Algemene informatie Flashcards

1
Q

Primaire historische bronnen

A

Binnen het historisch onderzoek is een primaire historische bron een geschreven of ongeschreven bron van informatie, die rechtstreeks uit de onderzochte periode komt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Secundaire historische bronnen

A

Een bron die verder bouwt op de informatie uit een primaire bron, maar niet rechtstreeks afkomstig is uit de tijd die bestudeerd wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Ordaliën

A

= godsoordeel, waarmee de wil van God wordt vastgelegd: proef met God als hoogste rechter die aangaf wat de realtiteit was. Een ordalie is een rechtsprocedure uit de eerste Middeleeuwen waarbij de (on)schuld van de beschuldigde werd bewezen door hen te onderwerpen aan gevaarlijke ervaringen (bv. tweekampen, verdrinking of verbranding), waarvan men geloofde dat het resultaat door God bepaald werd, die de beschuldigde, indien onschuldig, zou redden en indien schuldig laat sterven. Paus Innocentius III legde een verbod op ordaliën in 1215, maar de procedure zou nog tot in de 17e eeuw gebruikt worden (vooral in heksenvervolingen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Loci legales

A

Werken over ‘juridische gemeenplaatsen’, met name types van argumenten die in verschillende uiteenlopende concrete gevallen kunnen gebruikt worden, m.a.w. hoever ze kunnen worden toegepast, maar ook wat hun beperkingen zijn. Ze maken deel uit van de juridische argumentatieleer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Locus a virtute finis

A

Dit is de titel van het laatste hoofdstuk van het boek ‘Loci’ van Nicolaas Everaerts. Het betekent argument vanuit de kracht van het einddoel. Deze kracht kan je halen uit de 7 deugden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Kardinale deugden

A

4 deugden die door de filosoof Plato in zijn boek Politeia in de 5de eeuw v.C. werden beschreven en door latere filosofen alsook de Katholieke kerk werden overgenomen. Ze betreffen Prudentia (Voorzichtigheid), Iustitia (Rechtvaardigheid), Fortitudo (Moed) en Temperantia (matigheid/zelfbeheersing)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Theologale deugden

A

De kardinale deugden met toevoeging van 3 extra deugden, die zonder de hulp van God niet geloofd werden bereikbaar te zijn. Ze betreffen Fides (geloof), Spes (hoop) en Caritas (Naastenliefde) en werden in de Katholieke Christelijke leer opgenomen in de 5e eeuw. Ze worden tegengesteld door de 7 Hoofdzonden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly