Examens N°2 Flashcards
Wat is het vlak?
Het vlak is een oneindige verzameling van punten.
Wat is een rechte?
Een rechte is een verzameling van oneindig veel punten.
Wat is een halfrechte?
Een halfrechte is een deelverzameling van een rechte, begrensd door één van haar punten.
Wat is een lijnstuk?
Een lijnstuk is een deelverzameling van een rechte, begrensd door twee van haar punten.
Wat is de drager?
De drager van een lijnstuk of halfrechte is de rechte waarvan het lijnstuk of de halfrechte een deelverzameling is.
Wat is het snijpunt?
Het snijpunt van de twee assen (x-as en y-as) noem je de oorsprong, het heeft als coördinaat (0,0).
Uit wat bestaat de coördinaat van een punt?
De coördinaat van een punt bestaat uit twee getallen die een koppel vormen:
- de absis, het eerste coördinaatgetal, de x-coördinaat, lees je af op de x-as
- de ordinaat, het tweede coördinaatgetal, de y-coördinaat, lees je af op de y-as.
Wat zijn Collineaire punten?
Collineaire punten: 3 of meer punten die op één rechte liggen.
Wat is het midden van een lijnstuk?
Het midden van een lijnstuk is het punt op het lijnstuk dat op een gelijke afstand van de grenspunten van het lijnstuk ligt.
Wat betekent “Construeer”?
Construeer: zonder te meten.
Wat is de fuctie van de schaal?
De schaal geeft de verhouding weer tussen de afmetingen van de tekening en de werkelijke afmetingen.
In symbolen:
De afstand van punt A tot punt B is 5 cm.
d(A,B) = 5 cm
In symbolen:
De lengte van het lijnstuk [AB] is
5 cm.
|AB| = 5 cm
In symbolen:
De afstand van punt A tot punt B is gelijk aan de lengte van het lijnstuk [AB].
d(A,B) = |AB|
In symbolen:
M is het midden van [AB].
M ∈ [AB] en |AM| = |MB|