El restaurante NL- SP Flashcards
de fooi
la propina
goedkoop
barato
duur
caro
leeg
vacío
vol
lleno
vroeg
temprano
laat
tarde
rustig
tranquilo
lawaaierig
ruidoso
het eten
la comida
het is lekker
está rico
Ik vind het niet lekker
No me gusta
het gerecht
el plato
iets anders
algo diferente
het drankje
la bebida
de soep
la sopa
het dessert
el postre
als voorgerecht
de primero
als hoofdgerecht
de segundo
het glas
el vaso
de fles
la botella
de kan water
la jarra de agua
vandaag
hoy
Ik heb zin in…
Me apetece…
Ik heb geen zin in…
No me apetece…
Ik heb honger
Tengo hambre
Ik heb dorst
Tengo sed
geen idee
ni idea
ik wil
quiero
wil je…?
¿quieres…?
het is open
está abierto
het is gesloten
está cerrado
ik breng
traigo
het water
el agua
de ui
la cebolla
de knoflook
el ajo
het zout
la sal
daar
allí
hier
aquí
naast
al lado
het vlees
la carne
de vis
el pescado
eten
comer
de straat
la calle
ik denk
creo
de lepel
la cuchara
het mes
el cuchillo
de vork
el tenedor
met
con
zonder
sin
het raam
la ventana
alleen maar
solo
Waar heb je zin in?
¿Qué te apetece?
de rekenning
la cuenta
Nog iets?
¿Algo más?
