examenvragen zwemmen Flashcards

1
Q

wat doen in ondiep water

A

voorwaartsglijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

betekenis van HELP

A

heat escape lessening posture

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

dystrofie

A

makkelijk drijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hemiplegie

A

draaien rond lengte as naar zijde van laagste volume

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Halliwick fase

A

ruglig & dubbele armoverhaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat klopt voor aquajogging intensiteit te verhogen

A

grotere ROM, beweging richting water oppervlak
SNELLER NIET

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

aquajogging

A

≠ spier training maar uithoudingstraining

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

welke zwemvormen voor zwangere vrouwen

A

variatie in buiklig, ruglig & zijlig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hogere prevalentie bij zwangere vrouwen

A

spierkrampen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

afduwen in buiklig -> pijlfase

A

dynamisch drijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

dwarsleasie

A

rond breedte-as draaien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

salto vanuit stand

A

rotatie rond breedte as vanuit verticale positie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

juist over halliwick fase

A

fase 2 = evenwicht in rust

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

fout over zwangerschap zwemmen

A

buikspieroefeningen niet toepasbaar door te harde buik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

zwemmende redding

A
  • droge redding niet mogelijk
  • redder hiertoe in staat is
  • situatie het toelaat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

hydrocutie

A

bloodstelling aan koudwater zorgt voor HF verandering

17
Q

krampen in midden van zwembad

A

reddingsmiddel

18
Q

drijven in koud water

A

klerenaanhouden

19
Q

zeemansslag

A

1 handsgreep

20
Q

drijfmiddelen

A
  • zorgen voor horizontale houding
  • hebben slechte invloed want minder proprioceptief vermogen
  • niet goed maar ken helpen voor zwemslag aan te leren
21
Q

iemand die bewusteloos is op bodem

A

eendenduik

22
Q

foto van ingetapte handen, 2 soorten rolstollen & volleybal

A

rolstoelrugby

23
Q

v. cava syndroom

A

beter zijlig door vlauwvallen zwangere moeder

24
Q

spieren onderbenen versterken

A

trippling

25
Q

SWEAT

A

sufrace/speed
working position
enlarging
around the body
travel

26
Q

secundaire verdrinking

A

vloeistof in longen zonder onderdrompeling

27
Q

iemand in paniek uit water halen

A

dubbele pols

28
Q

dolfijnduiken

A

drijven & voortbewegen

29
Q

welk hormoon zorgt bij zwangerschap voor zwakte van lig.

A

relaxine

30
Q

droge redding

A

waden is ook droge redding
voorkeur reddend zwemmen

31
Q

stellingen zwangerschap zwemmen

A

drijgmiddelen & oefeningen zorgen voor ontspanning
zeemansslag in zijlig
NIET schoolslag tot einde
NIET aanpassen van techniek

32
Q

leren aanvoelen van stuwvlakken

A

belang voor voortbewegen