Derde jaar - Intervallen: pagina 28 - 31 Flashcards
1
Q
Gesloten interval:
Interval notatie in symbolen
A
[-3, 2]
2
Q
Gesloten interval:
Notatie met ongelijkheden
A
-3 ≤ x ≤ 2
3
Q
Open interval:
Interval notatie in symbolen
A
]-3, 2[
4
Q
Open interval:
Notatie met ongelijkheden
A
-3 < x < 2
5
Q
Halfopen (halfgesloten) interval, open in -3:
Interval notatie in symbolen
A
]-3, 2]
6
Q
Halfopen (halfgesloten) interval, open in -3:
Notatie met ongelijkheden
A
-3 < x ≤ 2
7
Q
A