Culture | Tourisme Flashcards
1
Q
het toerisme
A
le tourisme
2
Q
toeristisch
A
touristique
3
Q
het elkaar kruisen van toeristen die vertrekken naar en terugkomen uit het Zuiden
A
le chassé-croisé
4
Q
snelweg naar het zuiden
A
l’Autoroute du Soleil
5
Q
een vakantieganger in juli
A
un/e juillettiste
6
Q
een vakantieganger in augustus
A
un/e aoûtien/ne
7
Q
de Provence
A
la Provence
8
Q
de Azurenkust
A
la Côte d’Azur
9
Q
de Middellandse Zee
A
la (mer) Méditerranée
10
Q
het Zuiden van Frankrijk
A
le Midi
11
Q
het Unesco-werelderfgoed
A
le patrimoine mondial de l’Unesco
12
Q
de Grands Sites de France
A
les Grands Sites de France
13
Q
een regionaal natuurpark
A
un parc natural régional
14
Q
een nationaal park
A
un parc national
15
Q
een natuurreservaat
A
une réserve naturelle