DSM-V en dysfuncties Flashcards

1
Q

Wie bepaalt wat goede/gezonde/legale seksualiteit is?

A

In elke cultuur is er de wens om meesterschap te krijgen over seksualiteit en relaties.
Vroeger was er een moreel-religieuze en een juridische benadering.
- de kerk bepaalde welke vormen van seksualiteit minder zondig waren
- de wetgever geeft aan welke vormen van seksualiteit illegaal zijn

Aan het einde van de 19e eeuw is er een overgang geweest naar een psychiatrisch-psychologische benadering.

  • zij bepaalden welke vormen van seksualiteit normaal/gezond zijn
  • seksualiteit behoort nu tot de gezondheid van mensen
  • een afwijking is een psychiatrische ziekte dat een medische behandeling vereist
  • de norm dat het gaat om heteroseksuele coïtus binnen het huwelijk bleef bestaan, alles wat daarvan afweek was abnormaal en ongezond
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe zijn de seksuele stoornissen in de DSM tot stand gekomen?

A
  • ‘Psychopathia Sexualis’ van Von Krafft-Ebing was uitgekomen
  • Dit zorgde voor een opname van seksuele dysfuncties in de DSM-I (jaren 50)
  • In de DSM-II (jaren 60-70) worden alle afwijking mbt seksualiteit gepubliceerd waaronder pedofilie, homoseksualiteit, sadisme, masochisme, voyeurisme. Erectiestoornis of genderidentiteitsstoornis werd hier niet in opgenomen. Dit omdat onderzoek naar seksualiteit pas laat op gang is gekomen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe verhouden de DSM, Kinsey en Masters en Johnson zich tegenover elkaar?

A
  • 1948: Kinsey, onderzoek naar belevingsaspecten seksualiteit
  • 1952: DSM-I
  • 1966: Masters en Johnson, seksuele responscyclus
  • 1968: DSM-II
  • 1970: Masters en Johnson, boek met behandelmethoden voor seksuele dysfuncties

De wetenschap over seksualiteit was nog niet voldoende doorgedrongen om reeds opgenomen te worden in de classificatiesystemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat met homoseksualiteit?

A
  • In de jaren 70 zijn homoseksuelen op straat gekomen om hun eigen rechten als zijnde een variatie op de normaliteit gaan opeisen
  • Naarmate meer mensen naar buiten kwamen met het idee dat homoseksualiteit toch niet zo’n probleem was, is de APA zich meer gaan terugtrekken
  • In de herdruk van de DSM-II in 1973 werd homoseksualiteit vervangen door een seksuele oriëntatie stoornis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe zijn de psychoseksuele stoornissen opgedeeld in DSM-II?

A

Onder de grote noemer van psychoseksuele stoornissen:

Genderidentiteitsstoornissen

  • transseksualiteit
  • genderidentiteitsstoornis vanaf kindertijd
  • atypische genderidentiteitsstoornis

Parafilieën

  • fetisjisme
  • transvestisme
  • zoöfilie
  • pedofilie
  • exhibitionisme
  • voyeurisme
  • sadisme
  • masochisme
  • atypische parafilie

Psychoseksuele dysfuncties

  • geremd seksueel verlangen
  • geremde seksuele opwinding
  • geremd vrouwelijk orgasme
  • geremd mannelijk orgasme
  • premature ejaculatie
  • functionele dyspareunie
  • functioneel vaginisme

Andere psychoseksuele stoornissen

  • egodystoon homoseksualiteit
  • psychoseksuele stoornis
  • niet anders geclassificeerd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is er veranderd in DSM-III revised ?

A
  • egodystone homoseksualiteit wordt geschrapt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is er veranderd in DSM-IV?

A
  • overkoepelend thema ‘psychoseksuele stoornissen’ wordt ‘seksuele en genderidentiteitsstoornissen’
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is er veranderd in de DSM-V?

A
  • 2015
  • drie aparte hoofdstukken ipv één overkoepelend: seksuele dysfuncties, parafilieën en genderdysforie (besef dat gender niets met seksualiteit te maken heeft)
  • seksuele dysfuncties zijn klinisch significante verstoringen in de mogelijkheid van een persoon om seksueel te reageren en/of seksueel plezier te ervaren. Voor het eerst wordt het concept van plezier naar boven gehaald
  • mate waarin de seksuele disfunctie het gevolg is van inadequate seksuele stimuli of culturele factoren die verwachtingen en /of verboden met zich meebrengen. Er wordt erkent dat seksualiteit onderhevig is aan culturele factoren en dat niet iedereen dezelfde vorm van stimulatie nodig heeft. De clinicus moeit wel nog steeds het klinisch oordeel vellen
  • de subtypes blijven gelijk: levenslang/verworven, gegeneraliseerd/situationeel, psychologische factoren/gemengde factoren
  • enkele specifiers worden benoemd die iets zeggen over de mogelijke etiologie en dus een aanknopingspunt geven om na te denken over een mogelijke behandeling. Er wordt gekeken naar: partnerfactoren, relationele factoren, individuele kwetsbaarheid, culturele/religieuze factoren en medische factoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Seksuele aversie stoornis wouden ze uit de DSM-V verwijderen, wat waren de mogelijke opties?

A
  • schrappen en definitie van vaginisme uitbreiden tot vrouwen met een seksuele afkeer
  • schrappen en genitale contactfobie werd ondergebracht onder specifieke fobieën
  • SAD wordt behouden als seksuele dysfunctie

Wat is er uiteindelijk mee gebeurd?
Ze hebben deze weggestoken onder ‘andere specifieke seksuele disfuncties’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke stoornissen zijn in overweging genomen voor de DSM-V en wat is er mee gebeurd?

A
  • hyperseksuele stoornis (niet opgenomen)
  • seksuele stoornis agv een algemene medische aandoening (wel opgenomen)
  • parafiele dwangstoornis (wel opgenomen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een hyperseksuele stoornis?

A

Intense seksuele fantasieën, driften en seksueel gedrag, met vier of meer criteria
- overmatige veel tijd wordt in beslag genomen
- herhaaldelijk mee bezig zijn in reactie op dysforische stemmingen
- herhaaldelijk mee bezig zijn in reactie op stressvolle levensgebeurtenissen
- herhaaldelijke maar onsuccesvolle pogingen om te verminderen
- herhaaldelijk gedrag vertonen zonder rekening te houden met emotionele of fysieke schade op zichzelf of anderen
Persoon is minstens 18 jaar oud.
Specifiers: masturbatie, pornografie, seksueel gedrag, cyberseks, per telefoon, stripclubs
Specifiers: in remissie of in gecontroleerde omgeving

Deze stoornis werd niet opgenomen in de DSM-V met als reden dat we niet kunnen bepalen wat een teveel aan seks is. Een te weinig aan seks kunnen we blijkbaar wel bepalen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een seksuele stoornis agv een algemeen medisch probleem?

A

Seksuele disfunctie is te wijten aan de algemene medische aandoening
Specifiers: verminderd arousal, verminderde erectie, verstoord orgasme, vroegtijdige zaadlozing, genito-bekkenpijn, penetratieproblemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een parafiele dwangstoornis?

A

Intense seksuele opwinding door seksuele dwang, zoals blijkt uit fantasieën, driften of gedragingen
Zorgt voor distress of persoon heeft seksuele stimulatie gezocht uit het forceren van seks op drie of meer niet-instemmende personen bij afzonderlijke gelegenheden
Specifiers: in remissie of in gecontroleerde omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke stoornissen vinden we in de DSM-V classificatie van vrouwelijke seksuele problemen?

A
  • vrouwelijke seksuele interesse / opwindingsstoornis
  • vrouwelijke orgasmestoornis
  • genito-pelviene pijn/penetratiestoornis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke stoornissen vinden we in de DSM-V classificatie van mannelijke seksuele problemen?

A
  • mannelijke hypoactieve seksuele begeerte stoornis
  • erectiestoornis
  • vroege ejaculatie
  • uitgestelde ejaculatie
  • door middelen/medicatie geïnduceerde seksuele disfunctie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de vrouwelijke seksuele interesse / opwindingsstoornis en vergelijk met DSM-IV.

A

DSM-IV: ‘hypoactieve seksuele begeertestoornis’ en ‘vrouwelijke seksuele opwindingsstoornis’. Deze werden samengenomen omdat vrouwen die komen consulteren voor een verminderd verlangen eveneens opwindingsproblemen hebben.
Het lijden van de partner kon ervoor zorgen dat de patiënt een stoornis had. Dit is er uit gehaald in DSM-V.

DSM-V: vrouwelijke seksuele interesse/opwindingsstoornis
Gebrek aan of sterk verminderde seksuele belangstelling
- afwezigheid of verminderde interesse in seksuele activiteit
- afwezigheid of verminderde seksuele/erotische gedachten of fantasieën
- geen/weinig initiatief tot seksuele activiteit en doorgaans niet ontvankelijk voor pogingen partner
- afwezigheid of verminderde seksuele opwinding tijdens bijna alle seksuele activiteiten
- geen of weinig interesse als reactie op interne of externe seksuele prikkels
- afwezigheid of verminderde genitale of niet-genitale gewaarwordingen tijdens bijna alle seksuele activiteiten
Specifiers: levenslang/verworven, gegeneraliseerd/situationeel
Huidige ernst: lichte angst, matige angst of ernstige ongerustheid over symptomen

17
Q

Wat is de vrouwelijke orgasmestoornis en vergelijk met DSM-IV.

A

DSM-IV: vrouwelijke orgasmestoornis.
Er is niet veel veranderd in de DSM-V

DSM-V: vrouwelijke orgasmestoornis
Aanwezigheid in bijna alle seksuele activiteiten
- uitstel, onregelmatigheid of afwezigheid van orgasme
- verminderde intensiteit van orgastische gewaarwording (veel menopauzale vrouwen zouden hieronder vallen)
Specifier: levenslang/verworven, gegeneraliseerd/situationeel, nooit een orgasme ervaren (overbodig: levenslang gegeneraliseerd)
Huidige ernst: lichte angst, matige angst, ernstige angst voor symptomen

18
Q

Wat is genito-pelviene pijn / penetratiestoornis en vergelijk met DSM-IV.

A

DSM-IV: ‘dyspareunie’ en ‘vaginisme’
Deze waren te vinden onder seksuele pijnstoornissen. In de DSM-V zijn deze samengevoegd tot genito-pelviene pijn.

DSM-V: genito-pelviene pijn / penetratiestoornis
Aanhoudende moeilijkheden met
- vaginale penetratie tijdens geslachtsgemeenschap
- vulvovaginale of bekkenpijn tijdens vaginale geslachtsgemeenschap of penetratiepogingen
- angst of bezorgdheid over pijn in afwachting van, tijdens of agv vaginale penetratie
Specifiers: levenslang/verworven, gegeneraliseerd/situationeel
Huidige ernst: lichte angst, matige angst, ernstige angst voor symptomen

19
Q

Wat is de mannelijke hypoactieve seksuele begeertestoornis en vergelijk met DSM-IV.

A

DSM-IV: hypoactieve seksuele begeertestoornis

DSM-V: mannelijke hypoactieve seksuele begeertestoornis
Deficiënte seksuele gedachten of fantasieën en verlangen naar seksuele activiteit.
Specifiers: levenslang/verworven, gegeneraliseerd/situationeel
Huidige ernst: lichte angst, matige angst, ernstige angst over symptomen

20
Q

Wat is de erectiestoornis en vergelijk met DSM-IV.

A

DSM-IV: mannelijke erectiestoornis
Derde puntje is een nieuwe toevoeging. Dit komt onder meer door de medicalisering want hoe bepaal je afname van hardheid?

DSM-V: erectiestoornis
Symptomen
- duidelijke problemen bij het krijgen van een erectie tijdens seksuele activiteit
- moeilijkheden om de erectie te behouden tot einde seksuele activiteit
- duidelijke afname van erectiele stijfheid
Specifiers: levenslang/verworven, gegeneraliseerd/situationeel
Huidige ernst: lichte angst, matige angst, ernstige angst over symptomen

21
Q

Wat is vroege ejaculatie en vergelijk met DSM-IV.

A

DSM-IV: premature ejaculatie

DSM-V: vroege ejaculatie
Aanhoudend patroon van ejaculatie tijdens seksuele activiteit met een partner binnen ongeveer 1 minuut na vaginale penetratie of voordat de persoon het wenst (deze diagnose kan van toepassing zijn op personen die betrokken zijn bij niet-vaginale seksuele activiteiten maar hiervoor is geen specifieke criteriaduur vastgesteld)
Specifiers: levenslang/verworven, gegeneraliseerd/situationeel
Huidige ernst: milde zaadlozing (< 60), matige zaadlozing (<30), ernstige zaadlozing (<15)

22
Q

Wat is uitgestelde ejaculatie en vergelijk met DSM-IV.

A

DSM-IV: mannelijke orgasmestoornis

DSM-V: uitgestelde ejaculatie
Symptomen
- duidelijke vertraging in ejaculatie
- duidelijke onregelmatigheid of afwezigheid van ejaculatie
Specifiers: levenslang/verworven, gegeneraliseerd/situationeel
Huidige ernst: lichte angst, matige angst, ernstige angst over symptomen

23
Q

Wat is door middelenmedicatie geïnduceerde seksuele disfunctie en vergelijk met DSM-IV.

A

DSM-IV: /

DSM-V: door middelenmedicatie geïnduceerde seksuele disfunctie
Klinisch significante stoornis in seksuele functie
Bewijs uit lichamelijk onderzoek, geschiedenis of labobevindingen van:
- symptomen zijn ontwikkeld kort na of tijdens intoxicatie of ontwenning of na blootstelling
- de stof is in staat om de symptomen te veroorzaken