Buon Governo Flashcards

1
Q

Justinianus

A

Keizer van het Oost-Romeinse Rijk (reg. 527-565 n.C.) die de belangrijke verzamelingen van Romeinse rechtsteksten heeft uitgevaardigd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Interessenjurisprudenz

A

Een opvatting van het recht die de ontwikkeling en de aard van het recht in de eerste plaats als het resultaat van een constante strijd van tegenstrijdige belangen benadert. (In tegenstelling tot Begriffsjurisprudenz, die het recht vooral als een wetenschappelijk systeem van abstracte concepten en principes opvat.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Dogmengeschichte

A

De geschiedenis van het recht vanuit perspectief van de ontwikkeling van de juridische leerstellingen en van het interne recht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Public governance

A

‘Behoorlijk bestuur’: veronderstelt een combinatie van doelmatigheid (efficiëntie) en justitie (rechtvaardigheid); doelmatigheid moet door de sociale wetenschappen worden bepaald, de rechtvaardigheid (van de norm) is een exclusieve aanspraak van de politieke macht (geworden).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Arrest-Marckx (EHRM 1979)

A

Alexandra Merckx is het kind van een bewust ongehuwde moeder (Paula) die bij de geboorte van haar kind tot de ontdekking kwam dat ze het moest erkennen om de afstammingsband wettelijk vast te stellen, terwijl een gehuwde moeder dat niet hoefde te doen. Omdat zij een dergelijke discriminatie onaanvaardbaar vond, maakte ze in naam van haar tien maanden oude baby de zaak in 1974 aanhanging bij de toenmalige Europese Commissie voor de Rechten van de Mens. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens gaf haar gelijk en oordeelde in 1979 dat de Belgische Staat een einde moest maken aan de discriminatie tussen wat men vroeger natuurlijk en wettige kinderen noemde. Het arrest Marckx stelde vast dat de toenmalige Belgische wet met haar onderscheid tussen wettige kinderen en natuurlijke kinderen de artikelen 8 en 14 van het EVRM alsmede het eerste protocol van 20 maart 1952 bij dat verdrag schond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Geleerd recht

Gelehrtes Recht, droit savant, diritto colto

A

Romeins recht kende een heropleving in de 11de eeuw. Dit hing samen met de opkomst van de universiteiten, waar Romeins en kerkelijk recht onderwezen wordt vanaf de 12de eeuw. Daarom wordt Romeins recht ook wel ‘geleerd recht’ genoemd, het was een antwoord op de behoefte van een nieuw model van public governance. Haar grootste concurrenten waren Artes (=letteren) en de theologie. Dit zal leiden tot belangenconflicten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Canonist

A

Een jurist die in het kerkelijk (“kanoniek”) recht is opgeleid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Legist

A

Een jurist die in het Romeins recht is opgeleid, in dienst van de keizer, het stadsbestuur, en de territoriale vorst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Polis

A

Historisch: Griekse stadstaat in de oudheid.
Politieke theorie: de term is later en vandaag nog gebruikt om in het algemeen de politieke organisatie van een samenleving aan te duiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Rechtspositivisme

A

Theorie die alleen de dwingende rechtsnormen die door de menselijke wil geproduceerd worden (wetgeving, gewoonte) als rechtsbronnen erkent.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Policy considerations (i.h.b. In de rechtspraak)

A

Vooral in de Anglo-Amerikaanse rechtstraditie: overwegingen in een besluitvormingsproces (bv. een vonnis) waarbij met de economische en sociale effecten van de beslissing rekening wordt gehouden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Untersuchungsmaxime (= inquisitoriaal beginsel/ onderzoeksprincipe)

A

De rechtbank moet uit eigen initiatief op zoek naar relevante feiten voor zijn beslissing. Ze is verantwoordelijk voor het zoeken van bewijzen/feiten, niet de partijen. De rechtbank verzamelt dus alle bewijzen, maar dit weerhoudt de partijen niet aan te vullen.
( het untersuchungsmaxime staat tegenover het verhandlungsmaxime. Dit beginsel leert dat het de rechter vrij staat zelf feiten aan te dragen en bewijzen te vergaren).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Inquisitoriaal beginsel (in het strafprocesrecht)

A

De overheid doet onderzoek naar de materiële waarheid: bewijsmiddelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Verhandlungsmaxime = beschikkingsbeginsel (civiele procedures)

A

Het verhandlungsmaxime houdt in dat de partijen verantwoordelijk zijn voor het stellen en bewijzen van feiten in het proces. Volgens dit beginsel mag de rechter zijn beslissing enkel baseren op feiten en bewijsmiddelen die door de partijen naar voren zijn gebracht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Beschikkingsbeginsel (in het procesrecht)

A

Hierbij baseert de rechter zijn beslissing slechts op de feiten voorgelegd door beide partijen, de partijen kunnen dus de grenzen van het geschil zelf bepalen = beschikkingsbeginsel (in het procesrecht). Rijken komen af met geld, terwijl de armen enkel bewijsmiddelen kunnen voorleggen. Toch aanhoort de rechter beiden. Deze feiten en bewijzen vormen de grondslag van de beslissing van het Hof.
Beginsel volgens hetwelk de rechtspleging grotendeels door de procespartijen bepaald wordt: initiatief van het proces, voorwerp van het proces, middelen en argumenten, voortgang van de procedure.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly