Domein F Flashcards

1
Q

Brutowinstopslag

A

Brutowinst is een percentage over de inkoopprijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Brutowinstmarge

A

Brutowinst is een percentage van de omzet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Incidentele opbrengsten

A

Opbrengsten buiten operationele activiteiten zoals renteopbrengsten, verkoop inventaris etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Financieringsresultaat

A

Renteopbrengsten - rentekosten.

Staat onder aan de resultaten/exploitatierekening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verschillenanalyse

A

Analyseren verschillen tussen begrote getallen (voorcalculatie) en werkelijke cijfers (nacalculatie).

Bestaat altijd uit hoeveelheidsverschil en prijsverschil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Prijsverschil bij verschillenanalyse

A

Verschil tussen begrote en werkelijke prijs.

Berekening: (begrote prijs - werkelijke prijs) * werkelijke hoeveelheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoeveelheidsverschil verschillenanalyse

A

Verschil tussen begrote en werkelijke hoeveelheid (afzet, materiaal, loon)

Berekening: (Begrote afzet-werkelijke afzet) * begrote prijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Break-even point

A

Punt waarbij Totale opbrengsten gelijk zijn aan Totale Kosten, winst is dus 0 euro.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Breakeven-afzet

A

Afzet waarbij TO=TK. Kan berekend door:

Constante kosten/(Verkoopprijs-Variabele kosten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Breakeven-omzet

A

Totale omzet waarbij TO=TK.

Berekening: BEA * Verkoopprijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Ondernemersloon

A

Winst die een ondernemer wil verdienen. Om dit mee te rekenen bij BEA wordt het bij constante kosten gedaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Dekkingsbijdrage

A

Deel van de prijs wat wordt gebruikt om de constante kosten te dekken. Dit is de Prijs - Alle Variabele Kosten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Veiligheidsmarge

A

Met hoeveel de omzet kan dalen tot de winst 0 is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Absorption Costing

A

Manier van kostprijs berekenen waarbij zowel de variabele kosten als de constante kosten worden meegerekend.
Formule: (Constante kosten/normale hoeveelheid) + (Variabele kosten/ begrote afzet)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Direct Costing

A

Manier van kostprijs berekenen waarbij alleen rekening gehouden wordt met de variabele kosten. De Constante kosten worden gedekt door de dekkingsbijdrage.

Formule: Variabele kosten/ begrote afzet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Bezettingsresultaat

A

Het bezettingsresultaat geeft aan hoeveel van de constante kosten er zijn terugverdiend.

Formule: (begrote afzet - normale afzet) * Constante kosten/normale afzet

17
Q

Matchingsprincipe

A

Bij een resultatenrekening worden de kosten van de inkoopwaarde direct gekoppeld aan de daarmee verdiende opbrengsten.

18
Q

illiquiditeit

A

Een bedrijf kan niet meer aan haar betalingsverplichtingen voldoen.

19
Q

Balanced Scorecard

A

Een veelgebruikte manier om de strategische langetermijnvisies te bepalen. Hiermee meten ondernemingen de indicatoren die invloed hebben op het succes van de onderneming. Dit worden ook wel Kritische Prestatie Indicatoren (KPI’s) genoemd. Onderdelen zijn:
1. Financieel
2. Klanten
3. Innovatie en groei
4. Interne bedrijfsprocessen

20
Q

Kritische succes factoren

A

Kwalitatieve omschrijvingen van onderdelen Balanced Scorecard waarin een onderneming moet uitblinken om succesvol te zijn.

21
Q

Financieel - KPI

A

Financiële gezondheid van een onderneming, vaak gemeten aan hand van omzet, winst, rentabiliteit etc.

22
Q

Klanten -KPI

A

Draait vooral om klanttevredenheid, goed imago

23
Q

Interne bedrijfsprocessen - KPI

A

Verbeteren efficiëntie en effectiviteit van interne processen. Een belangrijk onderdeel hierin is het personeelsverloop (ontslag nemen van werknemers) en ziekteverzuim. Hierdoor wordt er steeds meer aandacht besteedt aan verbeteren werkomstandigheden.

24
Q

Innovatie en groei - KPI

A

Ondernemingen moeten voortdurend verbeteren om succesvol te blijven. Door continue groei en innovatie kan een bedrijf op lange termijn ook aan haar betalingsverplichtingen voldoen.

25
Q

Maatschappelijke verslaggeving

A

Het inlichten van alle stakeholders en verantwoordelijkheid nemen voor de invloed van een onderneming op de samenleving.

26
Q

MVO

A

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen, bestaande uit people, planet, profit.

27
Q

Circulaire economie

A

Bedrijf richt zich op het recyclen en opnieuw gebruiken van grondstoffen, materialen en producten.

28
Q

Diversiteitsbeleid

A

Beleid met als doel het verbeteren van de onderneming door werknemers optimaal te gebruiken en de beste personeelssamenstelling.