Geheugen en leren Flashcards

1
Q

Kortetermijn- / werkgeheugen

Encoderen

A

aandacht en perceptie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Kortetermijn- / werkgeheugen

Opslag

A
  • repetitie
  • duur: minuten
  • capaciteit: gelimiteerd

Limiet van het korte termijn geheugen: 7± 2 stukjes informatie (Miller, 1956)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Geheugenspanne

A

het maximum aantal stukjes informatie dat iemand kan onthouden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Langetermijngeheugen

Encodering

A
  • repetitie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Langetermijngeheugen

Opslag

A
  • duur: minuten tot oneindig
  • capaciteit: hoog
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

UI ontwerp: herkennen vs herinneren

A

langetermijngeheugen: herkennen is makkelijker dan herinneren
bij command-based interfaces moet de gebruiker herinneren
bij graphical user interfaces hoeft de gebruiker alleen maar te herkennen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Design implecaties voor geheugen en leren

A
  • vermider de belasting van het kortetermijn- / werkgeheugen door lange en ingewikkelde procedures te vermijden
  • maak gebruik van bestaande kennis in het geheugen
  • maak gebruik van herkenning ipv herinnering
  • gebruik constraints
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Mentale modellen

betekenis

A

een mentaal model is iemands interne representatie van de externe werkelijkheid, gebaseerd op leren en ervaring
- het beeld dat je hebt van hoe iets werkt, gebaseerd op ervaring/verwachting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Mentale modellen in HCI

A

het beeld dat iemand in zijn hoofd heeft van hoe de applicatie werkt
- bepalend voor hoe ze ermee interacteren
- niet gebaseerd op feiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Systeemmodel

A

hoe iets werkt
- zoals: code, databases, …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Interactiemodel

A

hoe je iets gebruikt
- zoals: welke knop doet wat, interactietypes, …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat kan helpen voor betere mentale modellen

A

maak gebruik van bestaande kennis
- duidelijke affordances van welke acties mogelijk zijn in de interface
- consistency
- interface metaforen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bij rigide (foutieve) mentale modellen

A

wijzig applicatie conform het mentale model van de gebruiker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly