Deel 9 Budget/Begroting Flashcards

1
Q

Wat is budgetteren?

A

Het is een interactief proces waarbij de activiteiten en daarmee de samenhang middelen voor een specifieke periode in kwantitatieve financiële grootheden worden vastgesteld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

Wat is budgetteren?

A

Het is een interactief proces waarbij de activiteiten en daarmee de samenhang middelen voor een specifieke periode in kwantitatieve financiële grootheden worden vastgesteld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een financieel budget?

A

Een effectieve korte termijn planning en controle en beschrijft de inkomsten en uitgaven voor een bepaalde periode in de toekomst, meestal 1 jaar. De periode is vaak opgesplitst in deel periodes. Voor de toekomst is het van belang dat er voldoende info is om zo correct mogelijk in te schatten.

Het helpt om een goede zicht te krijgen op werking en om een overzicht te maken van ontvangsten en uitgaven. Het houdt rekening met financiele en algemene doelstelling organisatie

  1. Planning actieprogramma
  2. Voorbereiding en goedkeuring budget
  3. Resultaatsmeting en budgetopvolging
  4. Verschillenanalyse en rapportering
  5. Evaluatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe stel je een liquiditeitsbudget op

A

Je zet dit op volgorde onder elkaar

  1. Beginsaldo
  2. Ontvangsten
    - verkoopontvangsten
    - werkingssubsidie
    - diverse ontvangsten
  3. Uitgaven
    - leveranciers
    - loonuitgaven
    - huur
    - investeringen
    - terugbetaling invest lening
    - interest invest. lening
    - terugbetaling kort. krediet
    - interest kort krediet
  4. Eindsaldo
  5. Opname kortkrediet
  6. Eindsaldo
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een begroting in de publieke sector?

A

Een raming een machtiging van ontvangsten en uitgaven van een bepaalde toekomstige periode door de daartoe bevoegde overheid. Deze worden opgesteld door uitvoerende lichaam (regering / schepencollege) en goedgekeurd door vertegenwoordigende vergadering ( Kamer/Gemeenteraad). Het goedkeuren betekent niet dat men verplicht is tot het besteden van die middelen en ook niet dat er rechtstreekse rechten zijn voor derden. De goedkeuring door wetgevende macht, houdt in een goedkeuring in van het beleid van de uitvoerende macht

De ontwikkeling en begroting is een van belangrijkste taken politici in publieke organisatie. Het afwezig en laattijd goedkeuren van begroting is geen optie. Voorbereiding neemt veel tijd in beslag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de begrotingsbeginselen?

A
  1. Eenjarigheid: elk jaar (1jan - 31dec) moet nieuwe begroting worden opgesteld en goedkgekeurd (uiterlijk 31dec voorgaande jaar). Voorgaande beleid is als basis. Niet gedaan uitgaven worden niet overgedragen
  2. Wettelijkheid: verwijzing naar artikel nodig om te innen/ uit te geven
  3. Doelmatige opbouw: begroting gebruiken als beheersinstrument
  4. Evenwicht: theoretische verwachting vanuit FM, minstens positieve cashflow. In Vlaams/Federaal is geen evenwichtsvjreist want leidt tot tekorten
  5. Universaliteit: alle ontvangsten en uitgaven
  6. Echtheid: objectief, oprecht en nauwkeurig
  7. Specialiteit: in detail
    8: Duidelijkheid en klaarheid: verstaanbaar ook voor niet specialisten
    9: Openbaarheid: democratisch begrotingsbeginsel. Dus toezicht mogelijk door inwoners/vertegenwoordigend orgaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de begrotingstechnieken?

A
  1. Incrementeel:
    - basis: budget vorig jaar met aanpassingen. Dominantie van individuele departementen
    - Input budgeting
  2. Rationeel:
    - basis: huidige doelstellingen en de daarvoor nodige middelen. Proactief niet naar het verleden
    - zero based budgeting
    - output budgeting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is input budgeting?

A

Het is er vaak wanner output moeilijk meetbaar is. Het start vanuit inputs dus toewijzing van middelen aan afdeling/dienst ifv reeds aanwezige activiteit. Basis van voorgaand jaar, met incrementele aanpassingen.

Kritieken:

  • beperkte discussie over basisbudget: te weinig rekening met omstandigheden
  • focus op eigen afdeling: gebrek coördinatie en dubbelactiviteiten
  • input georiënteerd: focus binnen budget blijven en geen doelstelling mbt output
  • KT perspectief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is zero based budgeting?

A

Het heeft geen basisbudget als startpunt. Alles wordt opnieuw bediscussieerd. Het is vanuit doelstelling organisatie.

  1. Voordelen
    - meer prioriteiten zetten
    - meer betrokkenheid managers door focus doelstelling
    - verantwoording ifv toekomst
  2. Nadelen
    - tijdrovend
    - kan leiden tot snel kritisch en verhinderen projecten die tijd nodig hebben om te groeien
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is output budgeting?

A

Het kijkt naar wat ze willen bereiken en niet naar basisbudget voorgaande periodes. Richt zich dus op outputs. Dus het is steeds vanuit de te bereiken doelstellingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is beyond budgeting?

A

Het verhoogd flexibiliteit door afschaffing budget. Verdeling van middelen gebeuren obv hoogdringendheid en toegevoegde waarde. Het is moeilijk realiseerbaar in publieke sector, vanwege verantwoording en machtiging. Probeer efficiënter te begroten en focus aandacht op doelstellingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is beyond budgeting?

A

Het verhoogd flexibiliteit door afschaffing budget. Verdeling van middelen gebeuren obv hoogdringendheid en toegevoegde waarde. Het is moeilijk realiseerbaar in publieke sector, vanwege verantwoording en machtiging. Probeer efficiënter te begroten en focus aandacht op doelstellingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is prestatiebegroten?

A

Het aanreiken van informatie in het begrotingsdocument over wat organisaties verwachten te doen met het geld dat aaneen ter beschikking werd gesteld. Met als doelstelling om prestaties te verbeteren.

Doelstelling > welke effecten > welke resultaten > welke activiteiten > welke middelen

Positieve effecten
1. Het focust dus op de outputs en outcomes
- outputs: zijn de goederen of diensten die geproduceerd zijn door publieke organisatie en zijn de resultaten van het gevoerde beleid
- outcomes: betreffen de impact of gevolgen voor maatschappij van resultaten van gevoerde beleid
2. Vraag naar meting formuleert noodzaak tot formuleren doelstellingen
3. Stimuleert om activiteiten effectief te blijven uitvoeren
4, Controlemiddel: halen we de doelstelling

Negatieve effecten:

  • verkeerd gebruik: meten als afrekening
  • focus enkel op wat gemeten wordt
  • focus op meten als doel
  • zijn overheidsactiviteiten te capteren om te meten

Van Helden en Hodges

  • het is theoretische aantrekkelijk, maar problematisch in praktijk
  • niet algemeen toepassen, maar beperken tot zeer specie activiteiten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly