwezenlijking van het potentieel dat in je aanwezig is.
te vinden in streven en ijveren, veel tijd en energie steken om werkdoelen te bereiken, zelfs pijn leiden om deze te bereiken, beter worden
Actief engagement, zinvolheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Werkplezier

A

Toestand van voorbijgaande aard, gelijktijdig goede en slechte affecten ervaren, meestal een de bovenhand.
Frequentie aangename dingen meemaakt is grote dan intensiteit, beter vaak een beetje positief dan één keer per jaar heel positief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de verdeling van PA en NA

A
Minstens 67% PA, max 92%
Minstens 8% NA, max 33%
Afhankelijk van:
- Affectieve stijl
- Extravert en Neurotisch
- Omstandigheden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Actief Engagement

A

Duurzaam, positieve en vervullende staat van actieve betrokkenheid bij je baan, toegewijd aan je organisatie en haar doelen
Afhankelijk van: Eudemonische persoonlijkheid, omstandigheden
- joborientatie (weinig AE)
- carriereorientatie (iets meer AE)
- roepingorientatie (veel AE)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Zinvolheid

A

hoe zinvol vind je jouw werk op een schaal van 1-10?

Stabiel gevoel dat je via werk bijdraagt, iets waardevols en goed doet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar is zinvolheid afhankelijk van?

A
  1. aard van activiteit
  2. organisatie
  3. value match
  4. strengths match
  5. eindresultaat
  6. roepingsorientatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke 6 soorten werk(on)geluk zijn er?

A
  1. de ongelukkigen
  2. de tevreden zonder meer
  3. de vreugdeloos geengageerden
  4. de gewoon gelukkigen
  5. de prettig geengageerden
  6. de volkomen werkgelukkig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

‘We zijn tevreden, maar toch niet gelukkig, want we vinden werken niet prettig of bezielend.’
Dit komt door…

A
  1. onze scheefgetrokken verwachtingen over werkgeluk

2. het soort werk dat vandaag beschikbaar is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Zelfdeterminatie-theorie

A

Autonomie: mensen laten doen wat ze graag doen, verantwoordelijkheid geven, controle over organisatie van dagelijks werk, afwisseling
Binding: goede werkrelaties, positief management met task feedback
Competentie & Intrinsieke motivatie: erkenning, bijscholen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat kan je als werknemer zelf doen om gelukkig te worden?

A
  1. Werp schuldgevoelens af
  2. Juiste verwachtingen
  3. Kies werk dat gelukkig maakt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly