classificatie Flashcards

1
Q

soorten classificaties

A
  1. medische classificatie
    - oudste
    - door artsen = klinische symptomen
    - te veel klassen = zeer beperkt aantal deelnemers vroeger
    - vereenvoudigde medische classificatie = sinds 1/1/2017
  2. functionele classificatie
    - voornamelijk ingebruik sinds Barcelona 1992
    - sportspecifiek = beperkingen binnen specifieke werkveld
    - grotere groepen = aantrekkelijker & geloofwaardiger
    - wetenschappelijk comité van IPC werkt aan onderbouw van systeem
  3. IWBF international wheechair basketball federation
    - soepeler in criteria van minimal disability
    - discussies & onduidelijkheden
    - conflict met IPC = discussiepunten aan het onderzoeken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

huidige classifcatie

A
  1. vereenvoudigde medische classficatie
    - belang van grondige diagnose
    - objectief = aandoening die structureel & stabiel is
    - kan moeilijk zijn vb: ziektes met opstoten & remissies
    –> classifcatie als “permanent” of “review”
    - aanvaardbare verbetering door trainingseffecten vb: rijervaring
    - classificatie van belang voor topsport maar reacreatief vaak gebruikt = fairplay & samenwerking wordt moeilijker
  2. verandering
    - vroeger = zuiver medische basis
    - nu = ook met zelfde symptomen = minimal disabaility
    - omzettingslijst bij sommige sporten = medisch koppelen aan functionele profielen
    - amputatie & cerebral palsy blijft met enige medische basis bestaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

algemeen classificatie 1948-2016

A
  1. onderverdeleing
    - polio, para & tetraplegie-atleten
    - cerebral palsy sporters
    - amputatie-atleten
    - les autres
  2. verdere indeling
    - door evaluatie van
    - mobiliteit
    - spierkracht = waarden van BFO
    - sensibiliteit
    - spasticiteit = vooral bij hersen/ruggenmergschade
    - coördinatie & evenwicht = fijne & grove motoriek + gestoorde bewegingen
  3. medische keuring sinds 2013
    - voor alle sporters die op competitie willen meespelen
    - informed consent = mogen meedoen
    - not eligible = niet mogen meedoen, wel met sport voor allen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

classificatie van para/tetra/polio

A
  1. algemeen
    - classificatie door hoogte van letsel
    - 5 klassen, voor zwemmen zijn er 6
    - polio = vanuitgaan waar initiële ruggenmergschade is
    - oorspronkelijk door international stoke mandeville wheelchair sport federation
    - functioneel-anatomische classificatie = andere mogelijkheden door zelfde letsel
  2. klassen
    - 1 = C4-8
    - 2 = T1-5
    - 3 = T6-10
    - 4 = T11 - L3
    - 5 = L4-S2
    - 6 = S1-2
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

klassen 1 van para/tetra/polio

A
  1. algemeen
    - C4-8
    - cervicale ruggenmergletsels met tetraplegie
    - algemene zwakte romp & OL
  2. IA medullair letsel C4-6
    - volledige of onvolledige tetraplegie
    - beide handen hebben verwikkelingen
    - tricepszwakte = 0-3
    - evenwicht & mobiliteit gestoord
  3. IB letsel C7
    - minder verwikkeling BL: triceps OK
    - zwakke flexie/extensie pols = 0-3
  4. IC medullair letsel C8-T1
    - volledige of onvolledige tetraplegie
    - triceps & polsfunctie normaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

andere klassen para/tetra/polio

A
  1. 2 = T1-5 = hoge paraplegie
    - volledige of onvolledige paraplegie met vergelijkbare invaliditeit
    - totale abdominale paralyse
    - zwakke buikregio 0-2 = geen zittend evenwicht
  2. 3 = T6-10 = lage paraplegie
    - volledige of onvolledige paraplegie met vergelijkbare invaliditeit
    - bovenbuik musculatuur & rugextensoren geven licht zittend evenwicht
    - onvoldoende om normaal te noemen
    - onderbuik is niet funcitoneel
  3. 4 = T11 - L3 = cauda equina letsel
    - quadriceps weinig tot geen kracht = 0-2
    - gluteusregio paralse
    - heupflexoren & abductoren werken behoorlijk
    - zitten evenwicht
  4. 5 = L4-S2 = cauda equina letsel
    - quadriceps zwak 3-5
    - goede buikspierfunctie & zittend evenwicht
  5. 6 = S1-2 = acaud equina letsel
    - verwikkeling in 1 lidmaat of lichte verwikkeling in beide
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

opmerkingen classificatie para/tetra/polio

A
  1. verschil IB & IC
    - afh van functie hand
    - IC = flexoren & extensoren werken wel nog
    - lumbricales en/of interossei wel aangetast
  2. weinig aandacht testen schouder
    - wel veel van belang afh van sport
    - vb: zwemmen = meer belang schouders dan triceps
  3. onderzoek van zitbalans
    - voor klasse 2, 3 & 4
    - twijfel = specfieke sporttesten vb: rolstoel basket bal van grond rapen
    - zitbalans vooral in ateltiek & basket van belang
  4. kracht heup & knie spieren
    - voor klasse 4 & 5
    - moeilijk verschil kunnen meten
    - functionele testen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

algemeen classificatie voor amputaties

A
  1. voor wie
    - verworven mutaties
    - aangeboren op mutatie lijkende afwijkingen
    - niet vergelijkbaar = les autres
    - arm verlammingen bij sommige sporten kunnen beschouwd worden als amputatie
    - gecombineerde amputaties = in klassie die dichts aansluit
  2. aandacht punten
    - onderscheid maken van amputaties boven en/of onder knie/elleboog
    - minimal handicap = talo-cruraal gewricht of pols
    - discussie = meest recente RX meebrangen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

classificatie voor amputaties

A
  1. A1 = dubbele amputatie boven/door kniegewricht
  2. A2 = enkelvoudige amputatie boven de knie of door het kniegewricht
  3. A3 = dubbele amputatie onder knie
  4. A4 = enkelvoudige amputatie onder knie
  5. A5 = dubbele amputatie boven de elleboog of door het ellebooggewricht
  6. A6 = enkelvoudige amputatie boven/door ellebooggewricht
  7. A7 = dubbele amputatie onder ellebooggewricht
  8. A8 = enkelvoudige amputatie onder ellebooggewricht
  9. A9 = gecombineerde amputaties van onderste& bovenste ledematen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

algemeen classificatie voor cerebral palsy

A
  • nog steeds dezelfde als CPISRA
  • 8 klassen
  • 1-4 = rolstoel gebonden
  • 5-8 = ambulant
  • door dagelijks functioneren + spiertonus testen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

namen van classes cerebral palsy

A
  1. C1 = ernstige quadriplegie
  2. C2 = zware tot middelmatige quadriplegie
  3. C3 = licht assymetrisch of symetrische tetraplegie OF ernstige hemiplegie
  4. C4 = middelmatige tot ernstige diplegie OF ernstige hemiplegie
  5. C5 = matig assymetrische of symetrische diplegie OF matige hemiplegie
  6. C6 = uitgesproken tot ernstige athetose
  7. C7 = matig tot minimale diplegie
  8. C8 = minimale diplegie of hemiplegie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

rolstoel gebonden klassen cerebral palsy

A
  1. C1 = ernstige quadriplegie
    - rolstoel = elektrische
    - spasticiteit = 3+ tot 4 met of zonder athetose in 4 ledematen
    - functionele kracht = zwak in 4 ledematen
    - controle = geen controle romp & zwakke bewegingsmotoriek
  2. C2 = zware tot middelmatige quadriplegie
    - rolstoel = met armen of benen
    - spasticiteit = 3 tot 3+ met of zonder athetose
    - functionele kracht = zwak in ledematen & romp
    - controle = handfunctie probleem
  3. C3 = licht assymetrische of symmetrisch tetraplegie OF ernstige hemiplegie
    - rolstoel = manuele rolstoel
    - spasticiteit = matig in 3-4 ledematen
    - functionele kracht = dominante BL bijna volledig functioneel
    - controle = snel grijpen & loslaten kan niet
  4. C4 = middelmatige tot ernstige diplegie OF ernstige hemiplegie
    - rolstoel = nog steeds nodig voor adl
    - stappen met hulpmiddelen mogelijk
    - spasticiteit = matig tot uitgesproken OL
    - functionele kracht = goed
    - controle = minimala problemen romp & BL
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

ambulante klassen cerebral palsy

A
  1. C5 = matige symmetrische of assymetrische diplegie of matige hemiplegie
    - wandelen = krukken nodig door snel verlies van evenwicht
    - zwakte in 1 of beide benen
    - BL rond normale
  2. C6 = uitgesporken tot zware athetose
    - wandelen = mogelijk zonder hulpmiddelen maar wel nodig voor sport
    - meer functie in benen
    - vermoeidheid speelt rol voor spasticiteit BL
  3. C7 = matige tot minimale hemiplegie
    - wandelen = zonder steun maar mankend door spasticiteit
    - spasticiteit in 1 helft van 2-3
    - goede functionaliteit van dominante zijde
  4. C8 = minimale diplegie of hemiplegie
    - wandelen = lopen & springen zonder manken
    - minimale verkorting achillespees
    - soms coorindaite verlies in 1 been
    - enkel zichtbare afwijkingen bij doorgedreven donderzoek
    - spasticiteit 1-2
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

classificatie voor les autres

A
  1. L1 = zware beperking in 4 ledematen
    - zitbalans = slecht
    - rolstoel gebonden
    - verminderde spierkracht & mobiliteit
    - spasticiteit in 1 of 2 armen
    - voorbeelden = zware MS of spierdystrofie
  2. L2 = minder beperking of in 3 ledematen
    - zitbalans = slecht tot matig
    - voorbeelden = lichtere MS of spierdystrofie
  3. L3 = beperking van minstens 2 ledematen
    - zitbalans = normaal
    - voorbeelden = hemiparese & stijfheid been samen met misvorming arm
  4. L4 = mindere mate van minstens 2 ledematen
  5. L5 = beperkte functie van minstens 1 lidmaat
    - of vergelijkbare aandoening
    - parese 1 arm
    - verstijving knie of heup
    - beenlengte vershil 7+cm
  6. L6 = weinig beperking
    - wel voldoende voor validen sport
    - osteoporose
    - vergroeiingen
    - artritis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

minimale handicap

A
  1. algemeen
    - minimale beperking die permanent & aantoonbaar is
    - overbelastingsletsels die verbeteren door rust niet
    - combinatie van meerdere niet minimale beperking kan soms wel = discussie!
    - door 1 onafhankelijke functionele classifiers = andere landen van atleet
    - chief classifier heeft laatste woord
  2. mobiliteit
    - passief met goniometer
    - heupflexie = minstens 60° beperkt
    - knie = 30°
    - schouder = 55°
    - elleboog = 45°
    - ankylosis van alle gewrichten
  3. groei
    - 7cm beenlengte verschil
    - mannen onder 130cm
    - vrouwen onder 125cm
    - IQ onder 75
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

classificatie van visuele beperking

A
  1. algemeen
    - classificatie door oogartsen
    - meting van gezichtsscherpte & gezichtsveld
    - nu enkel medische classficatie
    - amsterdamse research groep = in toekomst meer funcitoneel maken
    - sommige sporten = afsluitende bril voor resterende visuele mogelijkheden af te sluiten
  2. B1 = geen/minimale lichtperceptie
    - niet mogelijkheid om vorm van hand te onderscheiden
    - onafhankelijk van afstand of richting
  3. B2 = kan vorm van hand onderscheiden
    - visus minder dan 2/60
    - en/of gezichtveld minder dan 5°
  4. B3
    - visus 2-6/60
    - en/of gezichtveld 5-20°
17
Q

classificatie van verstandelijke beperking

A
  1. regionale & nationale competities
    - IQ lager dan 75
    - attest door arts of psycholoog van CLB
  2. internationale competities
    - uitgebreider onderzoek
    - NEO national eligibility officer = classificeren
    - sporten met wetenschappelijke onderbouw
    - zwemmen, balsporten & atletiek
18
Q

veranderingen van medische classificatie 2017

A
  1. algemeen
    - beperkt tot 10 diagnose groepen
    - eerder klinische symptomen idpv aandoening
    - niet internationaal gebruik
    - atleet, arts & nationaal comite beschikken medische documenten voor IPC
  2. 10 klinische beelden
    - verminderde spierkracht
    - vermidnerde passieve beweegelijkheid
    - visuele beperking
    - verstandelijke beperking
    - ataxtie
    - athetose
    - beenlengte verschil
    - dwerggroei
    - ontbreken van ledematen
    - hypertonie
19
Q

functionele classificatie

A
  1. algemeen
    - voor elke sport specifiek
    - onderbouwd voor wetenschappelijke onderzoeken
    - ook aandacht voor hulpmiddelen = classification manuals per sport
  2. rolstoel sporten
    - minder belang van OL beperkingen
    - wel voor
    - romp & zitbalans/symmetrie
    - BL beperking
  3. atletiek
    - lange loop afstanden = onderarm geen minimal beperking
    - sprint = wel minimal
    - effect van amputatie bewezen door onderzoek
20
Q

geïntegreerde competitie indivudele sporten

A
  1. algemeen
    - sporters uit medische classificatiegroepen samenbrengen
    - verschillende moeilijkheidsgraden op competitie niveau
  2. dressur = funcitonele profielen
    - 39 profielen ≈ oude medische classficatie
    - 2 reserve profielen voor niet gedefiniëerden
    - competitie groepen uit 39 profielen = appart voor dressuur & mennen
    - elke beperking mag bepaalde hulpmiddelen gebruiken
21
Q

geïntegreerde competitie ploegsporten sporten

A
  1. algemeen
    - elke sporter heeft een waarde
    - som waardat alle spelers op veld niet over mag
    - soms probleem voor kleine landen
  2. rolstoelbasket
    - 5 spelers per team op veld
    - max 12 punten bij nationale comp
    - max 14 punten bij internationale comp
    - 1 speler = 1 tot 4,5 punten
  3. rolstoelrugby
    - 4 spelers per team op veld
    - max 8
    - 1 speler = 0,5 tot 3,5 punten