ak begrippen Flashcards

1
Q

mondialisering

A

het mondiaal (wat de hele wereld betreft) dichter bij elkaar komen, het verweven zijn, van verschillende maatschappijen, culturen en economieën.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

toerisme

A

het reizen naar (en eventueel verblijven op) plaatsen buiten de normale woonomgeving voor vrijetijdsbesteding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

bruto binnenlands product of BBP

A

de totale geldwaarde van alle in een land geproduceerde goederen en diensten gedurende een bepaalde periode (meestal een jaar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

aantrekkingsfactor

A

reden die de keuze van een een toeristische bestemming bepaalt, dit kan natuurlijk of cultureel zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

begeleidende factoren

A

zorgen ervoor dat de toeristische ervaring zo optimaal mogelijk verloopt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

toeristische accommodatie

A

voorzieningen die de beleving van de toerist verbeteren (hotels, winkels …)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

directe werkgelegenheid

A

rechtstreeks contact tussen werknemer en toerist: ober, verkoper …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

indirecte werkgelegenheid

A

Dit omvat banen die niet direct ontstaan door een bepaalde activiteit, maar die leveren aan bedrijven die wel direct profiteren. Bij het toerisme gaat het om bouwbedrijven (hotels), reclamebureaus (folders) …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

commodificatie van cultuur

A

De lokale bevolking biedt aan de toerist een inkijk in hun levensstijl.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

demonstratie-effect

A

De lokale bevolking met hun eigen tradities wordt geconfronteerd met de levensstijl van de toerist en kopieert het gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

horizonvervuiling

A

Dit (ook wel bekend als landschapsvervuiling) is het plaatsen van objecten of nemen van maatregelen die het beeld van de horizon of de harmonie van het landschap verstoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

bodemerosie

A

Dit is afvoer van de bovenste laag van de bodem door stromend water of de wind. Vaak wordt dit door de mens veroorzaakt (vb. door ontbossing).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

migrant

A

iemand die zijn of haar gebruikelijke verblijfplaats verlaat en daarna ofwel een internationale grens oversteekt, ofwel binnen eigen land naar een andere plaats gaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

immigratie

A

vestiging in een land

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

emigratie

A

verlaten van een land

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

migratiesaldo

A

Dit wordt gevormd door immigratie en emigratie. Dit kan positief zijn (immigratie - emigratie = positief aantal) of negatief zijn (immigratie - emigratie = negatief aantal).

17
Q

vluchteling

A

iemand die een internationale grens overgestoken heeft om in een ander land onderdak te vinden omwille van oorlog of vervolging

18
Q

asielzoeker

A

iemand die in een ander land is aangekomen en er een asielaanvraag heeft ingediend bij een bevoegde overheidsdienst, die zal onderzoeken of de asielzoeker daadwerkelijk nood heeft aan internationale bescherming en of hij/zij het recht heeft om in het land te blijven

19
Q

migratiestroom

A

de verplaatsing van groepen mensen van de ene naar de andere plaats, zowel binnen als buiten landsgrenzen

20
Q

herkomstnationaliteit

A

inwoners van een land met de nationaliteit van dat land, maar met een familiegeschiedenis in een ander land, vaak van de ouders en/of grootouders

21
Q

pushfactoren

A

Dit omvat onaangename factoren waardoor mensen wegtrekken uit een land of regio. Ze duwen de mensen als het ware weg.

22
Q

pullfactoren

A

Dit omvat aangename factoren die de mensen als het ware aantrekken om in een land of regio te komen wonen.

23
Q

legale migratie

A

Hierbij migreer je vanwege allerlei factoren naar een land op een wettelijke manier: er worden op voorhand aanvragen gedaan bij de ambassade, je krijgt verblijfsdocumenten voor je vertrekt …

24
Q

illegale migratie

A

Hierbij kom je eerst het land binnen om pas daarna eventueel een asielverzoek in te dienen. Als je asielaanvraag geweigerd wordt, moet je het land opnieuw verlaten.

25
Q

menselijk kapitaal

A

geheel van competenties, kennis, sociale en persoonlijke vaardigheden van een persoon die economisch waardevol zijn

26
Q

braindrain

A

de overdracht van menselijk kapitaal van de landen in het globale zuiden naar ontwikkelde landen, maar het kan ook verwijzen naar migratie van hoogopgeleide professionals (ingenieurs, artsen …) uit ontwikkelde landen

27
Q

braingain

A

tegenovergestelde van braindrain: aankomstlanden profiteren van immigratie van hoogopgeleiden

28
Q

brain exchange

A

Migranten worden elders opgeleid en ze doen knowhow op, maar dit komt later bij hun terugkeer ten goede aan het thuisland.

29
Q

knelpuntberoepen

A

beroepen waarvoor werkgevers het moeilijk hebben om geschikte kandidaten te vinden: er is veel vraag naar, maar weinig aanbod

30
Q

arbeidsmigranten

A

migranten die specifiek voor werkgerelateerde redenen (hoger loon, werkgelegenheid …) migreren

31
Q

seizoensarbeid

A

tijdelijke jobs (zoals de pluk in de landbouw) die vaak worden ingevuld door arbeidsmigranten

32
Q

geldstroom

A

het inkomen dat migranten verdienen, wordt deels doorgestort naar het thuisland, aangezien ze hier meer verdienen dan in hun land van oorsprong en waarvan slechts een deel voor zichzelf gebruikt wordt