Groei & Metabolisme Flashcards
Wat wordt gebruikt om energie te produceren?
Glucose wordt als eerst gebruikt, maar als daar geen voorraad meer van is, kunnen eiwitten worden afgebroken en aminozuren gebruiken in Krebscyclus. Ten slotte kunnen vetten ook worden gebruikt als energie door het op te slaan in vetweefsel.
Functies van Groeihormoon
- Remt opname en gebruik van glucose.
- Stimuleert opname van aminozuren en eiwitsynthese. Verhoogde eiwitsynthese stimuleert celgroei en celdeling.
- Mobiliseert vetzuren als energiesubstraat: 1) stimuleert spiercellen om vetzuren als energiesubstraat te gebruiken en 2) lever om vetzuren af te breken.
- Zorgt voor toename spiermassa en botten.
Werking van het Groeihormoon
- As is voornamelijk actief tijdens de puberteit, wanneer geslachtshormoon level stijgt.
- Stress, vasten en lichaamsbeweging moduleren afgifte van groeihormoon. De afgifte is hoger ‘s nachts dan overdag (circadiane ritme).
- Negatieve feedback gestuurd via stoffen die in lever worden geproduceerd (somatomedines) en via bloodmetabolieten (glucose).
Leg de oorzaken van dwerggroei en gigantisme uit
Gigantisme (acromegalie): veroorzaakt door goedaardige hormoonproducerende tumor van hypofysevoorkwab, waarin teveel groeihormoon-producerende cellen worden aangemaakt. Hierbij is er geen negatieve feedback aanwezig.
Dwerggroei (achondroplasie): veroorzaakt door tekort aan groeihormoon-producerende cellen, door afwijking in botvorming (broze botten), of door psychologische oorzaken (psychogene dwerggroei).
Hoe werkt de HPA-as (cortisol)?
Afgifte van corticotropine releasing hormoon (CRH) die hypofysevoorkwab stimuleert tot afgifte ACTH, om vervolgens bijnieren te stimuleren tot afgifte cortisol. Voor activatie is primaire stimulus stress nodig, maar biologische klok kan CRH-afgifte ook beïnvloeden.
Wat zijn de functies van cortisol?
- Het is een steroïdehormoon (vetoplosbaar) dat langdurige energiesubstraten omzet in direct beschikbare substraten, zoals glucose.
- Het spreekt ook spieren aan, waar het zorgt voor afbraak van eiwitten tot aminozuren die worden gebruikt om energie te produceren. De lever wordt in staat gesteld aminozuren te deamineren (gluconeogenese).
Twee typen steroïdhormonen en hun afgifte
- De afgifte van glucocorticoïden (cortisol) wordt gestimuleerd door ACTH als reactie op stress.
- De afgifte van mineralocorticoïden (aldosteron) wordt gestimuleerd door angiotensine II als reactie op een laag bloedvolume.
Negatieve feedback in de HPA-as
Vindt plaats in hypofyse, hypothalamus en hippocampus.
- Cortisol kan zowel afgifte van CRH als ACTH remmen.
- Hippocampus speelt rol in moduleren van stresssysteem. Veel van de stress die wij ervaren is aangeleerd.
Activatie van HPA-as
Is gevolg van:
- Stress-geïnduceerde opwinding (sympathische activering).
- Viscerale sensatie: honger, dorst.
- Sensorische input (visueel, auditief, somatosensorisch) geassocieerd met stressvolle situaties.
- Inputs van cortex en van limbische structuren geassocieerd met psychologische stressoren.
Soorten stress in het lichaam (3)
- Specifieke stressrespons: homeostatische aanpassing, bijvoorbeeld van veranderingen in lichaamstemperatuur.
- Gegeneraliseerde stressrespons: activering van HPA-as bij langdurige stress door voedseltekort.
- Psychologische stress is vaak aangeleerde toestand tegenover psychologische stressoren die geen onmiddellijke verstoring van homeostase veroorzaken. Leidt tot emotionele (affectieve) toestanden: angst, vrees, frustratie, depressie.
Wat houdt de gegeneraliseerde stressrespons in?
Acute stressor is aanwezig in lichaam wat wordt klaargemaakt voor fight-or-flight respons (alarmfase). Dit heeft te maken met activatie van sympatische zenuwstelsel.
Bij activatie sympathisch zenuwstelsel activeer je adrenaline dat o.a. door bijnieren wordt gemaakt (medulla). Als stress lang aanblijft, wordt HPA-as geactiveerd en is er een weerstandsfase. Onder stress wordt glucagon ook in verhoogde mate afgegeven.
Wat houden de drie fases in gegeneraliseerde stressrespons in?
1) Alarmfase: onmiddellijke korte termijn reactie op crisis.
- Verhoogde mentale alertheid en energieverbruik door alle cellen.
- Mobilisatie van glycogeen and lipidereserves.
- Verandering in circulatie.
- Afname van spijsvertering en urineproductie.
- Verhoogde zweetklierproductie, hartslag en ademhaling.
2) Weerstandsfase: lange termijn metabole aanpassingen.
- Mobilisatie van overgebleven energiereserves: lipiden worden vrijgegeven door vetweefsel en aminozuren wordt vrijgegeven door spieren.
- Bewaren van glucose: perifeer weefsel breekt lipiden af om energie te behouden.
- Verhoogde bloedglucoseconcentratie: lever synthetiseert glucose van andere koolhydraten, aminozuren en lipiden.
- Bewaren van zout en water, verlies van K+ en H+.
3) Uitputtingsfase: alle reserve energievoorraden worden opgemaakt en dit kan maar voor bepaalde periode. Als ze opraken, kunnen vitale systemen niet meer goed werken.
Drie fases van stress en invloed daarvan op eetgedrag
- Acute stress (seconden-minuten): CRH remt eetgedrag om activiteit te verschuiven naar fight-or-flight reactie.
- Acute stress (uren): cortisol induceert eetgedrag om verloren energiereserves te herstellen tijdens fight-or-flight reactie.
- Chronische stress (weken-maanden): chronisch hoge cortisolniveaus kunnen leiden tot eetstoornissen zoals Boulimia Nervosa, waarbij je teveel gaat eten.
Leg het verschil uit tussen de ziekte van Addison en Cushing
Hypocortisolisme (Addison’s disease): te weinig cortisol geproduceerd door bijnieren, waardoor ACTH productie onvoldoende is. Kan resulteren in gewichtsverlies, spierzwakte en vermoeidheid.
Hypercortisolisme (Cushing’s disease): te veel cortisol geproduceerd, vaak door hypofyse-, bijnier- of buitenbaarmoederlijke tumoren (soms genetisch). Overmatige afbraak van reservebronnen van vetweefsel en weefseleiwitten. Resulteert in obesitas in bovenlichaam, verhoogde vetvorming rond nek, dunne armen en benen.
Hoe werkt de HPT-as (schildklier)?
Start met afgifte thyroid releasing hormoon (TRH) wat hypofysevoorkwab stimuleert tot TSH, die vervolgen schildklier stimuleert tot afgifte schildklierhormoon die betrokken is bij warmteregulatie.
Schildklierhormoon verhoogt zuurstofconsumptie ten aanzien van warmteproductie.
Negatieve feedback treedt op bij hypofyse en hypothalamus.