Duits Flashcards
naam
der Name
achternaam
Nachname
voornaam
Vorname
plaats
der Ort
geboorteplaats
Geburtsort
e-mailadres
die E-Mail-Adresse
vraag
die Frage
nummer
die Nummer
gsm-nummer
Handynummer
postcode
die Postleitzahl/PZL
nationaliteit
die Staatsangehörigkeit
straat
die straße
handtekening
die Unterschrift
leeftijd
das Alter
vraagwoord
das Fragewort
geslacht
das Geschlecht
begroeten
begrüßen
heten
heißen
komen
kommen
liggen
liegen
zijn
sein
afscheid nemen
sich verabschieden
zich voorstellen
sich vorstellen
wonen
wohnen
oud
alt
in de buurt
in der Nähe
mannelijk
männlich
vrouwelijk
weiblich
ver
weit
Tot ziens!
Auf Wiedersehen
Tot morgen!
Bis Morgen!
Slaapwel!
Gute Nacht!
Goedenavond!
Guten Abend!
Goedemorgen!
Guten Morgen!
Goeiedag!
Guten Tag!
Tot ziens!
Tschüss
wie
wer
hoe
wie
waar
wo
waar… vandaan
woher
woonplaats
der Wohnort
adres
die Adresse
gsm-nummer
die Handynummer
getal
die Zahl
postcode
Postleitzahl/PLZ
kosten
kosten
wonen
wohnen
goedkoop
billig
goedkoop
günstig
voordelig
preiswert
duur
teuer
slechts, maar
nur
wat
was
bakker
der Bäcker
beroep
der Beruf
verkoper
der Verkäufer
werk
die Arbeit
slager
die Metzgerin
ingenieur
die Ingenieurin
technicus
die Technikerin
visitekaartje
die Visitenkarte
werken bij
arbeiten bei
hebben
haben
leren
kennenlernen
aan de hand zijn
los sein
zich (niet) goed voelen
sich (nicht) wohl fühlen
drinken
trinken
uitstekend
ausgezeichnet