Frankrijk Flashcards
Régime d’assemblée
Dit is een staatsvorm in de 3de republiek (1870-1940), die gekenmerkt wordt door het overwicht van het parlement tov de UM.
Régime présidentiel
De politieke staatsvorm tijdens de Vijfde Republiek. Het was een poging om een door partijenpolitiek beheerst parlement af te zwakken en de instabiliteit van de vorige regimes tegen te gaan. Voornamelijk versterkt door president Charles de Gaulle.
Régime orléaniste
Machtsevenwicht tussen de Koning en de WM. Kwam tot stand tijdens de restauratie van de monarchie tussen 1814 en 1830. Dirk bracht ook een vorm van dualisme met zich mee, namelijk de verantwoordelijkheid van de ministers tov het volk en tov de koning.
Jacobijns (staats)model
Het is een model van een centralistische staat met een uniformisering van het recht en instellingen. Hierbij werden verschillende instellingen uit het AR, die voor versnippering hadden gezorgd, afgeschaft of vervangen.
Nation
In het Nederlands vertaald als ‘het volk/de natie’. Verschuiving van de soevereiniteit tijdens de Franse Revolutie naar het volk i.p.v. de koning. Het vormt een nieuwe legitimiteitsbasis.
Juli-monarchie
Franse monarchie tussen 1830 en 1848 met Lodewijk-Philippe van Orléans aan het hoofd. Hij noemde zichzelf ook wel ‘roi des Français’ en benadrukt hiermee dat de volkssoevereiniteit meer op de voorgrond kwam.
Orléanistisch systeem/regime
Theoretisch concept dat staat voor een monarchistische stroming in Frankrijk die de 19de E ontstond met een Streven naar een koninkrijk onder gezag van het huis van Orléans en realiteit werd in de juli-monarchie onder Lodewijk-Filips.
Restauratie (in de Franse geschiedenis)
Periode in de Franse geschiedenis van 1814/15 tot 1848. Hierbij werd de monarchie terug gerestaureerd en lag de soevereiniteit terug bij de vorst, maar de vorst hield wel rekening let de verworven vrijheden van het volk uit de Franse Revolutie. De term restauratie is hierbij misleidend.
Legitimisten (Franse geschiedenis, 19de eeuw)
De legitimisten waren aanhangers van het huis Bourbon. Deze groep bestond voornamelijk uit oude aristocratisch gezinde adel die baat hadden bij het vorstelijk absolutisme.
Orléanisten (Franse geschiedenis, 19de eeuw)
De Orléanisten vormden een rechtse Franse partij die gevormd was tijdens de Franse revolutie. Ze beheersten Frankrijk gedurende de juli-monarchie onder het hoofd van Lodewijk Filips. 1 van de belangrijkste orléanisten was de premier François Guizot. Ze waren tevens aanhangers van het huis Orléans.
Droits barrières
Rechten die een beschermingsschans oprichten tegen de staatsmacht. Bescherming tegen inmenging van de staat. Deze rechten werden opgenomen in de 1ste Déclaration des droits des gens er des citoyens van 1791 die voorafging aan de Constitutie van 24 juni 1793.
Libertés concrètes
Vrijheden die de burger in staat stellen om bepaalde prestaties van de overheid af te dwingen. Concrete vrijheden. Bijvoorbeeld: recht op werk en bijstand en recht op opvoeding. Deze rechten weden ook opgenomen in de Déclaration des droits des gens et des citoyens van 1791.
Cohabitation
Verkozen president en verkozen meerderheid in Parlement komen uit verschillende kampen. Een situatie die kan optreden wanneer kiezers in de parlementsverkiezingen de meerderheid geven aan een andere partij dan die van de president, en de regering wordt samengesteld p basis van deze parlementaire meerderheid. Bv. in de vijfde Republiek
Wantrouwensmotie (parlementair systeem)
Dit is een middel dat het parlement (WM) kan gebruiken om de afkeuring te uiten tegenover de regering (UM) en om die regering eventueel te ontbinden.
In de 5de Republiek wordt dit beperkt: in de constitutie wordt een waarborg opgenomen om de afhankelijkheid van de UM tov de WM te beperken -> een kabinet of bewindspersoon van de UM heeft het vertrouwen tot het tegendeel is bewezen.
Met dit systeem kan men de regering tot val brengen. De motie kan pas ingediend worden als 1/10 van de volksvertegenwoordigers voor is en met absolute meerderheid van de kamer wordt goedgekeurd. De stemming kan pas gebeuren 48u na de indiening van de motie.
Vertrouwensvraag (parlementair systeem)
De regering kan een vraag stellen aan het parlement om te weten of ze nog het vertrouwen van het parlement heeft. Als de kamer negatief antwoordt is de regering automatisch ontslagnemend. Vanaf de 5de republiek werden hieraan ook beperkingen gesteld.