FMH CVA Flashcards
Je geeft het diagnostisch proces richting door gebruik te maken van het wat-hoe-waarom principe. Licht toe?
Wat= de bepaling van het niveau van het functioneren. Wat kan de patiënt? Kan de hij de gevraagde taak zelfstandig uitvoeren. Indien dit niet het geval is onderzoek dan op welke manier het wel lukt?
- onder toezicht
- mondelinge instructie,
- met facilitatie, hulp/middel.
Hoe= beschrijving van het functioneren. Beschrijf algemeen en specifiek hoe de taak wordt uitgevoerd.
Waarom= analyse van het functioneren. Vraag je zelf af waarom de patiënt afwijkt.
Leg uit wat een algemene en een specifieke beschrijving zou kunnen zijn?
Algemeen: veilig, soepel, gecoördineerd, doelgericht, economisch, ritmisch
Specifiek: welke houding, welke bewegingspatronen, bewegingsinzet en verloop, snelheid van bewegen, volgorden: hoofd – romp – armen – benen.
Waar kan de analyse van het functioneren zich op richten? De Waarom?
Automatische reacties, tonus, pathalogisch, bewegingspatronen, selectiviteit
Bewegingsbeperkingen, spierkracht, belastbaarheid, sensoriek, pijn
Benoem de Risicofactoren (recidief) van een CVA?
Hypertensie, diabetis mellitus, coronaire hartziekten, overmatig alcoholgebruik, lichamelijk inactiviteit, hogere leeftijd, mannelijk geslacht.
Benoem instellingen die gerekend worden tot een stroke service?
Ziekenhuis stroke unit
Revalidatiecentra stroke unit
Verpleeghuis stroke unit
Instellingen in de eerstelijns gezondheidszorg
Benoem belangrijke aan fysiotherapie gerelateerde aspecten?
- Het vroegtijdige mobiliseren van de patiënt binnen 24 uur na ontstaan van het CVA
- Het hebben van een gemeenschappelijke doelstelling binnen het team (‘goal setting), regelmatige bijscholing van teamleden
- Het systematisch screenen van patiënten en het systematisch monitoren van veranderingen.
Benoem de taken die tot de fysiotherapeut behoren?
- Het vastleggen van zorginhoudelijke gegevens, inclusief de beoogde functionele doelen, en het rapporteren daarvan aan het CVA-team of de verwijzend arts
- Het zich op de hoogte houden van het interdisciplinair vastgestelde revalidatiebeleid.
- Het regelmatig objectiveren van het functioneren van de patiËnt en deze schriftelijk in maat en getal vastleggen in het patiëntendossier.
Benoem de aspecten die in het fysiotherapeutisch handelen centraal staan?
Voorkeuren/wensen/ behoeften en verwachtingen vd pt m.b.t de hulpvraag
- Vraagstelling en het behandeldoel zoals deze past binnen de gemeenschappelijke doelstellingen van het interdisciplinaire team
- Inschattings kans op functionele verbetering
- Mogelijke belemmerend factoren
- Wijze waar pt wordt gescreend, gemonitord en behandeld
- Keuze die gebaseerd dient te zijn op de bestaande evidentie.
Hoe ziet het diagnostisch proces eruit?
Anamnese
Observatie in rust: is de patiënt bij kennis/ maakt hij dingen bewust mee?
Functioneel onderzoek: kan de pt zijn arm/been/vinger en hoofd bewegen. Je kijkt vooral wat de pt wel kan.
Functie-onderzoek: sensomotorisch onderzoek.
*tijdens onderzoek ben je direct aan het behandelen en tijdens je behandeling ben je aan het onderzoeken.
Wat is belangrijk bij de anamnese om uit te vragen?
Voorkeurshand Wat deed iemand voor CVA Woonsituatie Aanwezige hulpmiddelen/aanpassingen Relevante medische voorgeschiedenis Relevant psychiatrische voorgeschiedenis Observatie hoe de pt er nu bij ligt.
Wat is belangrijk bij de observatie in rust?
Totaalbeeld met al zijn facetten. Indruk over het niveau van de pt let op details, trek geen conclusies en stel wel hypothesen op.
Waar bestaat het sensomotorisch onderzoek uit?
Tonusonderzoek, sensibiliteitonderzoek, coördinatie, transfers.
Benoem de 7 basismeetinstrumenten?
Motricity index:
Evalueren willekeurige bewegingsactiviteit
Meten van de max. isometrische spierkracht
Trunk control test:
Rompstabiliteit van CVA-pt
Berg balance scale
FAC:
mate van zelfstandigheid van lopen
10mlt
Frenchay arm test:
evalueert de handvaardigheid, indruk van de paretische arm/handfun
Barthel index
niveau van onafhankelijkheid vast te stellen
Bij FAC 3 heeft pt geen fysiek contact meer nodig om te kunnen lopen maar is nog wel supervisie noodzakelijk.
Bij FAC 4 kan pt zelfstandig lopen maar nog niet veilig traplopen
Bij FAC 5 is pt onafhankelijk onbeperkt
Benoem gunstige determinanten voor herstel van loopvaardigheid?
Aanwezigheid zitbalans Redelijk tot goede motorische functie paretische been Redelijk tot goede ADL-zelfstandigheid Lagere leeftijd Afwezigheid homonieme hemiaanopsie Continentie voor urine Premorbide zelfstandige loopvaardigheid Premorbide ADL-zelfstandigheid
Benoem de gunstige prognose voor loopvaardigheid?
TCT 30 sec. ongesteund zitten 25 punten –> voorkeur meting op dag 2 na CVA
MI onderste extremiteit > 25 pot –> voorkeur meting op dag 2 na CVA
Benoem de daadwerkelijke verandering die kan worden gesteld bij loopvaardigheid?
Wanneer de loopsnelheid met min. 0,16m/s op 10 mlt is veranderd tov de snelheid die 6 mnd na CVA werd behaald.
Als de prognose ongunstig is wanneer objectiveer je dan de determinanten?
Binnen de eerste maand na CVA: elke week
Na de eerste maand t/m maand 6: elke maand
Wanneer vind het meeste herstel plaats voor de loopvaardigheid en waar wordt dit tevens door bepaald?
Ong 70-80% vd patiënten met een CVA kan na verloop van tijd weer zelfstandig lopen. Het meeste herstel voor loopvaardigheid vindt plaats binnen drie maanden na het ontstaan van het CVA. De kans om weer tot zelfstandig lopen te komen, wordt tevens bepaald door de determinanten die hiervoor zijn genoemd.
Benoem de gunstige determinanten van de arm-handvaardigheden?
Enige motorische functie paretische arm
Aanwezigheid enige arm-handvaardigheid
Aanwezigheid neurofysiologische functies
Benoem de gunstige prognose voor arm-handvaardigheid?
FMA – vingerextensie >1punt:
Aanwezigheid van min. een zichtbare of voelbare contractie van de schouder abductoren.
MI-schouderabductie > 9 pnten
Wanneer is er een daadwerkelijke verandering bij arm hand vaardigheid?
Benoem de gunstige determinanten voor Basale ADL-vaardigheden?
Wanner op de ARAT-score met min. 6 punten veranderd is tov ARAT score die 6 mnd. Na CVA is behaald.
Benoem de gunstige prognose voor Basale ADL-vaardigheden?
Redelijk ADL-zelfstandigheid eind eerste week Redelijk tot goede neurologische status o.a. motorische functie arm lagere leeftijd aanwezigheid loopvaardigheid premorbide ADL-zelfstandigheid premorbide goede participatie geen recidief -CVA
Wanneer is er sprake van een daadwerkelijke verandering op de Barthel index?
Beperkte, lichte beperkte of geen beperkte ADL-zelfstandigheid aan het eind van de eerste week.
Barthel index- eind week 1 > 7
20: volledig zelfstandig in basale ADL en mobiliteit
15-19: redelijk tot goed zelfstandig
10-14: heeft wel hulp nodig maar doet ook veel zelf
5-9: ernstig hulpbehoevend
0-4: volledig hulpbehoevend