Examen 2de sessie Hoofdstuk 7 Flashcards
1
Q
Hoe moet je een geheel getal tot een macht verheffen?
In woorden en symbolen.
A
Woorden: Om een geheel getal tot een macht te verheffen, vermenigvuldig je dat getal met zichzelf zo vaak als de exponent aangeeft.
Symbolen:
∀ a ∈ Ζ0, ∀ n ∈ Ν ∖ {0, 1} : a (tot de n macht) = a ⬩ a ⬩ a ⬩ … ⬩ a
(acolade)
n factoren
Speciaal geval: a (tot de eende macht) = a
2
Q
Een getal tot de nulde macht is altijd gelijk aan…
A
…1
3
Q
Wat is de vierkantswortel?
In woorden en symbolen.
A
Woorden: De vierkantswortel van a is b als en slechts als het kwadraat van b gelijk is aan a.
Symbolen: ∀ a ∈ Ν, b ∈ Ζ : (vierkantswortel van a) = b ⇔ b² = a