Gotiek Schilderkunst/ Italië Flashcards

1
Q

Gemodelleerd

A

Model, vorm, formeel of patroon waarnaar iets wordt vervaardigd, een profiel wordt afgetekend of waarin een vorm wordt gemodelleerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Sinopia

A

Fijne tracering met rood-oker verf boven houtskooltekening, nadien houtskool weggeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Iconologie

A

Studie van het plaatsen van en betekenis geven aan afbeeldingen in hun culturele en historische context.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Verborgen symboliek

A

Betekenis niet direct leesbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Getijdenboek

A

Manuscript, al dan niet geïllustreerd, privé devotie, Maria getijden: Verzameling van psalmen, gebeden, lezingen volgens kerkelijk kalender. Soms kalender met de werken van het jaar en scènes uit het hofleven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Atmosferisch perspectief

A
  • hoe verder hoe kleiner
  • hoe verder hoe waziger, bij miniaturen toch gedetailleerd
  • hoe verder hoe kouder de kleur
  • licht aan horizon
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Olieverf

A

Pigment poeder vermengen met bindmiddel van lijnzaadolie (zaden van vlas).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Glacis

A

Dunne doorzichtige lagen olieverf boven elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Tempera

A

(Temperare: mengen), eigeel bindmiddel tussen lijnolie, water en pigment;
dekkende verf, droogt snel, verzadigde kleuren, de kleuren zijn onderling niet mengbaar daarom worden fijne kleurschakeringen op basiskleur gearceerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Grisaille

A

Monochroom, grijstinten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Iconologie (stappen)

A

Stap 1: Pre-iconografie: vorm observeren in functie van de inhoud
Stap 2: Iconografie: identificatie van figuren en verhaal (voorkennis), verschillen tussen verhaal en afbeelding, verborgen symboliek: betekenis niet direct leesbaar
Stap 3: Iconologie: inhoud verklaren a.h.v. intentie van kunstenaar en ontstaanscontext.
Vraag: Waarom gebruikt de kunstenaar die inhoud in die tijd en op die plaats?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly