Barok/ Zuidelijke Nederlanden Flashcards
1
Q
Lichtbron
A
natuurlijk of kunstmatig, situering van de lichtbron
2
Q
Lichtsterkte
A
difuus-zacht, warm licht
direct-hard, koeler licht
3
Q
Lichtrichting
A
meelicht (lichtbron achter de voorgestelde figuren)
tegenlicht (lichtbron tegenover voorgestelde figuren)
zijlicht (lichtbron aan de zijkant van de figuren)
4
Q
Soorten licht
A
optisch licht (detaillerend, vb. Jan van Eyck)
plastisch licht (volume in lichaam en kledij vb. Michelangelo)
clair-obscur (harde overgangen licht - donker vb. Caravaggio)
sfumato (nauwelijks merkbare overgangen van licht en kleur
vb. Da Vinci)