Diversiteit Flashcards

1
Q

Wat is diversiteit?

A

Diversiteit gaat over verschillen tussen mensen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn zichtbaar vormen van diverstiteit?

A
  • huidskleur
  • geslacht
  • leeftijd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn minder zichtbaare vormen van diversiteit?

A
  • cultuur
  • geloofsovertuiging
  • seksuele geaardheid
  • hobby’s
  • muzieksmaak
  • opleidingniveau
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is cultuur?

A

Cultuur is een geheel van waarden en normen dat mensen aan elkaar overdragen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zit er in binnen een cultuur?

A
  • overeenskomsten
  • opvoedregels
  • religie
  • omgangsregels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn waarden?

A
  • Waarden zijn motieven of idealen die je belangrijk vindt als een persoon of een groep.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn voorbeelden van waarden?

A
  • Eerlijkheid
  • dapperheid
  • hulpvaardigheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn normen?

A
  • Normen zijn gedragsregels die voortkomen uit de
    waarden.
  • Normen vloeien uit waarden. Bij een waarde kunnen
    verschillende normen horen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat zin voorbeelden van normen?

A
  • niet stelen en niet liegen voortkomen uit de waarden van Eerlijkheid.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de niveaus van warden en normen?

A
  • Macroniveau
  • Mesoniveau
  • Microniveau
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kun je macroniveau beschrijven?

A

Macroniveau betekent het grootste niveau. Als het over onderwijs gaat dan is het een landelijk niveau.

Op dit niveau bepaalt het ministerie van onderwijs wat er moet gebeuren met het onderwijs en kinderopvang.

Het ministerie zet de rechtlijnen uit voor het beleid van scholen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Kun je mesoniveau beschrijven?

A

Mesoniveau betekent gemiddeld niveau.

Op dit niveau bepalen scholen wat ze met de richtlijnen van ministerie doen.

Hier wordt de waarde van school beschreven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Kun je microniveau beschrijven?

A

Microniveau betekent klein niveau. In het onderwijs betekent dit een klasniveau.

Op dit niveau kunnen leerkrachten de waarde (bijvoorbeeld over diversiteit) in de less gebruiken.

Op dit microniveau werken medewerker van kindeopvang om kinderen te leren om goed te gaan met diversiteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarom ontstaan de beelden van andere culturele groep?

A

Omdat je te weinig van andere cultuur weet. Je gelooft wat de ander zegt over andere groep terwijl je geen ervaring hebt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is stereotypen?

A

Een stereotype is een overdreven beeld van een groep mensen dat vaak niet (volledig) overeenkomt met de werkelijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn kenmerken van stereoptypen?

A
  • Je ontwikkelt onbewust ideeën over mensen uit een andere cultuur.
  • Je heb een mening over een persoon of een groep van mensen die niet op feiten is gebaseerd.
  • je maakt een oordeel over een persoon van een groep en je generaliseert het voor de hele groep.
17
Q

Wat is vooronderstellingen?

A

Het is een gedachte of idee over iets of iemand maar nog geen oordeel.

18
Q

Wat is vooroordelen?

A

Het is een mening die niet op feiten is gebaseerd.

- Je hebt een beeld over iemand dat helemaal niet klopt.

19
Q

Wat kun je doen om vooroordelen te voorkomen?

A
  • nagaan hoe jezelf denkt. Wees je bewust van je vooronderstellinegn en vooroordelen.
  • proberen om met mensen uit andere culturen te communiceren
  • Stel je in het contact met anderen open op. Je luistert naar de anderen. Stel je vragen in een respectvolle manier over wat je niet begrijpt.
  • Sta open voor wat de ander je vertelt, maar houd je aan je grenzen.
20
Q

Wat is interculturele sensitiviteit?

A

Interculturele sensitiviteit is gevoeligheid voor andere culturen.

21
Q

Wat zijn de zes fasen van interculturele sensitiviteit?

A
  • Fase 1 : Onbewust zijn van verschillen
  • Fase 2 : weerstand hebben
  • Fase 3 : Bagatelliseren
  • Fase 4 : Erkenen
  • Fase 5 : Aanpasen
  • Fase 6 : Integreren
22
Q

Wat kun je verklaren van elke fase?

A
  • Fase 1 : sommige mensen zien de culturele verschillen niet echt.
  • Fase 2 : Mensen zien wel dat er verschillen zijn, maar ervaren ze weerstand tegen anderen cultuur. Mensen doen vaak boos over andere culturen
  • Fase 3 : - Mensen zien wel dat er culturele verschillen zijn, maar ze bagateliseren die.
    - In deze fase vinden mensen hun eigen
    cultuur beter dan andere culturen.
    - Mensen beroodelen anderemensen uit
    andere cultuur op grond van hun
    eigen waarden en normen.
    - Bagatelliseren betekent minder
    belangrijk maken dan het in
    werkelijkheid is.
  • Fase 4 : - Onstaat erkenning van andere culturen en de verschillen met eigen cultuur.
    - Mensen geloven dan mensen
    gelijkwaardig zijn maar niet
    hetzelfde.
    - Er is waardering voor de
    verschillen zonder
    dat de eigen cultuur hoger
    gewaarderd wordt dan de
    andere cultuur.
  • Fase 5 : - Aanpassen gaat over jouw
    verplaatsen naar de ander.
    - Mensen begrijpen de waarden
    en normen van de andere
    cultuur
  • Fase 6 : - In deze fase weet je niet alleen
    veel over allerlei culturen, maar
    kun je je ook gedragen vanuit
    verschillende culturele
    waarden en normen.
23
Q

Wat zijn de zes basiswaarden waarmee je de culturele verschillen kunt overbruggen, volgens Florence Kluckhohn?

A
  • natuur
  • tijdbeleving
  • taken of mensen
  • individu of groep
  • openbaar of privé
  • menselijke natuur
24
Q

Wat kan je beschrijven natuur als een basiswaarden?

A
  • In natuurbeheersende samenleving willen mensen problemen oplossen en nemen ze preventieve maatregelen.
  • De mens overheerst de natuur.
  • De mensen lossen problemen op door de natuur in te dammen, te beperken, te omheinen.
25
Q

Hoe beschrijf je de harmonie tussen cultuur en nature?

A

De harmonie tussen cultuur en natuur :

  • Mensen overleven door zich aan te passen aan de natuur.
  • Mensen verbouwen voedsel dat geschikt is voor het klimaat.
  • Mensen negeren conflicten.
26
Q

Wat kun je beschrijven tijdbeleving als basiswaarden (cultuur)?

A
  • culturen kunnen op verschillende manier omgaan met tijd :
  • Er zijn mensen die het verleden en traditie belangrijk vinden. –> Historische gebeurtenissen zijn belangrijk.
  • Er zijn mensen die het heden belangrijk vinden.
    • -> Mensen leven in het moment.
  • Er zijn mensen die zich bezig met doelen die ze willen bereiken.
27
Q

Wat kun je beschrijven taak of mensen als basiswaarden/cultuur?

A
  • In sommige cultuur is het belangrijk om te werken en om taak te hebben. Deze cultuur noemen we “doe-cultuur”.
  • Werk geeft aanzien.
  • Mensen streven naar een steeds hogere functie en een steeds hoger salaris.
  • In sommige cultuur is de relatie tussen mensen belangrijk. Deze cultuur noemen we “zijn-cultuur”
  • Niet de taken die je uitvoert maar de omgang met de collega’s is belangrijk.
28
Q

Wat kun je beschrijven individu of groep als basiswaarden?

A
  • In sommige cultuur vinden mensen individualiteit belangrijk.
  • Iedereen moet onafhankelijk zijn en zelf kunnen ontplooien.
  • Jouw welzijn en dat van je gezin is belangrijk.
  • In groep cultuur is het welzijn van de groep belangrijker dan ieders persoonlijke welzijn.
  • Er is een sterk gevoel van saamhorigheid voor elkaar.
  • Mensen zien individualidme als egoïsme.
29
Q

Wat kun je beschrijven openbaar of privé als basiswaarden?

A
  • In Nord Europa en Nord Amerika hechten mensen sterk aan persoonlijke ruimte .
  • In Aziatische landen delen mensen een ruimte met andere leden van de groep.
30
Q

Wat kun je beschrijven menselijk natuur als basiswaarden?

A
  • De ene cultuur beschouwt mensen als slecht.
    • Mensen doen alles op slot.
    • Op het werk gaat de leidinggevende ervan uit dat
      werknemers onbetrouwbaar zijn en daarom streng
      gecontroleerd moeten zijn.
  • De ander cultuur beschouwt mensen als goed.
    • Mensen vertrouwen elkaar
    • Op het werk geven leidinggevenden hun
      medewerkers eigen verantwoordelijkheden en
      nemen samen besluiten over het werk.