economie, hs 2, roze boekje Flashcards
(29 cards)
overheid
alles of iedereen die het land bestuurd
gemeente
- gemeentebouw en persoonsgegevens
- uitkeringen en subsidies
waterschappen
brede groep die beheren over alle wateren, sluizen, keringen en zuiveren van water
provincies
- het uitbreiden van steden, dorpen en industrieterreinen
- wegen, natuurgebieden
- toezicht op gemeenten en waterschappen
landelijke overheid
het landelijke bestuur
- regering, ministers
- Eerste & Tweede kamer
Wat hoort er onder de overheid?
gemeente, waterschappen, provincies, landelijke overheid
collectieve goederen
alle goederen die van de overheid komen die voor iedereen beschikbaar zijn
individuele goederen
alles wat je koopt
- zelf betalen
quasi-collectieve goederen
individuele goederen die de overheid levert
particulieren goederen
goederen waar je voor betaald in een winkel die van jou zijn
ambtenaren
iedereen die werkt voor de overheid
semi-ambtenaar
een bedrijf wat wordt gesteund door de overheid
collectieve sector
alle bedrijven die voor de overheid werken (MOGEN GEEN WINST MAKEN)
particulieren sector
alle andere bedrijven die niet voor de overheid werken (MOETEN WINST MAKEN)
Arbeidsinkomen
inkomen waarbij een persoon een tegenprestatie levert
overdrachtsinkomen
inkomen vanuit de overheid waar geen tegenprestatie is
- uitkeringen
- worden betaald uit belastinggelden
AOW
(algemene ouderdomswet) basispensioen van de overheid
premie betalen
deel wat je moet betalen om er gebruik van te maken
omslagstelsel
werkende betalen voor de AOW’ gerechtigheden van nu
vergrijzing
veel oudere mensen
kapitaaldekkingsstelsel
werkende betalen en dat geld wordt gebruikt voor als zij zelf recht hebben op recht hebben op een AOW
progressief belastingstelsel
hoe meer je verdient, hoe meer je in verhouding aan belasting betaald
inkomensheffing
het systeem dat bepaald hoeveel belasting je betaald over je inkomen
belastbaar jaarinkomen
het inkomen dat wordt gebruik voor je inkomensheffing