Ergonomie, hef & tiltechnieken Flashcards

1
Q

effect van rugpijn op maatschappij

A
  1. gevolgen
    - 12% ziekte verzuim van 28d+
    - zaak die genormaliseerd is voor op werk niet aanwezig zijn
    - 1/20 kan niet terugkeren naar werk
  2. kosten
    - bijna 10.000 aan kosten per jaar per patient
    - 3.300 direct = medisch
    - 6.600 indirect = uitkering
  3. terugkeren naar werk
    - vaker hulpvraag dan pijn
    - nood aan aanpassingen = ergotherapeut
    - bewust maken dan ADL met pijn mogelijk is
    - werk heeft positieve effecten op gezondheid & mentaal welzijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

multidiciplinaire benadering

A
  1. onderdelen
    - arts & medicatie
    - cognitieve therapie = angst & overtuigingen
    - kinesitherapie
    - ergotherape
    - ergonomische interventies van werk = manier van werken & steun van werkgever
  2. effect
    - daling van pijn
    - stijging van functionele uitkomst & return to work
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

definitie van ergonomie

A
  1. delen
    - fysieke = vormen & krachten van menselijke lichaam tov. omgeving
    - cognitieve = waarnemen, verwerken & onthouden van informatie
    - organisatorische = interactie mens & bedrijfsstructuur
  2. inhoud
    - aanpassen van omgeving voor de mens
    –> NIET aanpassen van de mens voor de omgeving
    - vooral voor werksituaties
    - gezond & efficiënt werken
  3. doel
    - daling van belasting op lichaam = verhogen van confort
    - preventie van werkgerelateerde MMS & wervelaandoeningen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

algemene principes

A
  1. rekening houden met
    - anatomie
    - antropometrie
    - biomechanica
    - fysiologie
    - fysieke activiteit
  2. topics
    - werkhoudingen
    - manueel hanteren vanlasten
    - repetitieve bewegingen
    - veiligheid & gezondheid
  3. aspecten
    - vermijd
    - plan
    - ontspan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

vermijden

A
  1. onnodig tillen
  2. langdurig staan
  3. gebrek aan beweging
  4. bewegingen
    - flexie
    - flexie + rotatie
    - hyperextensie
    - lateroflexie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

tillen & heffen

A
  1. techniek voor tillen
    - grote steunbasis = dynamische voetenstand rond voorwerp
    - voorwerp zo dicht tegen romp
    - variatie van manier = belasting op verschillende structuren
  2. technieken voor heffen van de grond
    - dynamsiche voetstand, gebogen knieën & geen overdreven rugflexie
    - ontspannen schouders & gestrekte armen
    - topzware houding = minimaliseren van schouders voor knieën
    –> erg belastend voor posterior keten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

vermijden van tillen

A
  1. voorkomen
    - vermijd onnodig tillen
    - plan voor andere manier dan tillen = duwen, trekken, kantelen
    –> gebruik van lichaamsgewicht
    - hulpmiddelen & iemand anders
  2. vermijden van
    - boven hoofd
    - lange duur houden maar ook snelle bewegingen
    - grenzen van beweegelijkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

spieractivatie in bepaalde houdingen

A
  1. algemeen
    - langzitten niet oorzaak voor lage rugpijn, wel versterker ervan
    - neutraal is beste houding
  2. neutrale active houding
    - neutrale lordose & thoracaal relax
    - coactivatie van multifidus & MOIA
  3. doorgezakte houding
    - retroversie van bekken & thoracolumbaal relex
    - hogere activiteit van cervicale extensoren
  4. thoracaal rechte houding
    - thorcaal recht & schouders in retractie
    - hogere activiteit van thoracale extensoren = globale spieren met type II
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

ontspannen van wervelzuil in lig

A
  1. belasting op rug
    - weerstand = krommingen^2 + 1 = 10
    - krommingen zijn noodzakelijk voor belasting te normaliseren
    - enkel ontspannen als deel van gevarieerd bewegingspatroon
    - ook tijdens lange ontspanning = bewegingspauzes -> principe van creep
  2. ruglig
    - kussen onder bovenbeven
    - psoas houding = 90/90 flexie in knie & heup door blokkussen
    –> ontspanning van iliopsoas
  3. zijlig
    - ontspannen rugspieren ook
    - kussen tussen knieën kan meer confort geven
  4. buiklig
    - afgeraden
    - torsie in nek & mogelijk andere delen van rug
    - matras = halfhard, zachte schouderzone & harde bekken/lenden zone
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

statische / dynamische belasting

A
  1. statisch
    - belastend voor bloedcriculatie & bewegingsapparaat
    - zoveel mogelijk variatie in houdingen
    - open zithoek beter voor bloedcirculatie
    - statisch staan = max 1u achtereen & 4u per dag
    - grotere lordose door hakken dragen
  2. dynamisch
    - in stand = maximaal 25kg
    - in zit = maximaal 4.5kg
    - verschillen door = individu, soort last & omstandigheden
    - meeste gewicht dragen rond elleboog & schouder handhoogte
    - alles dat hiervan afwijkt is meer belastend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

belasting van rug

A
  1. anatomisch
    - fysiologische houding = ondersteuning door spieren
    - vanaf beweging = ligamenten helpen ondersteunen
    - lig lonitudinale = beperken van overmatige flexie (posterior) & extensie (anterior)
  2. effect van beweging op tussenwervel schijven
    - flexie -> kleinere ventrale ruimte-> kern naar dorsaal -> grotere spanning op rug
    - lateroflexie -> andere kant
    - rotatie -> uitrekken van lamellen in ringen -> toename van interne druk
    - ringen kunnen breken = kern door scheuren naar dorsaal geduwd
    - flexie & rotatie = meest belastend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

druk & schuif krachten

A
  1. drukkrachten
    - normale stand: inwendige druk = uitwendige druk
    - last dragen = verhogen van uitwendige druk
    - stijgen van intradiscale druk
    - grote stijging bij flexie
  2. afschuifkrachten
    - grootst op onderste L5 & L4
    - 30° tov. horizontale
    - rugspieren & schijven niet bestand tegen grote afschuifkrachten
    - als laminae beschadigd = kans nog hoger
  3. krachtgrootte afh van
    - gewicht van last
    - houding van lichaam: meer naar flexie = groter
    - afstand tussen last & lichaam
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

fysieke risicofactoren voor werkgerelateerde MSS

A

= 40% van niet specifieke LBP

  1. zwaar werk
    - tillen, verplaatsen, duwen & trekken
    - drukbelasting
    - ongemakkelijke houdingen = handen boven schouderhoogte
  2. specifieke omgevingen
    - trillingen = hele lichaam maar ook handen & armen appart
    –> chauffeurs
    - stationaire houdingen
    - slechte atmosferische omstandigheden
    - gladde vloeren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

oraganisatorische risicofactoren voor werkgerelateerde MSS

A
  1. functie op werk
    - veel eisende taken
    - repitieve taken
    - hoog werktempo
  2. risico beroepen
    - bouw
    - voeding
    - schoonmaak
    - zorg
  3. psychosociaal op werk
    - gebrek aan controle mogelijkheden op werk
    - weinig voldoening van werk
    - negatieve interactief met anderen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

individuele risicofactoren voor werkgerelateerde MSS

A
  1. medisch
    - voorgeschienis
    - fysieke kenmerken = groter
    - leeftijd = piek rond 50
    - geslacht = vrouwen
  2. psychosociaal
    - levenskijk
    - angst
    - depressie
    - stress
    - maladaptieve overtuigingen over pijn
    - inadequate pijncognities
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

voorkomen van werkgerelateerde MSS

A
  1. algemeen
    - variatie in beweging & houding
    - goeie algemene levensstijl
    - werktijden bij hoge fysieke belasting beperken
  2. tillen
    - gepaste technieken
    - externe hulp vb: patiënten lift
    - omstandigheden optimaliseren = hoogte, afstand & gewicht
  3. kantoor
    - vermijden van extreem lage temperaturen
    - vermijden van tochtige ruimtes
    - kantoorstoelen met verstelbare onderdelen
17
Q

ergonomie bij patiënt verplaatsingen

A
  1. definitie
    - elke beweging van (lichaamsdeel van) de patiënt
    - gewicht & herhalingen verhogen risico
    - probleem = in andere werkomgevingen ligt maximum op 25kg mannen & 16kg vrouwen
    –> patiënten wegen vele malen meer
  2. voorbereiding
    - aangepaste kledij
    - voldoende ruimte
    - planning & overleg
  3. uitvoeren
    - patiënt zoveel mogelijk laten meehelpen
    –> inschatten wat patiënt aankan
    - tijdens tillen naar patiënt kijken
    - vermijden van onder oksel, rond nek & buikregio
18
Q

houdigen bij ergonomische hef & til technieken

A
  1. bank/gewichtheffershouding
  2. golfersbeweging
  3. rappel
  4. strijkersstand
  5. vleugelstand
  6. voor-achterwaarste buigstrekbeweging
  7. zijwaarste buigstrekbeweging
19
Q

ergonomie in de wagen

A
  1. zetel zelf
    - 4 vingers tussen knieholte & zetel
    - rugleuning op 110°
    - druk aan lenden aanpassen dat voelbaar is
  2. zetel tov. auto
    - minimaal vuist tussen dak & hoofd
    - hoofdsteun niet boven hoofd & maximaal 5cm weg van hoofd
    - pedalen bereikbaar zonder volledige extensie
    - geen belemmering van achteruitzicht
  3. stuur
    - best hoogte & diepte verstelbaar
    - handpalm in rust op stuur = schouderbladen ondersteund tegen zetel
    - handen op schouder hoogte
  4. zicht
    - achteruitkijk spiegel: 2/3 weg & 1/3 lucht
    - linkerkant binnenspiergel = linkerkant achterruit, zelfde met onderkant
20
Q

ergonomie van werkplekinrichting: omgeving

A
  1. verlichting
    - bureau tafel loodrecht op 2m van venster
    - licht/zonwering
  2. andere zaken
    - frisse lucht maar geen rechtstreekse tocht
    - ideale temperatuur = 20-23°
    - ideale luchtvochtigheig = 40-70%
21
Q

ergonomie van werkplekinrichting: bureau

A

volgorde van belang!

  1. stoel
    - voeten plat op grond
    - bekken iets hoger dan knieën: heuphoek > 90%
    - afstand knieholte -> stoel = gebalde vuist
    - steun moet gevoeld worden aan lage rug & natuurlijke krommingen behouden
    - armsteunen op ellebooghoogte
    - voldoene variatie
    - dynamische stoelen afgeraden bij acute lage rugpijn
  2. hoogte van tafel
    - als niet verstelbaar dan
    - blokjes indien te laag
    - stoelhoger met voetsteun indien te hoog
  3. beeldscherm
    - recht voor u met bovenrand op ooghoogte
    - scherm op armlengte
    - laptop = houder met extern toetsenbord of extern scerm
    - toetsenbord op 15cm van tafel
    - muis dicht bij lichaam
22
Q

ergonomie van werkplekinrichting: gedrag

A
  1. telefoneren
    - afwisselend staand & zittend telefoneren
    - gebruik van headset = elevatie schouder vermijden
  2. pauzes
    - langdurig zittend vermijden
    - elk uur onderbreken met pauze = pauze software
    - rechtstaan & bewegen
    - bewegingsoefenignen & circulatoire oefeningen
23
Q

bewegingsdriehoek

A
  1. elk uur zitten doorbreken
  2. elke dag bewegen
  3. meedere keren per week matig intensief sporten
  4. elke week hoog intensief sporten