aardrijkskunde Flashcards

1
Q

BRICS

A

Brazilië, Rusland, India, Canada, Zuid-Afrika. Afkorting voor landen die na 2000 een snelle economische ontwikkeling doormaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Lagelonenlanden

A

De lonen zijn veel lager zijn dan in de centrumlanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Afzetmarkt

A

Gebied waar goederen en/of diensten worden verkocht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

productieketen

A

De schakels waaruit het productieproces van goederen bestaat, van grondstof tot eindproduct

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

WTO

A

wereldhandelsorganisatie die pleit voor vrijhandel (world Trade Organization)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Globalisering

A

Proces waarbij gebieden op aarde op tal van terreinen steeds met elkaar verbonden raken op sociaal, cultureel, politiek en economisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Global shift

A

het economisch zwaartepunt 0in de wereld verschuift

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

handelskolonialisme

A

vestiging van Europese handelsmaatschappijen in de nieuw ontdekte gebieden van Afrika, Amerika en Azië met het doel handel te drijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

industrieel kolonialisme

A

Fase waarin Europese moederlanden koloniën stichten die ze zelf besturen, met als doel de aanvoer van grondstoffen veilig te stellen en een afzetmarkt voor hun industriële eindproducten te vormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

dekolonisatie

A

periode vooral tussen 1945 en 1970 waarin de vroegere koloniën onafhankelijk worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

koude oorlog

A

periode waarin de twee wereldmachten VS en Sovjet-Unie vijandig tegenover elkaar staan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

vrijemarkteconomie

A

Economisch systeem waarbij de productie in handen is van particuliere ondernemers en de prijs goederen en diensten tot stand komt door vraag en aanbod

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

vrijhandel

A

Handel waarbij de grenzen tussen handelsgebieden zo veel mogelijk worden weggenomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

brainport

A

gebied dat hoort tot de kenniseconomie met een hoge dichtheid aan hightechbedrijven, universiteiten en onderzoekinstituten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

exploitatiekolonie

A

Kolonie die door het moederland gebruikt wordt als wingewest. Ontwikkeling van de kolonie komt op de tweede plaats

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

globaliseringsindex

A

de rangorde van landen naar mate van openheid, gerichtheid op het buitenland

16
Q

hoogwaardige dienstverlening

A

Dienstverlening die past bij de kenniseconomie. Speelt vooral op zakelijke (advieskantoren), financieel (banken) en onderwijsterrein (hbo en universiteit)

17
Q

politieke systeem

A

de wijze waarop een land wordt bestuurd

18
Q

regionaal ontwikkelingsbeleid

A

Extra ondersteuning vanuit Den Haag of de EU voor achterblijvende gebieden

19
Q

vestigingsfactoren

A

Redenen voor een bedrijf om zich juist daar te vestigen, bijvoorbeeld door de goede bereikbaarheid

20
Q

vestigingskolonie

A

gebied waar kolonisten zich blijvend vestigen en de kolonie opbouwen, vaak naar voorbeeld van het moederland

21
Q
A