Genitale herpes, deel 5/6

Question 1

Hoe kan genitaal herpes behandeld worden?

Geef ook specifieke stofnamen

Answer 1

Met een antiviraal agens, acyclovir of valacyclovir (minder frequente iname)

Question 2

Wat is het effect van de behandeling met een antiviraal agens?

Answer 2

Het vermindert de ernst en duur van de genitale letsels, de symptomen en de virale shedding. Hoe vroeger gestart, hoe sneller de resolutie van de letsels en symptomen.

Question 3

Welke nevenwerkingen heeft een antivirale behandeling?

Answer 3

Weinig tot geen nadelig effect gekend voor de gezindheid. Ook niet tijdens de zwangerschap.

Question 4

Kan topische antivirale therapie gebruikt worden?

Answer 4

Is niet zinvol

Question 5

Bij wie gebruikt men intraveneuze behandeling met acyclovir?

Answer 5

• complicaties vab de genitale herpes
• CZS aantasting
• immuun-onderdrukte personen (AIDS, transplantatie)
• sterk symptomatische zwangere vrouwen

Question 6

Aan wie wordt een chronische antivirale therapie gereserveerd?

Answer 6

Voor HSV-2 infecties met 6 of meer recidieven per jaar. De dosering is lager dan bij episodische therapie.

Question 7

Wat is het effect van chronische antivirale therapie op transmissie?

Answer 7

Het vermindert sterk maar niet 100% het risico op transmissie van HSV2 naar een niet-geïnfecteerde partner.

Question 8

Hoelang moet de chronische antivirale therapie worden opgezet?

Answer 8

Minstens 1 jaar

Question 9

Wat is de behandeling voor zwangere vrouwen met één of meerdere symptomatische episoden?

Answer 9

Antivirale therapie wordt aangeraden voor de bevalling vanaf 36 weken. Hiermee is de virale shedding sterk verminderd.