ak begrippen Flashcards
mondialisering
het mondiaal (wat de hele wereld betreft) dichter bij elkaar komen, het verweven zijn, van verschillende maatschappijen, culturen en economieën.
toerisme
het reizen naar (en eventueel verblijven op) plaatsen buiten de normale woonomgeving voor vrijetijdsbesteding
bruto binnenlands product of BBP
de totale geldwaarde van alle in een land geproduceerde goederen en diensten gedurende een bepaalde periode (meestal een jaar)
aantrekkingsfactor
reden die de keuze van een een toeristische bestemming bepaalt, dit kan natuurlijk of cultureel zijn
begeleidende factoren
zorgen ervoor dat de toeristische ervaring zo optimaal mogelijk verloopt
toeristische accommodatie
voorzieningen die de beleving van de toerist verbeteren (hotels, winkels …)
directe werkgelegenheid
rechtstreeks contact tussen werknemer en toerist: ober, verkoper …
indirecte werkgelegenheid
Dit omvat banen die niet direct ontstaan door een bepaalde activiteit, maar die leveren aan bedrijven die wel direct profiteren. Bij het toerisme gaat het om bouwbedrijven (hotels), reclamebureaus (folders) …
commodificatie van cultuur
De lokale bevolking biedt aan de toerist een inkijk in hun levensstijl.
demonstratie-effect
De lokale bevolking met hun eigen tradities wordt geconfronteerd met de levensstijl van de toerist en kopieert het gedrag.
horizonvervuiling
Dit (ook wel bekend als landschapsvervuiling) is het plaatsen van objecten of nemen van maatregelen die het beeld van de horizon of de harmonie van het landschap verstoren.
bodemerosie
Dit is afvoer van de bovenste laag van de bodem door stromend water of de wind. Vaak wordt dit door de mens veroorzaakt (vb. door ontbossing).
migrant
iemand die zijn of haar gebruikelijke verblijfplaats verlaat en daarna ofwel een internationale grens oversteekt, ofwel binnen eigen land naar een andere plaats gaat
immigratie
vestiging in een land
emigratie
verlaten van een land
migratiesaldo
Dit wordt gevormd door immigratie en emigratie. Dit kan positief zijn (immigratie - emigratie = positief aantal) of negatief zijn (immigratie - emigratie = negatief aantal).
vluchteling
iemand die een internationale grens overgestoken heeft om in een ander land onderdak te vinden omwille van oorlog of vervolging
asielzoeker
iemand die in een ander land is aangekomen en er een asielaanvraag heeft ingediend bij een bevoegde overheidsdienst, die zal onderzoeken of de asielzoeker daadwerkelijk nood heeft aan internationale bescherming en of hij/zij het recht heeft om in het land te blijven
migratiestroom
de verplaatsing van groepen mensen van de ene naar de andere plaats, zowel binnen als buiten landsgrenzen
herkomstnationaliteit
inwoners van een land met de nationaliteit van dat land, maar met een familiegeschiedenis in een ander land, vaak van de ouders en/of grootouders
pushfactoren
Dit omvat onaangename factoren waardoor mensen wegtrekken uit een land of regio. Ze duwen de mensen als het ware weg.
pullfactoren
Dit omvat aangename factoren die de mensen als het ware aantrekken om in een land of regio te komen wonen.
legale migratie
Hierbij migreer je vanwege allerlei factoren naar een land op een wettelijke manier: er worden op voorhand aanvragen gedaan bij de ambassade, je krijgt verblijfsdocumenten voor je vertrekt …
illegale migratie
Hierbij kom je eerst het land binnen om pas daarna eventueel een asielverzoek in te dienen. Als je asielaanvraag geweigerd wordt, moet je het land opnieuw verlaten.
menselijk kapitaal
geheel van competenties, kennis, sociale en persoonlijke vaardigheden van een persoon die economisch waardevol zijn
braindrain
de overdracht van menselijk kapitaal van de landen in het globale zuiden naar ontwikkelde landen, maar het kan ook verwijzen naar migratie van hoogopgeleide professionals (ingenieurs, artsen …) uit ontwikkelde landen
braingain
tegenovergestelde van braindrain: aankomstlanden profiteren van immigratie van hoogopgeleiden
brain exchange
Migranten worden elders opgeleid en ze doen knowhow op, maar dit komt later bij hun terugkeer ten goede aan het thuisland.
knelpuntberoepen
beroepen waarvoor werkgevers het moeilijk hebben om geschikte kandidaten te vinden: er is veel vraag naar, maar weinig aanbod
arbeidsmigranten
migranten die specifiek voor werkgerelateerde redenen (hoger loon, werkgelegenheid …) migreren
seizoensarbeid
tijdelijke jobs (zoals de pluk in de landbouw) die vaak worden ingevuld door arbeidsmigranten
geldstroom
het inkomen dat migranten verdienen, wordt deels doorgestort naar het thuisland, aangezien ze hier meer verdienen dan in hun land van oorsprong en waarvan slechts een deel voor zichzelf gebruikt wordt