Dossier 3 | Liste de vocabulaire Flashcards
toestaan
permettre qqch à qqn
een opmerking
une remarque
wat … betreft
au sujet de
en ce qui concerne
à propos de
benadrukken
insister sur qqch
onderbreken
interrompre qqn
het woord nemen
prendre la parole
het woord geven aan
céder la parole à qqn
donner
de aandacht vestigen op
attirer l’attention sur qqch
aantonen
démontrer qqch
réléver
prouver
aanhalen
citer qqch/qqn
bevestigen
confirmer qqch
ontkennen
dénier qqch
aankondigen
annoncer qqch
iemand ergens aan herinneren
rappeler qqch à qqn
verduidelijken
préciser qqch
melden, signaleren
signaler qqch
beweren
prétendre qqch
beraadslagen over, bespreken
discuter de qqch
zwijgen
se taire
iemands mening delen over iets
partager l’opinion de qqn sur qqch
wat mij betreft, voor mij
pour ma part
en ce qui me concerne
personnellement
quant à moi
dat maakt mij niets uit
ça m’est égal
ergens vóór zijn
être favorable à qqch
être pour qq
overtuigen
convaincre qqn
iets betwijfelen
douter de
iets betwisten, aanvechten
contester qqch
aannemen, vermoeden
supposer qqch
imaginer
zonder enige twijfel
sans aucun doute certainement bien sûr évidemment bien entendu
uiteenzetting, praatje
un exposé
een lezing
une conférence
actueel
d’actualité
behandelen, gaan over
porter sur qqch
zich afspelen
se dérouler
plankenkoorts, angst
le trac
de peiling
le sondage
de tafel rondgaan
faire un tour de table
agenda
ordre du jour (m)
bezwaar
une objection
afspreken
convenir
aanduiden, aanwijzen
désigner qqn
mening
le avis
la opinion
le point de vue
iemands mening delen over iets
partager l’opinion de qqn sur qqch
volgens mij
à mon avis
ergens tegen zijn
être contre qqch
overtuigd
convaincu(e)
gelijk hebben
avoir raison (f)
afhangen van
dépendre de
vinden
trouver penser croire être d'avis estimer
ongelijk hebben
avoir tort
duidelijk
clair évident certain sûr indéniable
fout, niet correct
faux
incorrect
inexact
imprécis
een toost
un toast
een vergadering leiden
animer une réunion