effects of drugs Flashcards
1
Q
goed voor slaap
A
promote sleep
2
Q
opgenomen in bloedsomloop
A
absorbed into the blood stream
3
Q
hormoonproductie stimuleren
A
stimulate the production of hormones
4
Q
medicatie tegenwerken
A
interfere with other drugs
5
Q
misselijkheid onderdrukken
A
supress nausea
6
Q
een stoppende werking hebben
A
have an inhibitory effect
7
Q
bloedvaten die uitzetten
A
dilate the blood vessels
8
Q
aantasten
A
impair
9
Q
voor neveneffecten zorgen
A
cause side effects
10
Q
pols vertragen
A
reduce the heart rate
11
Q
pijn verlichten
A
alleviate pain
12
Q
ontsteking verbeteren
A
sooth inflammation
13
Q
vervangen
A
replace