DNA kwatificatie Flashcards

1
Q

Wanner moet je concentratie van DNA aanpassen?

A

te veel - sampel verdunnen
te weinig - sample concentreren

DNA kwatificatie heeft een optimale range

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Methodes DNA visualiseren

A
  1. agarose gel
  2. UV spectrofotometrie
  3. Fluorescentie spectrofotometrie
  4. hybridisatie
  5. Real time PCR (QPCR)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

agarose gel

A

Concentratie van DNA
krijgt snel uitslag en zegt iets over lengte van DNA (voordeel)
Is subjectief, carcinogeen en niet specifiek. (nadelen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

UV spectrofotometrie

A

Nucleinezuren absorberen licht vanwege de ringstructuren van de nucleinezuren. (bij maximaal 260 nm)
meet slecht lage concentraties (+0,1) , niet humaan specifiek
werkt snel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Fluorescentie spectrofotometrie

A

werkt als UV spetrometrie, alleen wordt de fluorisentie gemeten. Fluoriscentie van picogreen wordt gemeten. Door pico green toe te voegen neemt de fluoriscentie 1000x toe.
ijklijn maken om concentratie te meten
niet humaan specifiek
erg gevoelig (25 pg)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hybridisatie

A

DNA wordt op nylon membraan gedaan en werd gedenaturaseerd. Er werd vervolgens een humaan specifieke probe toegevoegd.
humaan specifiek
lage gevoeligheid, subjectief, kost veel tijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarom DNA kwantificeren?

A

Om ervoor te zorgen dat de concentratie DNA in de optimale range komt van een PCR.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly