Grammatica 8 Flashcards
1
Q
is
A
mannelijk
2
Q
ea
A
vrouwelijk
3
Q
id
A
onzijdig
4
Q
bijvoegelijk is ea id vertaling
A
deze die dit dat
5
Q
zelfstandig is ea id vertaling
A
hij hem zij haar het dit
6
Q
bijvoegelijk hic haec hoc vertaling
A
deze dit
7
Q
zelfstandig hic haec hoc vertaling
A
hij zij het