Evidence Based Drugpreventie Flashcards

1
Q

Wat doet de Sleutel?

A

De Sleutel: deed niet enkel een behandeling, maar ook aan crisisinterventie en
er werkten van de 200 mensen maar 8 mensen aan preventie.
De acties gaan vooral naar interventie of behandeilng en niet echt naar preventie.
Je moet in je acties preventief werken voor er iets gebeurd, kijken naar risico op en niet enkel exposure naar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarop rust effectiviteit

A

Het aantal mensen die beschikbaar zijn en een bepaald trainingsniveau kunnen implementeren

Sommige programma’s zijn gesteund op bewijs, dat werkt goed. Sommigen zijn op basis van theorieën dat is ook goed, je kan het ook baseren op waarden. Programma’s kunnen ook gebaseerd zijn op opinie’s zoals van een ex-verslaafde. Als we wetenschappelijk onderzoeken met een controlegroep wat de effecten van de interventie zijn, zien we soms dat bepaalde manieren niet effect zijn. We willen interventies gebruiken die effectief zijn.

Die programma’s moeten beschikbaar zijn en ze moeten gekend zijn. Ze moeten beschreven worden (manualised programs). Er moeten ook gezinswerkers zijn die het programma gaat implementeren en gaat toepassen. Vooral het niveau van opleiding van de gezinswerkers of leerkrachten, is heel invloedrijk op de effectiviteit. Dat wil zeggen dat we in de preventiewereld 200-tal preventie-experten hebben op wereldvlak. Er moeten standaarden worden gezet voor de opleiding van mensen die aan preventie gaan doen. Als we mensen willen trainen (gezinswerkers, leerkrachten…) dan moeten we gestandaardiseerde programma’s hebben en een curriculum. We moeten weten wat we willen bereiken en via welke methode we het willen doen.

Een gestandaardiseerde benadering vonden ze vroeger in gezinswerking niet goed, daarom vond je dat dus nergens. Ze willen eerst de cliënt horen, kijken wat ze nodig hebben en gaan dan een programma op maat maken. Maar je moet wel kijken of een bepaalde benadering die effectief is en deze gaan gebruiken aangepast aan je doelgroep of cliënt. Maar gestandaardiseerde programma’s zijn dus wel van belang.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is UNODC?

A

International Standards on Drug prevention

= voor drugs en criminele activiteiten ; welke categorieën van programma’s bereiken een hoge kwaliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is EDPQS?

A

European Drug Prevention Quality Standards = welke interventies zijn goed maar op welke manier zijn ze op een proces gebaseerd en hoe moet je werken om aan de kwaliteitsvereisten te voldoen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn de substance use prevention theorie?

A
BANDURA SOCIAL
LEARNING THEORY (1977)

CATALANO POSITIVE YOUTH
DEVELOPMENT (1999)

HAWKINS RISK AND
PROTECTIVE FACTORS  (1992)

AJZEN & FISCHBEIN THEORY
OF PLANNED BEHAVIOR (1991)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn de substance use prevention theorie?

A
BANDURA SOCIAL
LEARNING THEORY (1977)

CATALANO POSITIVE YOUTH
DEVELOPMENT (1999)

HAWKINS RISK AND
PROTECTIVE FACTORS  (1992)

AJZEN & FISCHBEIN THEORY
OF PLANNED BEHAVIOR (1991)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de Bandura social learning theory?

A

Deze theorie werd niet algemeen toegepast vroeger, dit was een nieuwigheid dat het beter werkt dat je leerlingen in kleine groepen laat samen werken en laat leren van elkaar. Interactief werken voor de leerkracht in de school, voor de gezinswerker wil dit zeggen dat de werker na een oudercontact groepjes van ouders gaat maken om te spreken over hoe ze praten met hun kinderen, zo leren ze van elkaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de Catalano Positive Youth Development?

A

Wat is het effect van mensen iets positief te laten uitdrukken over jezelf of over een ander = gelukzak actie. Dit is het beeld van een kruk op drie poten: je zit met zelfvertrouwen op de kruk als ook echt drie poten onder staan en in balans staan. De eerste poot is die van de zelfwaardering, als ik zelfvertrouwen wil dan moet ik mezelf waarderen eerst. De tweede poot is waardering van anderen. Als derde poot heb je ook verantwoordelijkheid nodig, want stel je voor dat de prof zegt van je doet dat goed en volgend jaar nodigt hij je niet meer uit voor een lezing, wil dat niet zeggen dat je het niet kan. Je moet de kans krijgen van je trainer, leraar om te tonen wat je kan en verantwoordelijkheid nemen om de kans te nemen om te tonen wat je kan. Zelfvertrouwen is iets anders dan introvert of extrovert zijn, het is een vaardigheid waar je aan kunt veranderen, waar je aan kan werken door effectief meer open te staan voor als iemand eens iets goeds van je zegt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de Hawkins Risk and Protective Factors?

A

Risico en beschermende factoren zijn belangrijk om het kind te kennen. Hier werd vroeger minder over nagedacht, rookpreventie was gewoon zeggen dat je daar van kan dood gaan. Dat is het omgekeerde dan nadenken over risico en bescherming. Er zijn fysieke risico’s die bepaald gedrag met zich meebrengen en het gaat ook naar je hersenen wanneer je middelen gebruikt. Het is een bepaalde chemie en elektriciteit… je lichaam gaat die weg volgen om je rustig te voelen en gaat niets meer doen om zelf dopamine op te wekken. Dat fysieke proces is verslaving. Het verschil kennen tussen fysieke risico’s en geestelijke risico’s zoals gewenning vanuit de sportwereld of het uitgaan aan een pilletje, als je het een paar keer ervaren hebt is het niet fysiek maar eerder geestelijk dat je denkt dat je ander gedrag kan tonen. Verslaafd geraken is fysiologisch, verslaving is geestelijk. Er zijn sociale risico’s waar men niet aan denkt bv. Vriend is agressief wanneer hij gedronken heeft tegenover zijn vriendin.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de Ajzen en Fischbein Theory of Planned Behavior?

A

Wat ik doe, daar gaat een proces vooraf van keuzes. Zo is een rollenspel dat aantoont, als je bij een bepaalde groep wilt gaan op welke basis doe je dat? Kopieer je het gedrag, vraag je aan een vriend wat de criteria zijn? Is het een open code groep of een gesloten code groep, het is een voorbeeld van rollenspel dat duidelijk gebaseerd is op de reasoned action theory.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het iatrogene effect?

A

Dat is niet alleen effectief zijn maar ook veilig, de laagste iatrogene effecten hebben. Het slaat op verkeerde informatie, verkeerde doelgroep, normvernauwing en toegang tot faciliteiten.

Iatrogeen = ze zijn genezen, maar worden terug ziek doordat ze terug die aandacht willen van de dokter. Dit is het omgekeerde effect creëren. Als je niet wetenschappelijk gebaseerde instructies volgt, kan je dus het omgekeerde effect creëren.
Norm vernauwing: de jongens en meisjes met contract moeten gaan omdat ze drie keer gepakt zijn met een jointbv.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de cirkel van EDPQS?

A
  • needs assessment
  • resource assessment
  • programme formulation
  • intervention design
  • management and mobilization of resources
  • delivery and monitoring
  • final evaluations
  • dissemination of improvement
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waaraan moet gedacht worden bij de cirkel van EDPQS?

A
  • sustainability and funding
  • communication and stakeholder involvement
  • staff development
  • ethical drug prevention
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn omgevingsinterventies?

A

Dit is de sociale omgeving dat vorm geeft aan normen en overtuigingen over gevolgen van risicogedrag (recht of regulering).

Het gaat wijzigingen maken in de manier waarop mensen gaan beslissen. Het heeft ook een breder bereik dan gedragsinterventies alleen. Daarnaast heeft het ook meer impact en is het houdbaar en kan gedaan worden met vertrouwen.

= structurele preventie
De bedoeling is om context van beslissingen te veranderen bv leeftijdslimiet stellen voor bier

Soc omgeving: accepteren mensen het om dronken te rijden? = soc norms

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is nudging?

A

Het is een automatisch proces van op impliciet (motivatie door informatie), cognitief (capaciteit) en individueel vlak (opportuniteit door een beetje te pushen).

Normatief beeld: veel mensen gaan zonder erover na te denken een positieve norm in het sportterein ziet opduiken. = nudgen -> door trappen te vermeerderen en de roltrappen te laten verdwijnen

Het is het creëren van een opportuniteit door normatieve controle en restricties en stimulering. Het zorgt voor het een duwtje in de goede richting door de goede keuze makkelijker en aantrekkelijker te maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waar vallen kwetsbare individuen onder?

A

Dit zijn bijv. kinderen met een high risk. Deze vallen deels onder universele preventie (unplugged), selectieve preventie (stay in school) en behandeling (dopingmechanismen voor impulsieve reacties).

17
Q

Wat zijn energizers?

A

Ze organiseren de interactieve oefeningen. We hebben nood aan een veilig klimaat, nl. een try out in een veilige omgeving. Energizers gaan hieraan bijdragen tot de condities voor lifeskills Laboratory

18
Q

Hoe is comprehensive social influence (CSI) tot stand gekomen?

A

Sinds de late jaren tachtig was er enkel kennis, daarna dat met weigeringsvaardigheden en daarna ook met levensvaardigheden. De combinatie van de drie vormen CSI.

19
Q

Wat is de taak van de ouders in preventie tot druggebruik?

A

Het gebruik van nicotine, alcohol en cannabis door een ouder en de gezochte toestemming zorgt voor een risico. Voor meisjes bestaat er een risico op het gebruik van medicatie die niet is voorgeschreven ook al dient die voorgeschreven te worden. De ontvangen toestemming is vooral gebaseerd op assumpties in de afwezigheid van impliciet en expliciete boodschappen of statements.

Ouders hebben een significante rol in het verzamelen van informatie bij jongeren. Ze zijn een bron van informatie die dichtbij en betrouwbaar is. Ze leren kinderen om mediawijs te zijn.

20
Q

Wat zijn de mediators die effectief zijn?

A
  • positieve houding tegenover drugs
  • negatieve attitude
  • positieve overtuigingen
  • negatieve overtuigingen
  • kennis
  • perceptie van het aantal vrienden die gebruiken
  • weigeringsvaardigheden
  • perceptie van een positief klasklimaat