Een kritische analyse van seksuele dysfuncties (hypoactieve seksuele verlangen stoornis) Flashcards
Hoe moeten we seksuele dysfuncties benaderen?
Twee typische benaderingswijzen:
- Objectief. Specifiek seksueel gedrag wordt afgemeten aan een bepaalde norm
- Functioneel. Er wordt gekeken naar wat tevredenheid promoot en wat in zekere mate het probleem is voor de patiënt, de partner of de relatie
Wat bepaalt of iets normaal of abnormaal is?
Klinisch oordeel?
- Bij seksuele dysfuncties zijn er geen criteria waarop je kan terugvallen
- De clinicus moet het bepalen
- De diagnose moet gebaseerd zijn op een aantal elementen: individuele karakteristieken, interpersoonlijke determinanten, levenscontext, culturele setting, stimulatie en interpersoonlijke moeilijkheden
Populatie data?
- Seksueel verlangen zal normaal verdeeld zijn
- Maar waar trekken we de grens voor het stellen dat iemand een probleem heeft?
Laboratorium studies?
Algemene kennis?
Stimulatie?
- Er zijn veel verschillende vormen van stimulatie
- Maar welke is goed en welke is slecht?
Conclusie: we hebben een andere standaard nodig, aldus de functionele benadering.
Wat kan je vertellen over de functionele benadering?
- onderscheid tussen aanwezigheid van een stoornis en het ervaren van een probleem
- redenen waarom bepaalde zaken een probleem kunnen zijn: seksueel plezier vermindert, mensen voelen zich abnormaal, handicap in de relatie, seksueel functioneren is in conflict met andere doelen van de partner, partner klaagt over problemen
Hoe gaat de functionele benadering te werk?
- van achter naar voren: vraag eerst wat er lastig is
- probeer op een ruwe manier een idee te krijgen over welke dysfunctie het gaat
- probeer na te gaan of er adequate stimuli is, zowel fysieke als psychisch
- probeer na te gaan wat de situatie is tussen de dysfunctie en distress
Seksueel verlangen bestaat uit twee elementen.
- spontaan seksueel verlangen / seksuele honger
- seksueel verlangen als respons op een bepaalde stimulus
Redenen waarom mensen seksueel verlangen willen: emotionele relatie versterken, relatie bevestigen, jezelf aantrekkelijk voelen, om een bepaalde verwachting in te vullen
Wat is de (basis) seksuele responscyclus van Basson.
- Basson deed enkel onderzoek naar vrouwen
- we bevinden ons in een situatie van seksuele neutraliteit
- je raakt geprikkeld
- je gaat op zoek naar of bent receptief voor seksuele stimuli
- deze stimuli wordt biologisch en psychologisch verwerkt
- er ontstaat seksuele opwinding
- subjectieve seksuele opwinding zorgt voor verlangen en meer opwinding
- seksuele stimulatie leidt tot emotionele en fysieke bevrediging
- uiteindelijk kom je uit bij emotionele intimiteit
- volgens Basson hebben mannen dit gedeelte niet nodig en gaan ze direct over naar de situatie van seksuele neutraliteit
Hoe wordt het model van Basson uitgebreid?
- met seksuele honger / spontaan seksueel verlangen
- seksuele stimuli die je tegenkomt, ga je meer positief verwerken
- seksuele honger gaat opwinding eveneens bijsturen
- dit model maakt dat je andere elementen kan gaan opnemen in de vrouwelijke seksuele motivatie zoals emotionele intimiteit, context, psychologische factoren, uitkomst van seksuele activiteit met je partner, verlies van gedachten
Wat zijn psychologische factoren die seksueel verlangen kunnen verminderen? + bij wat hoort dit?
- model van Basson
- niet-seksuele afleiding
- gevoel van niet te voldoen
- negatieve seksuele ervaringen
- biologische factoren
- depressie
- vermoeidheid
- hormonale factoren
Je krijgt het idee dat er geen aangeboren spontaan verlangen is, waardoor je niet op zoek wil gaan naar of niet responsief bent voor seksuele stimuli.
Seksuele opwinding bestaat uit twee elementen. + bij wat hoort dit?
- model van Basson
- Objectieve component. Genitale congestie en vaginale smering
- Subjectieve component. Gevoel van opgewonden zijn, gedachten en emoties die met opwinding te maken hebben
Bij vrouwen is er een lage correlatie tussen deze twee. Ze maken meer gebruik van contextuele cues om zichzelf als opgewonden te bestempel dan door naar de genitaliën te kijken. Laatstgenoemde is wat mannen doen.
Het gaat hier over: mentale seksuele opwinding, genitale kloppen, tintelingen, veranderende spierspanning, bloeddruk, vaginale smering
- Seksuele stimuli veroorzaakt genitale congestie (respons AZS)
- In welke mate dit samenhangt met subjectieve opwinding is onbekend
- Seksuele stimuli gaan we verwerken, biologisch en psychologisch
- Dat heeft een impact op hoe je de context en de stimuli gaat verwerken alsook op je emotionele respons
Wat heeft ervoor gezorgd dat Basson is beginnen differentiëren tussen verschillende types van opwindingsstoornissen?
- seksuele stimuli kan zowel positieve als negatieve gedachten veroorzaken
- vaginale congestie is soms gecorreleerd met angst, bezorgdheid en afkeer
Er is mentale en genitale opwinding
- gegeneraliseerde opwindingsstoornis: geen genitale of mentale opwinding
- genitale opwindingsstoornis: geen genitale, wel mentale opwinding
- gemist arousal: lichamelijk opwinding maar geen aandacht ervoor
- dysfore arousal: lichamelijke opwinding maar geen pos connotatie (meer)
- anhedonisch arousal: lichamelijke opwinding maar koppelen er niets neg/pos aan
Wat zegt Basson over vaginisme?
- hoe vagina reageert, is afhankelijk van de context waarin dit gebeurd en wie de vagina benadert
- er is zeer veel inter- en intrapersoonlijke variatie in de spierspanning
- Basson zou deze vrouwen eerder beschrijven als PARVE: phobic anxiety regarding vaginal entry
