aardrijkskunde Flashcards
BRICS
Brazilië, Rusland, India, Canada, Zuid-Afrika. Afkorting voor landen die na 2000 een snelle economische ontwikkeling doormaken
Lagelonenlanden
De lonen zijn veel lager zijn dan in de centrumlanden
Afzetmarkt
Gebied waar goederen en/of diensten worden verkocht
productieketen
De schakels waaruit het productieproces van goederen bestaat, van grondstof tot eindproduct
WTO
wereldhandelsorganisatie die pleit voor vrijhandel (world Trade Organization)
Globalisering
Proces waarbij gebieden op aarde op tal van terreinen steeds met elkaar verbonden raken op sociaal, cultureel, politiek en economisch
Global shift
het economisch zwaartepunt 0in de wereld verschuift
handelskolonialisme
vestiging van Europese handelsmaatschappijen in de nieuw ontdekte gebieden van Afrika, Amerika en Azië met het doel handel te drijven
industrieel kolonialisme
Fase waarin Europese moederlanden koloniën stichten die ze zelf besturen, met als doel de aanvoer van grondstoffen veilig te stellen en een afzetmarkt voor hun industriële eindproducten te vormen
dekolonisatie
periode vooral tussen 1945 en 1970 waarin de vroegere koloniën onafhankelijk worden
koude oorlog
periode waarin de twee wereldmachten VS en Sovjet-Unie vijandig tegenover elkaar staan
vrijemarkteconomie
Economisch systeem waarbij de productie in handen is van particuliere ondernemers en de prijs goederen en diensten tot stand komt door vraag en aanbod
vrijhandel
Handel waarbij de grenzen tussen handelsgebieden zo veel mogelijk worden weggenomen
brainport
gebied dat hoort tot de kenniseconomie met een hoge dichtheid aan hightechbedrijven, universiteiten en onderzoekinstituten
exploitatiekolonie
Kolonie die door het moederland gebruikt wordt als wingewest. Ontwikkeling van de kolonie komt op de tweede plaats